Nummer vier

234 16 3
                                    

'Besluiteloosheid en angst zijn voor de geest en ziel wat de pijnbank is voor het lichaam.' - Nicolas Chamfort

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Maddison had het vast niet goed gehoord. Hoe kon zij nou in gevaar zijn. Ze was omring door drie mannelijke, koninklijke vampieren. In haar hoofd herhaalde ze deze zin nog een keer. Drie mannelijke, koninklijke vampieren. Maddison besloot dat ze nog nooit zo'n dom moment in haar leven had gehad als nu. Natuurlijk was ze in gevaar. Ze werd omring door drie mannelijke, koninklijke vampieren. Zij vormden niet eens het grootste gevaar. Er waren vast vrouwelijke vampieren, exen, die heel erg jaloers waren op dit moment. Of vampieren die de macht wouden pakken en haar als een zwakke plek beschouwden. Het meisje kwam weer voorbij lopen. 

'U moet zich zo normaal mogelijk gedragen.' zei ze zachtjes. Daarna liep ze weer verder. Ze had haar handen vol met schone borden. Maddison bedacht dat ze gelijk had en begon heel langzaam haar omelet op te eten. Ondertussen observeerde ze het meisje. Die liep waarschijnlijk naar haar leidinggevende toe. Ze wees een paar keer Maddison's kant op. De man keek ook Maddison's kant op en knikte begrijpelijk. Daarna kwam ze naar Maddison toe lopen. 

'Ik heb gezegd dat ik ben aangewezen als je dienstmeid. Nu kan ik overal met je mee naar toe en is het niet raar als wij samen gezien worden.' zei het meisje. Maddison knikte en dacht even na.

'Het is wel handig als wij elkaars naam weten.' zei Maddison. Ze was ook wel benieuwd naar de naam van het meisje. 

'Oh maar uw naam weet ik al hoor. Ik weet dat u Maddison heet, maar ik zal u gewoon aanspreken met mevrouw.' zei het meisje schouderophalend. Ze pakte het bord van Maddison en bracht het naar de keuken. Maddison keek nog eens naar het meisje. Ze had haar lange blonde haren in een paardenstaart gedaan, zodat ze er tijdens het werken geen last van zou hebben. Het was een mooi meisje. Klein en schattig. Ze deed een beetje denken aan het jongere zusje van Maddison. Maddison voelde een steek in haar hart toen ze dat dacht. Haar ouders dachten waarschijnlijk toch wel dat ze dood was. Het meisje kwam weer terug lopen.

'Ik wil jou naam wel graag weten. Ik moet de jongens kunnen overtuigen dat ik jou als mijn dienstmeisje wil, maar dan moet ik wel je naam weten.' besloot Maddison. Ze had een plan bedacht om ervoor te zorgen dat het meisje daadwerkelijk haar dienstmeisje kon worden. 

'Ik heet Chris.' zei het meisje. Maddison keek haar bedenkelijk aan.

'Is het een afkorting voor een naam?' vroeg ze aan Chris.

'Naa, nou ja, volgens mij voor Christina, maar ik word mijn hele leven al Chris genoemd.' zei Chris. Ondertussen liepen ze naar Maddison's kamer. 

'U moest trouwens naar de bibliotheek toch?' vroeg Chris zich hardop af.

'Ja, ik wil hem heel graag bekijken, maar ik moet echt even afstand nemen van die jongens. Emotioneel ben ik al een wrak omdat ik plotseling hier ben in plaats van thuis en dan gaan ze ook nog met mijn emoties spelen. Een paar dagen zonder kan geen kwaad lijkt me.' zei Maddison glimlachend. Ook Chris lachte. 

'U heeft gelijk. Al zouden veel meisjes een moord doen om in uw positie te zitten.' zei ze. 

'Ik weet het, maar geloof me, ik heb nog nooit zoveel gehuild. Ik ben een sterk meisje, maar die jongens kregen mij zo snel aan het huilen, dat ik mij afvraag of ik hier wel goed zit.' zei Maddison met een droevig gezicht. Ze deed de deur van haar kamer open. 

'Ja, vast wel. De Royals kiezen u niet zomaar uit. U kunt van mij aannemen dat er best veel meisjes voor u zijn geweest en die hebben het niet eens zo lang volgehouden.' zei Chris bemoedigend. Maddison ging op een stoel zitten en Chris nam plaats tegenover haar op de bank. 

Honger 》NIEUWSGIERIGWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu