♥ 6. Junkies en zwervers

22 7 10
                                    

Lovie_2004

Ze liep achter haar langs, nu zag ze duidelijk dat het inderdaad die vrouw was die ze ook bij Santoz voor de zaak had gezien. Zou ze haar aanspreken? Maar ja, wat zou ze tegen haar moeten zeggen? Ze was al te ver voorbij en had al te lang geaarzeld om nog naar haar toe te lopen.
De dierenwinkel was pal voor haar neus en na enig zoeken vond Esther een grappige, plastikke badeend, ideaal voor Boef om mee te spelen. Met een tasje in haar hand geklemd liep ze de zaak weer uit en keek even heen en weer. 'Een kledingzaak..... waar kan ik die vinden?' dacht ze bij zichzelf, 'want als Erik nog één keer die spuuglelijke das om doet, dan eet ik mijn pantoffels op!'

Het was nog een heel gedoe om een geschikte das te vinden, maar uiteindelijk kocht ze een beige das van een mooie zachte stof. Die zou perfect bij Eriks jas passen. De lucht van gebakken patat drong haar neus binnen, even verderop stond patatkraam De Koning, met de lekkerste patat van de hele stad. Het water liep haar in de mond en zoals in de tekenfilms leek dit luchtje haar wel naar de kraam toe te trekken. Jammer dat Manon er nu niet was, die hield ook wel van een lekker patatje. Esther besloot haar beste vriendin binnenkort gauw weer eens te bellen voor een leuk avondje uit.

Gelukkig was het niet druk bij de patatkraam en ze bestelde één patat met. "Of nee! Wacht!" riep ze. Ze dacht heel even na en maakte toen een beslissing, "nee, doe er maar twee. En doe er ook maar een kroket bij." Ze rekende af en liep al etende richting de uitgang van het winkelcentrum. 'Zou ze er nog zitten?' dacht Esther.

De vrouw zat nog altijd op het lage muurtje, vlakbij de uitgang. Ze zat er zo stilletjes met haar witte tas dat Esther begon te denken dat ze misschien wel ziek was of zo. Ze keek even naar haar tas met patat. Een bedrukt gevoel klemde op haar borst, ze wilde graag de patat aan haar geven, maar ze durfde niet zo goed. Plotseling stond de vrouw op, pakte haar tasje en liep kalmpjes weg. Esther liep vlug achter haar aan. "Mevrouw! Mevrouw!"

Verbaasd keek de vrouw achterom en keek Esther vragend aan.

Voorzichtig kwam Esther dichterbij. "Ik eh.... ik heb iets voor u." Met een verlegen gebaar stak ze de tas met patat naar haar toe, "ik dacht dat u misschien wel honger zou hebben."

De vrouw fronste heel lichtjes haar wenkbrauwen en pakte aarzelend de tas met patat en kroket aan. "Dat is erg vriendelijk van u... zeg, heb ik u niet al eens eerder gezien?"

Het viel Esther op hoe netjes ze sprak, ze had een heel ander taalgebruik verwacht van zo'n... dakloze. Haar kleding was wel vuil en haar half lange, donker bruine haren waren overduidelijk al een tijdje niet gekamd, maar ze sprak keurig abn. "Ik heb u eerder gezien op een bankje bij de Remmervaart, ik heb u toen en bord spagheti gebracht."

De vrouw hield haar hoofd even naar beneden en sprak zacht. "Ik vind het echt heel erg aardig van u, maar... waarom steekt u zoveel moeite in mij? Ik ben gewoon maar een waardeloze zwerver. In elk geval bedankt."

Ze wilde alweer weglopen maar Esther liep snel met haar mee. "Zo denk ik helemaal niet over u, voor mij bent u niet gewoon zomaar een of andere zwerver, voor mij bent u een mens en ik dacht... misschien kan ik u ergens mee helpen." Nu verscheen er een glimlach op haar gezicht, de vrouw stak haar slanke hand uit, "U bent de eerste sinds maanden die iets aardig tegen me heeft gezegd... en iets aardigs voor me heeft gedaan. Ik waarder het heel erg." Ze pakte de hand van Esther stevig beet en schudde hem. "Mijn naam is Maria Hartman."

"Esther van Tiggelen en zeg maar gewoon jij hoor." Ze wees naar de tas, "hier, eet maar op joh, nu is het nog lekker warm. Je zal wel honger hebben."

Maria opende de tas, nam de kroket er uit en nam gretig een hap. "Om eerlijk te zeggen heb ik al na de spaghetti niets meer gegeten... ik leef nu al zo'n tien maanden op straat, ik zou graag weer mijn leven opbouwen maar als je eenmaal op straat bent beland gaat dat gewoon niet. Niet zonder hulp."

Esther twijfelde of ze dit nu wel of niet kon vragen. "Mag ik vragen hoe je op straat bent beland?

Maria keek voor zich uit en zuchte. "Nou ja, om kort te zijn, mijn ex-man was niet echt aardig tegen me, ik wil er liever niet teveel over praten."

Toen besloot Esther iets waar ze misschien wel eens spijt van zou kunnen gaan krijgen, maar ze wilde Maria zo graag helpen en als ze dat wilde doen was het nu of nooit, misschien zou ze haar nooit meer terug zien.
"Weet je wat," zei ze tenslotte, "kom een tijdje bij mij logeren. Dan kan je lekker douchen, nieuwe kleren aan, gratis mee eten en kijken hoe je je leven weer op de rails wilt krijgen!"

Hier schrok Maria van. "Nee! Nee! Dat kan ik echt niet aannemen."

"Ach jawel, ik wil het graag, toe. Kom gewoon een poosje bij mij logeren. Ik ken je dan wel niet, maar het voelt alsof ik je al jaren ken, ik weet niet waarom. Ik heb dit nog nooit eerder gedaan."

Maria pakte Esthers handen en keek haar met tranen in haar ogen aan. "Ik weet gewoon niet wat ik moet zeggen. Nog nooit is iemand zo lief voor me geweest. Ik neem je aanbod heel graag aan."

Het Geheim Van SantozWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu