8.

151 9 0
                                    

Het leven... Wat een bullshit
Hoofdstuk 8: Brahim
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Als ik de woonkamer in kom, grijnst Sofia naar me. "Wat?" Ik ga op de bank zitten en kijk haar vragend aan. "Jullie hebben wat eh?" Zegt ze met nog een grotere grijns. "Pardon? Doe normaaal!" Roep ik met grote ogen. "Wat?? Jullie zijn kapot leuk bij elkaar!" "Ik haat hem. En trouwens, ik ben al in de wolken door mijn prins." Zeg ik zacht. Sofia's ogen werden zo groot dat ik bang was dat ze eruit zouden vallen. "Wie?!" Schreeuwt ze hard. Ik lach klein. "Brahim☺️."

"Wie the fuck is Brahim?" Vraagt ze met grote ogen en een lach van hier tot tokio. "Hahah, een jongen." Lach ik. "Oh ik dacht een koala." Ze rolt met haar ogen. "Ik ging pas geleden rondje maken, gewoon buurt verkennen. Maar ik was verdwaalt en toen ging hij me helpen. We zijn toen samen naar mijn straat gelopen." Sofia's mond ging open van blijdschap. "Wanneer ga ik je toekomstige man ontmoeten? Heeft hij je nummer gevraagd? Hebben jullie al afgesproken? Heb je hem überhaupt daarna nog gesproken?" Vraagt ze achter elkaar door zonder stop. "Weet ik niet. Nee. Nee. Ja." Antwoord ik kort. "Ik ken hem niet eens goed!" Roep ik uit. "Ik voel gewoon iets." Komt er zachtjes uit m'n mond. "Weet je waar hij woont?!" Sofia heeft duidelijk een plan. "Nee, hoezo? Je was iets van plan eh?" Grinnik ik. "Misschien." Sofia staat op. "Ga je mee shoppen?" Ze loopt al richting de gang waar waarschijnlijk haar schoenen staan. "Nee, eh.. ik moet nog naar m'n moeder." Mijn vrolijkheid klapt gelijk om, als sneeuw voor de zon. Ik sta op en loop met lood in m'n schoenen naar buiten. "Ik spreek je nog wel, schat." Ze geeft me een kus en ik betreed mijn voortuin.

Zal ik het zeggen? Nee, ze heeft genoeg aan haar hoofd. Het gaat net wat beter met d'r. Ik zoek in m'n zak naar mijn huissleutels en open de voordeur. "Inaya? Waar was jij zolang?! Je mobiel staat uit en ik dacht dat er iets ergs was gebeurd!" Roept ze boos. "I-ik.. Ik appte je toch dat ik een rondje zou maken?" Zeg ik voorzichtig. "Zolang? Ik wou net Redouane bellen." Ze is al wat gekalmeerd. "Sorry, m'n mobiel is vast uitgevallen." Haar mond weigert nog een woord te verlaten.

Ik ren de trap op naar mijn kamer. Ik voel me vies. Ik pak alle spullen en loop naar de douch. Ik laat de waterstralen over mijn lichaam lopen, terwijl ik leun tegen de koude tegels van de muur. Even mijn hoofd leeg maken.

En dit is dan het moment dat ik alles laat bezinken... De mannen, de pistool, Adam. Mijn tranen zoeken een uitweg. Wat willen ze van me? Was ik daar gewoon toevallig? Of wouden ze MIJ hebben? Wat als Adam er niet was? Oh my god... Adam heeft me geholpen en ik deed zo fucking klote tegenover hem! Waarom?

Ik stap de douch uit en loop naar mijn kamer. Ik voel me al wat frisser. Nadat ik me heb omgekleed en net m'n haar wou kammen, hoor ik voetstappen op de gang. Ik snel naar mijn deur en  open het snel. Redouane! Wat ik al dacht. "Redouane?" Hij draait zich om en keek me vragend aan. "Ik wil even iets kwijt..." De band tussen Redouane en mij is.. net als Tom&Jerry. We pesten en plagen elkaar, maar toch kunnen we veel aan elkaar kwijt. "Ik was dus vandaag aan het wandelen en opee-.." Ik draai me om door de voetstappen die ik hoorde op de trap.

Wat the fuck doet hij nou hier?

Het leven... Wat een bullshit!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu