25

1.2K 57 1
                                    


'Zullen we maar eens gaan slapen?' Vraagt Maya waarna ze gaapt. Ik kijk op de wekker, het is al vijf uur 's ochtends. 

'Ja, ik vind het goed.' Zeg ik en ik neem een fijne houding aan. Al voor we het weten liggen we te slapen. 

Ik wordt wakker van een raar geluid, ik probeer zo stil mogelijk te zijn, aangezien ik Maya niet wakker wil maken. Plots hoor ik het geluid weer, ik sta op uit bed en kijk om me heen. Niets. Het geluid blijft zich herhalen. Ik open mijn kamerdeur en loop richting de trap. Het geluid komt van beneden. Even twijfel ik of ik wel naar beneden moet gaan, maar ik ben te nieuwsgierig. Hoe verder ik de trap af loop hoe dichterbij het geluid komt, langzaam aan wordt het geluid duidelijker. Het klinkt als een kind, een meisje. Het klinkt alsof ze telkens iets herhaald. Wanneer ik beneden ben loop ik naar de woonkamer deur. Mijn hart klopt als een gek! Ik haal diep adem en open de deur. Gelijk voor mijn ogen staat een klein meisje die me bekend voorkomt. Ik voel mijn hart even stoppen met kloppen, maar vervolgens gaat het weer verder. Het meisje draagt een wit jurkje en hoge kniekousen, ze ziet er bleek uit, lijkbleek. Opeens besef ik me iets, dat meisje ben ik, maar dan toen ik een jaar of vijf was. Hoe kan dit? Heb ik een of andere drugs geslikt waardoor ik aan het hallucineren ben ofzo? 

'Volg mij.' Zegt het meisje. 'Volg mij.' Herhaalt ze telkens. Dit kan niet echt zijn, ik moet wel iets geslikt hebben! 'Volg mij.' Gaat het meisje door en ze begint te lopen. Ik loop achter haar aan, plots stopt ze met lopen. 

'Open de achterdeur en loop naar buiten.' Draagt ze me op. Ik kijk haar even aan waarna er een glimlach op haar gezicht verschijnt. De sleutel zit al in de deur, voorzichtig draai ik hem om. Ik trek de deurklink naar beneden en open de deur. De koude wind suist langs me, waardoor er een rilling ontstaat. Veel kan ik niet zien, aangezien er een dikke laag mist hangt. 

'Loop naar buiten.' Zegt het meisje. Moet ik dit wel doen? Wie weet staat daar dalijk een seriemoordenaar die mijn keel gaat doorsnijden. Ik besluit om niet door te lopen, het kan te gevaarlijk zijn. Langzaam zet ik wat kleine stapjes naar achter. Het meisje staart mij vragend aan. 

'I-ik, ik kan dit niet.' Zeg ik en ik draai me om. Het meisje komt voor me staan. Haar lieve glimlach verandert in twee strak op elkaar gelegde lippen. Haar ogen gaan van schattige grote ogen, naar ogen vol met vuur. 

'Loop naar buiten!' Roept ze boos. Ik schud mijn hoofd, bang voor de gevolgen. Maar no way dat ik naar buiten ga.  'Loop naar buiten!' Blijft ze herhalen. Ik blijf stil staan, zonder een beweging te durven maken. Plots verschijnt er nog een meisje, precies dezelfde kleren, precies hetzelfde hoofd, precies dezelfde kleine ik. Ze loopt op me af. 

'Loop naar buiten!' Herhalen ze samen in koor. Voor ik het weet is er nog één van deze meisjes, en nog één, en nog één. Het blijft maar doorgaan. 

'Oké, ik ga naar buiten.' Mompel ik zachtjes. Alle meisjes blijven stil en kijken me aan. Langzaam loop ik richting de deur en verdwijn ik in de mist. Er is niets anders te zien dan mist, ik kijk naar achteren, maar de deur is ook al niet te zien. Ik blijf recht vooruit lopen in de hoop dat ik niet tegen een boom aan loop. Opeens verschijnt er een oranje gloed, een kampvuur. Voorzichtig loop ik erheen. Langzaam verdwijnt de mist om mij heen en vormt er een cirkel zonder mist. Wanneer het weer wat helderder is zie ik twee stoelen, met twee personen erop vastgebonden. Mama en papa. 


Woww, waarschijnlijk denkt iedereen echt zo van "wtf?" Ik begrijp het. Haha! Waarschijnlijk wordt in het volgende hoofdstuk alles wat duidelijker! 

Wolf EyesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu