7

15 4 0
                                    

Ik was een met de schaduwen. Het duister omhulde me als een tweede huid. De wind speelde wild met mijn vuurrode haren. Hij likte aan mijn donkere cape en capuchon, alsof hij mijn gedaante wilde onthullen. Ik glimlachte achter de duisternis. Mijn gedaante zou niet onthuld worden. Nog niet. Mijn wolf volgde geluidloos het spoor van paardenhoeven dat zich voor me uitstrekte. Zijn zachte poten kwamen stil en soepel terecht op de gevallen perzik bloesems. Telkens als hij ze aanraakte kleurde ze voor enkele seconden zwart. De duisternis overwon voor enkele seconden de prachtige onschuld van de bloesems. Net zoals bij de kersenbloesems. Het duister zou altijd overwinnen. De wind sloeg me in het gezicht en ik rook haar duidelijk. De geur van wilgen, frisse bladeren en vrijheid. Bah. Haar paard was zo ontzettend sloom dat ik haar binnen een minuut ingehaald zou hebben. Even overwoog ik de mogelijkheid. Haar dood zou snel en soepel gaan. Ik zou eerst al haar ravenzwarte haren uitrukken en daarna een mes in haar buik steken. Geen greintje pijn of bewijs. Haar lijk kon ik zo in het meer dumpen. Maar dat was niet mijn stijl. Lijden zou ze, die trut. Lijden voor alles wat ze van me had afgepakt. Voor alles wat ze me had aangedaan. De jaren van pijn en boetedoening. Ik wreef over mijn rug, waar de twee bobbels nog duidelijk te voelen waren. Ze moest en zou boeten. Nog even wachten, dan had ik eindelijk mijn zoete wraak. Willow zou niet lang meer te leven hebben.

Cherry Blossom sagaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu