dark snow

*Mike & Blaze

(Mike)

Ik sta in het bos. Overal is vuur. Ik ben in paniek. Naast me staan twee meiden en een jongen. Ook staan er 3 wolven. 'rustig' zegt een van de meiden. 'het is mijn schuld, ik verwoest alles' hoor ik mezelf zeggen. 'rustig Mike, we doen dit samen' zegt een jongensstem in mijn hoofd. 'nee' zeg ik. 'je moet rustig worden' zegt het andere meisje. 'nee ik kan dit niet' roep ik weer. Een zee van vlammen komt van me af en zet een nog groter deel in brand. Ik hoor een gil...

Ik word wakker. Vol zweet en hijgend zit in mijn bed. Mijn vader komt binnen. 'Verdomme, Mike het is midden in de nacht' zegt hij boos en hij loopt op me af. Ik doe mijn ogen en voel na een paar seconde mijn wang gloeien. Ik word boos maar hou me in om hem niet terug te slaan. Ik blijf wakker terwijl mijn vader weer naar bed gaat. Ik kleed me om. Ik wil hier weg. Ik heb hier toch niks meer. Mijn moeder is door "stres" gestorven en ik ben enig kind. Ik doe de eerste beste kleren aan en klim uit mijn raam. Zodra ik beneden ben, ren ik het bos in waar ik naast woon.

Na ik denk een uur te hebben gelopen ben ik te moe om verder te gaan. Ik ga tegen een boom zitten en sluit mijn ogen. De stilte van het bos is bevredigend en ik voel me langzaam in slaap vallen. Plots hoor ik door de stilte geritsel. Als ik mijn ogen open doe staat er een wolf voor me. ik schrik maar dan zie ik dat hij helemaal niet in mij geïnteresseerd is. De wolf kijkt naar mijn hals. Ik kijk naar de ketting die ik van mijn moeder had gekregen toen ze op sterven lag. Het is een vleugeltje van rode japis die ik laatst had gevonden. Ik weet niet waarom ik hem heb gehouden, misschien als symbool om ooit weg te gaan van mijn vader. De wolf loopt naar me toe en snuffelt aan de ketting. Het lijkt of hij wilt dat ik hem geef. Ik zucht 'hier, ik denk dat hij jou gelukkiger maakt dan mij, het heeft nu geen betekenis meer' zeg ik en ik doe de ketting bij de wolf om. De wolf kijkt me aan en legt dan zijn poot op mijn borst. Daarna kijkt hij me aan. 'ik ben blij dat ik je gevonden heb' zegt de de stem uit mijn droom. 'Wie zei dat?' vraag ik. 'ik, niet schrikken, luister. Ik met jou communiceren, we zijn partners' zegt hij. 'Wat bedoel je?' vraag ik. 'Ik leg het je onderweg uit, ik ben Blaze' zegt de stem en de wolf draait zich om. 'kom we moeten naar de andere' zegt hij en opeens begint hij te huilen. Ik hoor drie andere wolven terug huilen. 'klim op mijn rug. We moeten door het bos naar een open plek.' Zegt Blaze. Ik klim op zijn rug en hij begint te rennen.

we komen aan bij een openplek en drie wolven staan te wachten. Een is wit, een is goud en een is zwart 'de rest slaapt, jouw partner heeft zijn eigen bed ik breng hem er wel heen' zegt volwassen stem. 'sinds wanneer ben jij terug en zo behulpzaam? 'vraagt Blaze. 'sinds hij contact heeft gemaakt met zijn partner' zegt een meisjesstem. 'wie is de pechvogel?' vraagt Blaze. 'pas op hè, Blaze! 'Gromt de witte. 'nou ze is toch ook een beetje een pechvogel, ze heeft alleen ons nog na het ongeluk' zegt een jonge jongensstem. 'wat is er gebeurt?' vraagt Blaze. 'auto-ongeluk aan de oostrand, haar ouders zijn beide dood en net gevonden.' zegt de volwassen stem. 'wow heftig' zegt Blaze. 'maar goed, zullen we je partner naar z'n bed brengen?' vraagt de witte wolf. Ik klim van Blaze en volg hem naar een vervallen huis. We lopen door de gangen en ik word naar een kamer gebracht met een bed. 'morgen krijg je uitleg en stellen de andere zich voor, probeer eerst nog wat te slapen' zegt Blaze. Ik knik en ga slapen.

(Delia)

Ik word wakker en ga naar buiten. Ik ben de laatste. Buiten zitten Snow, Nate, Isabella, nigro, lux, een jongen die ik niet ken en een wolf die ik niet ken. 'Delia, dit zijn Mike en Blaze, we hebben ze net alles uitgelegd. Blaze en Mike hebben samen de kracht van het vuur' zegt Snow. De jongen staat op. 'ik ben Mike' zegt hij. 'Delia, leuk je te ontmoeten' zeg ik. 'Ik ben Blaze' zegt een rode wolf. 'Delia, de partner van Snow' zeg ik. 'Leuk je te ontmoeten, hopelijk kunnen we goed samenwerken' zegt hij. 'Insgelijks' zeg ik.