~ Deel 17~

53 2 0
                                    

Zachtjes sluit ik de voordeur achter me dicht. Met mijn schoenen stamp ik het onkruid plat dat tussen de tegels door uitsteekt. Met mijn telefoon in mijn handen geklemd loop ik over de stoep. Het uiteinde van mijn paardenstaart kietelt in mijn nek. Ik doe mijn oordopjes in en tik het eerste nummer aan van mijn afspeellijst. Steeds snellen begin ik te lopen tot ik op een drafje door het park ga. Het is nog donker. Het park heeft en griezelige uitstraling. De schaduwen van de bomen dansen dreigend op het met bladeren bezaaiden pad dat door het bos kronkelt. De wind ruist door de takken wat een angstaanjagend geluid geeft. Alsof het me wilt waarschuwen. Voor de schaduwen. Stug zet ik door, en leg mijn vaste hardloop route af. Zoals ik elke zondag ochtend doe. Mijn verstand op nul. Met muziek dat door mijn oren dreunt.

Steeds snellen ren ik door het parkje dat om de paar meter wordt verlicht door een beschimmelde lantaarnpaal. Mijn haar beweegt bij elke stap die ik zet. Danst vrolijk mee met de muziek. De bladeren van de struiken ritselen met de wind. Ik begroet buiten adem een andere hardloper. Haar roze legging is al vanaf de brug te zien. Haar zwarte pet zorgt ervoor dat haar ogen niet te zien zijn. Ik ren door. Geen idee hoelang ik nu al hier ben. Maar wel langer dan normaal. Een steek vormt zich in mijn ribben. Alsof er iemand een mes tussen steekt. Steeds dieper. Ik adem zwaarder maar ga door. Snakkend naar adem verminder ik een beetje. Ik steek mijn armen in de lucht om de steek tegen te gaan maar tevergeefs. Het mes blijft steken. Aan beide kanten. Het gevoel dat ik achterna word gezeten is erger dan ooit. Een wedstrijdje. Wie is er sneller. Ik versnel mijn pas. Degene achter me volgt mijn voorbeeld. Ik zet mijn geluid afkomstig van mijn oordopjes uit. Mijn voetstappen weerklinken in het park. Nog harder. De blaadje kraken onder mijn Nikes. Mijn shirts is nat van het zweet. Nog steeds wordt ik gevolgt. Door een schaduw. Met een raspende adem die in mijn nek hijgt. Steeds dichterbij. Hij houd me bij, ook al ga ik harder. Wie gaat er winnen?

Snel, sneller, snelst.

Ik rist mijn vest tot de top. Pas bij de volgende lantaarnpaal durf ik om te draaien. Niemand. Je word gek Taylor. Mijn voeten volgen het pad dat een bocht maakt naar rechts. En daar, in de schaduw van de boom staat ze. Onder de dreigende tak die haar bijna pakt. Op haar gezicht zitten moddervegen. Haar haar zit vol met klitten. Veroorzaakt door modder,wind en bloed. De helft van haar bruin-blonde lokken hebben een rode gloed. Het druppelt op haar schouder en op de grond. Een grote rode plas. Ze veegt haar handen af aan de spijkerbroek die om haar benen plakt. Het laat een natte veeg achter. Ook haar shirt is niet meer wit. Alles behalve wit. Haar blauw-grijze ogen die normaal vrolijk schitteren, staren me dof aan. Net zo dood als zijzelf. De messen in mijn buik worden erger. Het worden er meer. Ze laten steeds diepere sneeën achter die later littekens worden. Littekens van het verleden. Waaraan je niet aan kan ontsnappen. Ik knipper met mijn ogen en weg is ze. Als een geest verdwijnt ze net zo snel als dat ze gekomen was.

Ik stop en buig voorover. Met mijn handen om mijn gebogen knieën steunend hap ik naar adem. Alsof het me laatste is. Uitgeput recht ik mijn rug en loop langzaam het pad af, het park verlatend. Opgelucht zie ik de kerk al staan. Als vertrouwd loop ik erheen. Langs de kerk, naar de achtertuin. 5de uit de 3de rij. Ik zie de steen al. De steen waar haar dood op gegraveerd is. Voor altijd. Ik kniel neer. De bloemen van vorige week zijn bruin geworden. En aantal blaadjes hebben het al begeven en liggen op haar graf. Wachtend tot de wind hun mee voert. Ik woel een beetje door het aarde. Onder mijn nagels hoopt het zich op. Waardoor ze nu niet meer wit maar bruin zijn.

Ik zet de overgebleven witte rozen een beetje recht. Met mijn hand glij ik over de steen. Over de letters van haar naam, haar leeftijd en haar sterven datum. Als ik wil opstaan, zie ik een wit puntje in het aarde liggen. Met mijn vieze handen grijp ik ernaar. Voorzichtig trek ik het er uit. Een envelop. Nieuwsgierig maar ik het open er zit een foto in. Ik haal hem eruit en draai het om, zodat ik kan zien wat erop afgebeeld is. Van schrik laat ik het vallen. Ik sla mijn handen voor mijn mond. Nee. Nee dit kan niet. Dit is niet echt. Dit is een grap, bewerkt! Met trillende vinders pak ik de foto weer op. Maar het is niet nep. Ze is het echt. Met open mond ligt ze op de betonnen grond. Bloed sijpelt eruit. Vermengt zich met kwijl en tranen. De dag dat het allemaal gebeurde. De zwarte bladzijde uit mijn boek. Letterlijk de hel. Ik geef over. In de bosjes aan de rand van de begraafplaats. Ik begin te gillen, niet wetend wat ik ermee wil bereiken. Maar ik gil de longen uit mijn lijf.

Hello,
Ik heb volgende week een PTA-week dus waarschijnlijk ben ik iets minder actief. (Of niet aangezien ik te lui ben om te leren😂) maar voor het geval dat. Daarom binnenkort snel weer een deel.

Xx me💕

Goodbye (shawn mendes)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu