6.

153 10 0
                                    

Het leven... Wat een bullshit
Hoofdstuk 6: Mijn irritante held
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
"Papaa! Nee, papa niet doen!" Ik schreeuw en ren. "Papaa!" Ik voel hoe ik opgetild word door m'n vader. "Papa, alsjeblieft! Niet doen!" Ik word zacht losgelaten en lig op m'n rug op het grasveldje. "Je vroeg erom, lieverd." Grijnst papa. Ik gier het uit van het lachen zodra hij me kietelt.
Daar lag ik dan.. Op het gras bij een speeltuintje... Met papa te lachen... Als een klein meisje.

Ik open mijn ogen. Een traan vind zijn weg over mijn wang. Ik mis je, papa.
Ik werp snel een blik op de klok. "Pff, half 8." Fluister ik zacht. Het is te vroeg voor mij. Ik probeer verder te slapen, maar het lukt niet. Ik sta uiteindelijk op en maak me klaar voor de dag. Redouane is waarschijnlijk naar z'n werk en mama slaapt nog. Ik besluit om even een blokje om te gaan en te genieten van de zingende vogeltjes op deze vroege ochtend.

Ik sluit de deur en begin te lopen. Waar naar toe? Geen idee. Wat kan er gebeurd zijn met papa? Wat verbergen Dina en Souhaila voor me? Waarom zijn mama en papa überhaupt uit elkaar? Over mama gesproken.. Ik moet haar even een appje sturen om te laten weten dat ik even buiten aan het lopen ben, voordat ze ongerust wordt.

Ik kijk weer op van m'n scherm en kom een park tegen. Bomen zijn mooi groen, een mooie vijver met eendjes erin en de vogels die fluiten. Prachtig! Ik loop door het park, zo groot. Bijna leeg, af en toe komt er een hardloper langs of iemand die de hond aan het uitlaten is.

Tijdens het lopen, heb ik weer het gevoel dat iemand me volgt. Ik kijk om me heen, maar zie niemand. Je wordt gek, Inaya. Ik lach kort om m'n gedachtes.

Dan zie ik een man, in het zwart. Hij komt richting mij. Ik draai me om en wil wegrennen, maar daar zie ik dan ook een man. Ik ren naar rechts, door de bomen met een van de mannen achter me aan. Waar de ander is, kan me op dit moment niet schelen. Ik moet hier weg!

Ik word aan mn arm getrokken. "Nee! Ga weg! Laat me los, alsjeblieft! Ik smeek het je! Wat wil je?!" Begin ik te schreeuwen. "Help!" In de hoop dat iemand me hoort, begin ik te schreeuwen en probeer ik me tegelijkertijd los te rukken. "Houd je kanker bek!" (Sorry voor taalgebruik) Ik schrik van de man en kijk hem aan. Ik staar in 2 grijze emotieloze ogen. "Wat wil je van me?" Zeg ik nu bang en zacht. Hij negeert mijn vraag en trekt me weer mee. "Laat me los! Fucking mongool!" Probeer ik opnieuw en begin te schoppen en te slaan. "Weet je zeker dat je niet mee wilt werken?" Op dat moment voel ik iets tegen mijn slaap. Een pistool... Mijn ogen worden groot en angst overvalt me. Ik sluit mijn ogen. Ik voel hoe de pistool van mijn slaap afgaat en hoor de man kreunen. Ik open mijn ogen en zie de man gebogen voor me. "Kom dan!" Hoor ik een jongen roepen. Hij heeft hem getrapt... Hij heeft mij gered! Ik ren mee met de jongen uit het park. Naar een drukke weg.

"Gaat het?" Ik knik en kijk op naar de jongen. "Adam?!" Roep ik verbaasd. "What the fuck deed jij daar?!" Riep ik weer uit. "Ik was onderweg naar m'n werk." "In het park?" Ik geloof hem niet. "Wees blij, ik heb je gered!" Roept hij geïrriteerd. Hij heeft gelijk. "Sorry, dankje." Zucht ik. Ik ben gewoon... bijna ontvoerd. Wat wouden ze van me? Verkrachten? Vermoorden? Nu pas dringt het tot me door. Een traan verlaat mijn oog, gevolgd door meerderen. "Hey, het is klaar nu. Ze zijn weg." Probeert Adam me gerust te stellen. Ik begin te snikken. Adam opent zijn armen en troost me. "W-wat willen ze van me?" Zeg ik zacht tussen het snikken door. Na een tijdje verbreekt Adam de stilte. "Zal ik je naar huis brengen?" Hij kijkt me diep in m'n ogen aan. Ik schud hevig m'n hoofd. "Ik wil niet dat m'n moeder me zo ziet. Ze heeft al teveel aan haar hoofd." Hij begrijpt het niet goed, merk ik aan zijn blik. Logisch, aangezien hij niks weet van m'n vader etc. Ik weet zelf niet eens wat er is met m'n vader. "Je kan niet hier alleen blijven. Je kan ook met mij mee, maar da-.." Zegt hij voordat hij onderbroken werd. "Alsjeblieft niet, ik mag je niet. Kan je me niet naar Redouane brengen dan?" Zei ik arrogant en zocht ik naar een andere oplossing. "Ja, als je maar niet zo sneaky een verhaal verzint dat ik wat heb gedaan of weet ik het. Ik ben hier niet de slechterik." Probeert hij me duidelijk te maken. "Tuurlijk niet, ik zeg gewoon hoe het is gegaan." Ik kijk hem raar aan. "Ja wat? Zo erg zijn jullie sneaky meiden wel. Mohim (maar oke) stap in de auto." Hij loopt richting de auto en opent de deur. Ik verroer geen spier. "Kom je nog ofeh?" Vraagt hij ongeduldig. "Moet ik echt met JOU in 1 auto?" Zeur ik. "Wollah, hoe kon ik ooit jou nummer vragen... Je bent kaulo irritant. Stap in, anders blijf je hier alleen achter." Hij stapt zelf in en start de motor. "Ondankbaar kind." Hoorde ik hem nog zacht mompelen. "Dat hoorde ik!" Met een zucht nam ik plaats op de bijrijdersstoel.

Het leven... Wat een bullshit!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu