Muri's zijn verdorven, onmenselijk en in en in slecht.
De verbrande huid op mijn pols, de onzichtbare strepen op mijn wangen en de littekens van verlies op mijn hart, zijn daar het ultieme bewijs van.
Ik had hoop. Hoop dat ik kon blijven leven, hoop dat de Muri's misschien niet zo slecht waren als ik altijd had beweerd, maar de dood van Axel en het ijzer dat me mijn waardigheid heeft ontnomen, laten die hoop genadeloos sterven.
Ik voel me lelijk en giftig, omdat ik voor altijd verbonden ben aan deze plek, en die gedachte tegelijkertijd mijn woede aanwakkert.
Er komt een dag dat de Muri's zullen stikken in het bloed dat ze laten vloeien, zullen worden vertrapt door hun eigen leugens en verdorvenheid.
Die dag, is echter nog lang niet aangebroken.
Ik lig in mijn toegewezen gevangenis en hoewel ik het verafschuw, ben ik dankbaar voor de dekens die mijn warmte reguleren. Het geeft me de mogelijkheid om weg te dromen en met gesloten ogen te denken dat ik thuis ben.
De geur, een mengeling van een goedkope parfum en iets dat ik niet kan definiëren, vertelt me echter meteen waar ik ben.
Ik verkeer in een staat van bewustzijn en onbewustzijn, maar ik kan me niet nagenoeg ontspannen om de slaap te vatten. Gezichten van mijn familie en mijn vrienden komen en gaan, en zetten mijn lichaam op scherp omdat ik naar ze toe wil maar ik ze niet kan bereiken. Uiteindelijk verschijnt er een man met een sissende stem en een gespleten tong, die alles verjaagt waar ik ooit zeker van was.
Even later schroeit mijn huid, waarschuwend en zonder enige vorm van genade. Het is alsof alles opnieuw in brand staat, en de pijn dwingt me mijn ogen te openen.
Ik lig op mijn zij, met mijn ingezwachtelde pols stevig tegen het matras gedrukt. De wond protesteert hevig en ik haal mijn arm zo vlug mogelijk weg. Nu de druk vermindert is, wordt de pijn gereduceerd tot slechts een kloppende sensatie, waar ik gek van word maar die me niet vernietigt.
Uit het zonlicht dat naar binnen schijnt, maak ik op dat er een nieuwe dag is aangebroken en ik wilde dat ik voor altijd kon blijven liggen.
Het gebonk in de wond vindt zijn weg naar mijn hoofd en mijn spieren protesteren als ik opsta. Blijkbaar heeft iemand mijn kamer bezocht terwijl ik sliep, want op het nachtkastje vind ik een stapel kleren en een papiertje. Er staan tijden en beschrijvingen van huishoudelijke taken op, die me de hele dag zoet zullen houden. Onder het rooster staat een handtekening, bestaande uit twee letters en een krabbel. FR, Ferran Rose.
Mijn eerste werkdag is begonnen.
Ik pak de kleding en laat de stof tussen mijn vingers glijden. Het is van zacht maar stevig materiaal gemaakt, en ik verbaas me erover dat ze me iets van waarde hebben geschonken.
Het is een zwarte, strakke jurk, met mouwen van afgezet zijde. Er ligt een wit schort bij, dat ongeveer de lengte van de jurk behelst en op mijn middel vastgebonden moet worden.
Ik loop naar de kleine badkamer, en hoewel het er niet heel erg schoon is, is het al meer waar ik op heb kunnen hopen. Er staat zelfs een douche waar ik gebruik van kan maken. Ik weet niet of het alleen maar een luxemiddel is waar de Muri's mee pronken, of dat ze echt alleen gewend zijn aan deze vorm van wassen, maar toch ben ik ervan onder de indruk.
De spiegel geeft me een duidelijk beeld van mijn gezicht. Mijn gouden haren zijn dof van de viezigheid, en ik besluit gebruik te maken van de schaarse vrijgevigheid van de Muri's. Ik spoel al het vuil van mijn lichaam en vind mezelf langzaam weer terug, mijn verbonden arm angstvallig uit de buurt van het water houdend.
JE LEEST
Hope in Eden- The Chronicles of Eden # Netties2017
Science FictionEden. Een land dat in de toekomst zal herrijzen en waar duizenden inwoners hun thuis vinden. Ieder vervloekt, of gezegend met hun eigen verhalen. In Brack, een rustig dorpje in de provincie Alves, probeert ook Hope Largo haar hoofd boven water te h...