Ik zat aan mijn eentje aan de ontbijttafel. Marieke was nog steeds niet thuis gekomen en ik begon me zorgen te maken. Ik had haar al meerdere berichten verstuurd en gebeld, maar steeds als ik haar probeerde te bellen kreeg ik: 'Dit is de voicemail van Marieke, spreek vooral niks in, ik luister het toch niet terug' te horen. Wat kon ik doen? Ik wist niet eens waar ze heen was en ook niet met wie. Ik zou maar gewoon af moeten wachten en als ze vanavond nog niet terug was zou ik de politie bellen. Ik pakte mijn telefoon en toetste het nummer in van de school waar ik vandaag een presentatie zou gaan geven. Ik zei dat ik erg ziek was en verzette de afspraak naar volgende week. Hoe kon ik een presentatie houden als Marieke weg was?
Ik werd wakker van het geluid van een douche. Douche? Tess douchte 's ochtends nooit. Ik opende mijn ogen en keek de kamer rond. 'O mijn god' was het enige wat ik uit kon brengen en keek naar degene die met zijn rug naar me toe naast me in het bed lag. Nee, laat het niet waar zijn. Zo snel mogelijk klom ik het bed uit en trok mijn kleding aan. Wat was er gebeurd? Terwijl ik mijn shirt aantrok stootte ik met mijn elleboog tegen de kast en vloekte. 'Wat doe je?' vroeg hij opeens. Ik keek hem verschrikt aan en kon nu pas zijn gezicht zien. Michael... 'Weg' was het enige wat ik zei en ik trok mijn schoenen aan. 'Waarom? Heb je een vriendje? Je hebt er gisteravond niets over gezegd' vroeg hij met een schorre stem. Hij ging op zijn rug liggen en haalde zijn handen door zijn haar. 'Ik heb geen vriendje' antwoordde ik nijdig. 'Nou wat is het probleem dan?' vroeg hij lichtelijk geïrriteerd. 'Ik heb een vriendin'.
'Wat?' lachte hij en hij ging rechtop zitten. 'Ik weet niet wat er gisteren gebeurd is, maar dit is NIET de bedoeling' zei ik in paniek terwijl ik dacht aan Tess' reactie. 'We dronken wat, jij misschien iets te veel... we hebben gezoend, gedanst en toen hebben we hier nog een hele leuke nacht gehad' zei hij nonchalant. 'Dit is slecht, dit is zo slecht...' zei ik zacht tegen mezelf en ik wist even niet wat te doen. 'Zo slecht was je niet'. Wat?! Ik keek hem boos aan maar het leek niet te werken. 'Kom op, geef toe. We hebben een leuke tijd gehad'. 'Ik herinner niks meer, dus zo leuk was-'. 'Kunnen jullie niet even stil zijn? Sommige mensen proberen te slapen!' Schreeuwde iemand door de deur. 'Hé Rik, kom eens ff kijken wat voor geweldige dame ik-'. 'Nee'. zei ik maar de deur vloog al open. De jongen scande me van top tot teen en knikte toen tevreden. 'Niet verkeerd man. Gaat 't wat worden tussen jullie?'. 'Nee' zei ik chagrijnig en ik liep langs Rik door de deuropening. 'Misschien wordt het wat tussen ons?' hoorde ik Rik nog roepen terwijl ik de trap af liep. 'Houd je mond' riep ik en ik haalde mijn mobiel en fietssleutel uit mijn broekzak. Gelukkig had ik ze nog anders kwam ik hier nooit weg. Ik gooide de deur hard achter me dicht en keek rond. Waar was ik eigenlijk? Ik zag mijn fiets al snel aan de andere kant van de straat staan en zocht op mijn telefoon hoe ik naar huis moest. Terwijl ik op de fiets zat sprongen de tranen in mijn ogen. Hoe ging ik dit uitleggen? Ik wilde 't niet verpesten. Ik reed bijna door rood en kon nog net op tijd afremmen. 'Gaat het?' vroeg een vrouw die met een rode fiets met rieten mand voorop naast me stil ging staan. Ik knikte en veegde mijn tranen weg. 'Ja, het gaat wel'. Het licht sprong op groen, ik glimlachte nog even naar de vrouw en sloeg toen rechts af. Ik voelde de spanning in mijn lichaam toen ik onze straat in reed. 'Gewoon normaal doen' sprak ik mezelf toe en ik zette mijn fiets naast de voordeur neer. Ik stak mijn sleutel in het slot en opende de deur.
De deur ging open en ik sprong van de bank. Ik rende naar de gang en toen ik haar zag slaan sloeg ik mijn armen om haar heen. Ik legde mijn hoofd op haar schouder en ik voelde dat ze gespannen was. Ik tilde mijn hoofd op en keek haar recht in haar ogen aan. 'Waar was je?' vroeg ik en ik voelde mijn stem trillen.
'Het werd nogal laat vannacht dus daarom heb ik bij die oud-klasgenoot op de bank geslapen' loog ik tegen haar. 'En je kon niet even bellen of een berichtje sturen?'. Ik zag aan de blik in haar ogen dat ik haar pijn had gedaan en dat ze erg bezorgd was. 'Sorry, oké?' zei ik en voordat ze kon zien dat ik moest huilen draaide ik me om en liep de trap op.
JE LEEST
Don't Let Go [Vervolg Unconditionally]
Roman d'amour'Ik wilde haar niet verliezen, ze was mijn alles. Ik kon het me niet voorstellen hoe ik 's ochtends wakker zou kunnen worden zonder haar mooie gezicht naast mij. Hoe zou ik 's avonds nog in slaap kunnen vallen als ik haar stem nooit meer zou horen...