19

1.5K 67 6
                                    


Ik ga op mijn bed liggen. Misschien heeft Maya wel gewoon gelijk, misschien moet ik het Adam gewoon vertellen. Hij kan me misschien wel helpen, aangezien hij ook over het bestaan van het kruid wist. 

'Hai Lily, wat is er?' Begroet Adam mij.

'Hey, ik wil je eigenlijk iets vertellen.'

'Is goed, wat wil je me vertellen?' Vraagt hij. Ik vertel hem over mijn zoektocht naar het kruid in het bos, en dat Maya mij midden in de nacht moest ophalen omdat ik verdwaald was. 

'Lily, daar moet je echt niet alleen heen gaan, en al helemaal niet in de nacht.' 

'Sorry, maar ik dacht daar toen niet over na.' 

'Darius loopt daar ook rond in dat bos met al zijn handlangers. Als hij jou had gevonden, was jij waarschijnlijk nu niet hier.' Verteld hij. Ik zucht, hij heeft gelijk. Ik had dat nooit moeten doen, dat was een domme zet. Maarja, daar kan ik nu niets meer aan veranderen. 

'Ik had beter moeten nadenken.' Geef ik toe. 'Maar zou jij mij misschien kunnen helpen?' Vraag ik hoopvol. Ik hoor Adam zuchten. 'Alsjeblieft?'

'Vooruit, omdat jij het bent.' Zegt hij. 'Maar, je moet mij beloven dat je daar nooit meer in je eentje heen gaat.' 

'Beloofd. Wanneer gaan we?' Vraag ik.

'Wanneer wil je?' 

'Zo snel mogelijk.'

'Heb je vanavond tijd?' 

Om half zeven vertrek ik naar het bos. Ik rijd naar de afgelopen plek. Wanneer ik aankom zie ik dat ik niet de enige ben. Nathan, Aaron, Cody en Maya zijn er ook. Ik stap uit en loop gelijk naar Adam toe.

'We zouden dit toch met z'n tweeën doen?' Fluister ik geïrriteerd in zijn oor. 

'Als we met z'n tweeën Darius en zijn handlangers tegen komen, maken we geen schijn van kans.' Verteld hij. Ik zucht. Maya kijkt me aan met haar bitchface. Een ding is zeker, ik ga geen sorry zeggen. Zij moet gewoon niet zo de baas over mij spelen. 

We lopen met z'n allen het bos in, Adam gaat voorop. Er lijkt geen einde aan te komen. 

'Zullen we opsplitsen? Dat gaat waarschijnlijk sneller.' Stelt Nathan voor. Iedereen stemt in, we maken twee groepen, ik zit in de groep met Aaron en Adam. Wij gaan de rechterkant op, en de anderen de linkerkant. 

-

'Waarom wil je geen weerwolf meer zijn?' Vraagt Aaron plotseling. 

'Het veroorzaakt alleen maar problemen.' Mompel ik. Hij knikt en we lopen weer verder. Aandachtig kijk ik om me heen opzoek naar iets wat lijkt op een kruid. 

'Gaat het nog lang duren?' Vraagt Aaron dan aan Adam. Kan die gast niet even stil zijn. 

'Geen idee.' Antwoordt hij. 

'Dit is echt nutteloos.' Zucht Aaron. 'Denken jullie nou echt dat we het gaan vinden?'

'Niet als jij zo blijft zeuren.' Zeg ik geïrriteerd. Waarom moest hij nou mee? 

Na een lange tijd lopen komen we aan bij een grote open plek, de zon is al half ondergegaan. Adam rent naar het midden van die open plek. 

'Wat is er?' Vraag ik. Zonder antwoord te geven gaat Adam op zijn hurken zitten, ik loop naar hem toe en tik hem op zijn rug. 

'Wat is er?' Herhaal ik. 

'Volgens mij hebben we het gevonden.' Zegt hij en hij kijkt vol ongeloof naar het kruid. Aaron komt ook bij ons staan. Ik pak mijn mobiel en bel de anderen om te zeggen dat ze hierheen moeten komen. Wanneer ik heb opgehangen stuur ik de locatie door. 

'We zijn nog net optijd.' Hoor ik een bekende stem achter mij zeggen, we kijken op. Darius en zijn handlangers. Shit! 

'Snel pak het!' Zeg ik tegen Adam. Al snel komt Darius dichterbij en grist zo het plantje uit Adam's handen. 

Wolf EyesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu