Hoofdstuk 6

207 17 17
                                    

Het meisje dat me via de spiegel aankijkt is een persoon die ik niet herken.

Haar gouden haren zijn in een strakke knot gebonden en er is geen enkel oneffenheidje op haar gezicht te bekennen. Haar lichaam wordt door een lange, blauwe jurk bedekt en accentueert elk detail van haar lijf.

Elke ronding wordt benadrukt en hoewel mijn moeder me er vaak van verzekerd heeft dat ik een mooi meisje ben, voel ik me op de een of andere manier ongelooflijk ongemakkelijk.

Het voelt vreemd om me zo op te dirken voor mensen waar ik diep van binnen een enorme hekel aan heb, en door deze chique vertoning lijk ik mezelf verloren. 

'Hope, ben je klaar?' vraagt Luki onderaan de trap en ik veeg snel nog een haartje achter mijn oor voordat ik naar beneden loop.

Luki heeft voor deze gelegenheid alles uit de kast gehaald en ik moet een paar keer met mijn ogen knipperen om mezelf van deze nieuwe werkelijkheid te verzekeren.

Hij draagt een zwarte broek dat ietsjes te groot is maar hem alsnog goed staat, en een wit overhemd waar mijn moeder uren aan heeft gewerkt. Een zwart jasje dat ooit aan mijn vader toebehoorde maakt zijn verschijning helemaal af, en dit verzorgde, adellijke uiterlijk blijkt fantastisch bij hem te passen.

Als ik niet beter wist, zou ik zeggen dat hij tot de Muri's behoorde.

Hij slikt even als hij mij ziet, en ik weet niet of dat komt door trots of angst.

Het blijft akelig stil tussen ons, allebei geen idee hebbende hoe we de verloren band van broer en zus weer tot leven kunnen wekken.

Het wordt pas verbroken wanneer Maartje en Sara de hal betreden, en vrijwel meteen bewonderende kreetjes slaken.

'Je bent prachtig Hope,' zeggen mijn zusjes in koor, en Luki knikt instemmend.

'Dank jullie wel,' zeg ik, terwijl ik beide een kus op hun hoofd geef.

'Zullen we maar gaan dan?' vraagt Luki, en het zekere ongeduld in zijn stem verteld me dat ook hij opziet tegen deze avond.

Ik knik, geef de meisjes nog de instructies dat ze zich moeten gedragen vanavond en dat ze mam moeten helpen met het avondeten, en volg mijn broer daarna de deur uit.

Het is een zwoele avond, en de ondraaglijke hitte die Brack wel eens overmeesterd, word door een koele bries verjaagd.

Een tijd lang lopen we in stilte naast elkaar, allebei verzonken in onze eigen gedachten.

Ik zou er alles voor over hebben om te weten wat zich nu in zijn hoofd afspeelt, zou antwoorden willen hebben op honderden vragen die op mijn lippen branden en mijn huid verschroeien.

Ik wil weten waarom hij in de eerste plaats vriendschap heeft gesloten met dat verraderlijke volk, waarom hij zijn familie altijd op de tweede plaats zet, maar bovenal, wat hij heeft gedaan om zich de woede van Mendel op de hals te halen.

Ik wil hem vertellen dat de onzichtbare band en die eeuwige spanning tussen ons me vanbinnen kapot maakt, en ik zo graag weer met hem wil praten zoals vroeger.

Voordat mijn vader ons verliet, was Luki namelijk de grappenmaker van het huis. Gaf hij ons zoveel liefde dat hij er ons af en toe mee leek te verstikken. Hij praatte over gevoelens en lachte zonder reden. De executie heeft al zijn emoties uit zijn hart geslagen, heeft hem doen veranderen in een kil monster, en het lukt me niet om mijn oude broer terug te brengen.

'Hoe was je dag vandaag?' doe ik een poging om een gesprek op te bouwen, om ons door middel van woorden toch een beetje te verbinden.

Hij haalt zijn schouders op.

Hope in Eden- The Chronicles of Eden # Netties2017 Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu