~Cheryl~
Het kampvuur wierp grillige schaduwen over het stoffige zand. De berkenbomen werden verlicht door de helderrode vlammen, waardoor hun witte basten een vreemde oranje gloed kregen. De vlammen verspreidden een verstikkende hitte, die mijn wangen felrood kleurde. De rook drong mijn longen binnen en maakte me licht in mijn hoofd. Er werd gelachen, gedanst en gedronken. Heel veel gedronken. Liters bier werden achterover geslagen en ook de wijn vloeide rijkelijk. Iedereen was uitermate vrolijk. De mannen van Noël dansden als indianen rond het kampvuur. Lachend pakten ze elkaar bij de arm en gooiden hun pullen met bier in de lucht. Hun kleren en haren waren doordrenkt met drank. Ruige dronkemanslieden werden gezongen door degenen die aan de zijkant naar het schouwspel keken. Ze hadden elkaar bij de schouders gepakt en bewogen wild van links naar rechts. Hun stemmen waren rauw van al het zingen maar van ophouden hadden ze nog nooit gehoord. Willow vermaakte zich ook uitstekend. Ze hing al de hele avond aan de lippen van Noël. Hij vertelde haar ongetwijfeld over al zijn reizen en 'heldendaden'. Een hoop opschepperij als je het mij vroeg, maar Willow dacht daar duidelijk anders over. Ze staarde dromerig naar Noël. Zijn ogen sprankelde in het licht van het vuur. Ik snapte wel wat ze in hem zag. Hij was knap. Daar was geen twijfel over mogelijk. Met zijn donkere haren en lichte ogen stal hij het hart van elke vrouw. Hij had een getraind lichaam en was enorm gespierd. Welke vrouw wilde nou niet zo'n man? Maar wat hem pas echt prachtig maakte was zijn uitstraling. Hij had een soort van levenslust over zich heen die enorm aantrekkelijk was. Hij was bijna altijd goedgehumeurd en positief. Het tegenovergestelde van mij. Een paar jaar geleden viel ook ik als een blok voor deze knappe man. Maar al snel kwam ik erachter hoe ongelooflijk gevaarlijk hij was. Hij was een verrader. Niets meer dan een vuile moordenaar. Net zoals Roan was hij een van de personen die er totaal geen moeite mee had onschuldige mensen van kant te maken.
Ik kreunde. Hoe was ik nou weer in deze situatie terecht gekomen? Alles leek vrolijk en gezellig. Niks aan de hand, zou je zeggen. Maar ik wist dat het slechts een kwestie van tijd was voordat we in de problemen zouden komen.
Plots voelde ik een koude hand op mijn schouder. Verbaasd draaide ik me om. Ik keek recht in de zeeblauwe ogen van Carlos, een van de vrienden van Noël. Ik rolde met mijn ogen. Daar begonnen de problemen al.
"Hey" zei hij terwijl hij nonchalant zijn hand door zijn haar haalde.
"Hey" er klonk een lichte argwaan door in mijn stem. Ik wist dat dit soort jongens altijd iets van je wilde. Maar toevallig was er ook iets wat ik van de jongens wilde.
"Ik zag je hier zo alleen zitten. Ik dacht ik kom er even gezellig bijzitten." Hij vleide zich naast me neer op de boomstam, die ik als een soort bankje gebruikte.
"Ik ben graag alleen."
"Geen enkel meisje kan toch nee zeggen tegen wat mannelijk gezelschap." Losjes legde hij zijn arm om mijn schouder.
Het was me meer dan duidelijk wat hij van me wilde.
Ik glimlachte vilein naar hem. Als hij hier toch was, kon ik hem net zo goed gebruiken.
"Nee, daar heb je natuurlijk gelijk in."
Hij grijnsde breed naar me. Zijn gezicht was nu zo dichtbij dat ik de alcoholgeur die uit zijn mond kwam duidelijk kon ruiken. Hij was overduidelijk dronken.
"Zo dus je bent een grenswachter, dat moet vast erg zwaar werk zijn." Dit soort jongens hielden ervan als ze bewonderd werden. Alles ging hun om status en om het geld natuurlijk.
Grijnzend haalde hij zijn schouders op.
"Ja het is heel erg zwaar werk. Maar we houden er zo veel goede dingen aan over. Status, rijkdom, mooie vrouwen.." zijn blik bleef net iets te lang hangen op mijn borsten.
Ik deed net alsof ik bloosde. Verlegen sloeg ik mijn ogen neer. Hij trok me nog iets dichter tegen zich aan. Hij boog zich voorover en zijn lippen raakten de mijne. Ik duwde ik hem zachtjes terug.
"Laten we wat privacy opzoeken." Fluisterde ik zachtjes in zijn oor.
"Jij hebt er wel zin in." Hij bekeek me met een roofdierachtige blik.
Ik legde mijn vinger op mijn lippen en trok hem mee het bos in.
Toen we aan het zicht onttrokken werden door de enorme berkenbomen, begon hij me meteen heftig te zoenen.
Zijn handen gleden hebberig over mijn lichaam.
Ik liet hem zijn gang gaan, maar tegelijkertijd gleed mijn hand naar mijn laars. Ik moest dit maar heel even verdragen, dan kon ik hopelijk krijgen wat ik wilde. Ik voelde weer het vertrouwde gevoel van het heft van mijn kersenhouten mes. Met een soepele beweging trok ik het eruit. Toen ik deed alsof ik hem door zijn nek wilde strelen, drukte ik het mes stevig tegen zijn keel. Met alle kracht die ik had ramde ik hem tegen een boom en pinde hem stevig vast. Hij kon geen kant op.
Hij was nogal traag door de drank, dus hij maakte geen schijn van kans.
"What the fuck is dit?" Lispelde hij.
Ik glimlachte vals en streek met het mes bijna liefkozend over zijn keel.
"Ik heb een paar vragen, die jij wel voor me zou kunnen beantwoorden denk ik zo."
Woedend probeerde hij zich te bevrijden uit mijn greep, maar de alcohol had hem zwak gemaakt.
"Dat zou ik maar niet proberen als ik jou was. Binnen een paar seconden lig je hier dood op de grond. Ik denk niet dat iemand je zou missen met die gladde praatjes van je."
"Trut die je bent. Alle vrouwen van jouw soort zijn trutten."
"Let op met wat je zegt." Om hem te waarschuwen drukte ik het mes nog steviger tegen zijn keel. "Ik wil je alleen maar een paar vragen stellen. Waarom doen jullie net alsof jullie grenswachters zijn?"
Ik had al vanaf het begin gezien dat het allemaal toneelspel was. Ik onthield altijd alle details. Ik had genoeg echte grenswachters gezien om er zeker van te zijn dat zij dat niet waren. Hun capes leken erg op die van echte grenswachters, maar hadden een ander embleem. Bovendien gebruikten ze heel andere wapens. Ik wist dat er iets achter zat, meer dan rijkdom, macht en mooie vrouwen. Ik had echter geen flauw idee wat.
"We zijn echte grenswachters." Probeerde hij nog. Maar het kwam er niet erg overtuigend uit.
"In een eerste oogopslag zien jullie er inderdaad zo uit. Maar echte grenswachters komen niet uit het hof van de Kersenbloesems. Bovendien zouden ze nooit zomaar indringers laten gaan. Dus ik vraag het je nog een keer. Waarom doen jullie in godsnaam alsof jullie grenswachters zijn?!"
De doodsangst stond nu in zijn ogen te lezen. Bibberend ademde hij uit.
"Het was Noël's idee." Begon hij snel. "Ik heb hier niks mee te maken."
"Ja, ja. Liegen tegen mij heeft geen zin. Vertel me wat je weet." Ik drukte hem nog wat steviger tegen de boom aan.
Vuil keek hij me aan.
"Noël vermoordt me." Fluisterde hij meer tegen zichzelf dan tegen mij.
"Oké dan. We zijn gekomen voor dat vriendinnetje van je."
Verbaasd staarde ik hem aan.
"Willow? Hoe bedoel je?"
Hij lachte op een enge manier. Zijn ogen hingen een beetje door de alcohol en zijn gezicht zag er plots enorm creepy uit.
"Noël is gekomen om haar te vermoorden."
Ik aarzelde niet en rende meteen terug naar de kampvuurplaats. Carlos liet ik maar voor wat hij was. Het was belangrijk dat ik zo snel mogelijk bij Willow was. Dit was gevaarlijk. Zeer gevaarlijk. Ik moest Willow hier weg zien te krijgen. Alle vragen die zich in mijn hoofd opdrongen moest ik later maar zien te beantwoorden. Ik had weinig tijd. Ik hoopte maar dat ik niet te weinig tijd had.
Mijn hart stond stil toen ik de kampvuurplaats zag. De mannen waren nog steeds aan het dansen en drinken maar het bankje waar Noël en Willow hadden gezeten was leeg. Akelig leeg.

JE LEEST
Cherry Blossom saga
FantasyEen rijk wordt verscheurd door een hevige oorlog tussen de verschillende hoven. De zeventienjarige Willow gaat zinderend naar wraak op zoek naar de moordenaar van haar broer. Haar reis wordt echter verstoord als ze onvrijwillig meegetrokken wordt in...