Ik word wakker. Nu ja, wakker worden is niet echt het juiste woord. Ik zou eerder zeggen dat ik een hele nacht wakker lig, te denken aan die Sam. Ik heb hem misschien nog maar één keer ontmoet, maar ik weet al zeker dat deze een van mijn ergste vijanden word, buiten de lakens en titans en zo. In ieder geval, ik stap uit bed om mijn kleren aan te trekken, buiten mijn uniform voorlopig. Ik had niet bepaald veel zin in de dag, maar ik moest wel. Ik zag dat een paar van de jongens al wakker waren, maar dat Znoë nog wat lag te slapen. Zou ik het doen? Ja... ik denk het wel. Ik kreeg een blik op mijn gezicht dat er niet bepaald vertrouwbaar uitzag. Volgens mij zagen er een paar van de alvast wakkere jongens dat ik iets van plan was. "Dacht er niet aan, Yiku. Want dat gaat niet goed komen." Verdorie! Hou je er toch eens buiten! Bemoeial! Kan ik nu echt niks doen hier? "Ik wou haar gewoon even wat water teruggeven van gisteren!" Zei ik geïrriteerd en plagerig tegelijkertijd. "Nog steeds, doe het gewoon niet!" "Ok! Ok! Laat al maar..." Ze keken mij een soort van geïrriteerd aan, dus deed ik dat terug. Ik trok mijn uniform aan, en was daar zo snel als ik kon weg. Toen ik onderweg daarnaartoe was, sprong er een gedachte door mijn hoofd. Wat als ze het weten? Van... jeweetwel... Dat. Zou er iemand zitten meeluisteren toen we over het zaten te praten? Ik hoop echt van niet als ik eerlijk mag zijn. Anders kijkt er niemand meer naar mij op dezelfde manier. Nu ja, ze wisten ervan op het andere kamp, aangezien iemand mij ook achtervolgde, en vervolgens het op het hele ding ging verklappen. Dat was daar dan ook de reden dat ik hiernaartoe werd gestuurd. Ondertussen was ik al aan de cafetaria, en ik ging gewoon op mezelf beginnen met mijn routine. Ik bedoel, wat zou ik anders nu moeten doen met mijn leven? Nu ja, buiten plannen wat ik zou moeten doen met die Sam moest hij ons ooit iets aandoen. Eens klaar daarmee, kwamen Znoë en Mica naar me toe gerend. Ze vertelde me van Sam, die blijkbaar hun broer is. Wacht... hun broer?! Dit kan je niet menen! Hij is nog irritanter dan hoe Mica en Znoë samen soms kunnen zijn! Dit word nog een lang, irritante en moeilijke tijd die eraan komt. "Sam is jullie broer?" Vroeg ik plots aan hun. "Viel het niet op? Blauw haar, rode ogen Jeager?" Antwoordde Mica op mij met een duidelijke 'duh, jij dommerik' toon in haar stem. Ten eerste: stop ALSJEBLIEFT met dat 'Jeager' gedoe, en ten tweede: ik vroeg het gewoon voor de zekerheid, dus behandel me niet als een hersenloze freak. Nu ja, ik ben het misschien wel soms, maar dan nog! "Haal Aden. Naar waar we gisteren zaten." Zei Znoë vervolgens tegen mij. Ik knikte en liep weg, op naar Aden.
"Aden, je moest meekomen van Znoë." "Is het niet commanda-" "Ik weet het, ik weet het! Maar dat is nu niet belangrijk! We moeten er zo snel als we kunnen naartoe!" Aden knikte en we vertrokken. Om iets sneller te gaan, ging ik even... iets anders doen, wat ik ook zei tegen Aden, maar hij deed tekens om dat beter niet te doen. Ik had het niet echt door, maar we liepen dwars door een wat bekendere straatjes. We kwamen bij Znoë en Mica. "Sam komt afmaken waaraan hij begon." Zei Znoë eens we er deftig bij stonden. "Waar begon hij aan?" Vroeg ik aan haar. "Hij heeft ons ooit proberen te vermoorden." Antwoordde Znoë erop, waarna Mica er nog iets aan toevoegde, "En hij heeft overal vrienden." "We denken dat Jordan ook een is. Hij wilt ons dood. Of hij het eigenhandig doet of niet." Maakte Znoë er dan nog op af. Dit kon niet erger worden op dit moment. Hij probeerde zijn eigen fucking zussen te vermoorden?! Serieus??! Nu weet ik het zeker, die gast is dood! Of het nu met of zonder publiek is. En het maakt mij ook niks uit of ik dan mijn andere kant moet vertonen! "Het engste van al is, dat zelfs onze kamergenoten met hem kunnen samenspannen." Zei Mica. Om eerlijk te zijn, ik snap niet hoe Sam geen demoon is. Zelfs ik ben niet zo erg om mijn eigen familie te vermoorden. "Maar jullie zijn zo sterk, kunnen zoveel, jullie zijn hier de beste. Hoe komt het dan dat jullie je niet kunnen verdedigen?" "Hoe gek het ook klinkt Yik, Sam is sterker dan hun." Wacht... hoe kan Aden dit nou weten? Kent hij hun langer dan ik of zo? Ik kan het niet echt geloven dat die Sam sterker is dan 2 mensen samen. Als het nodig is zou ik er zelfs tussen komen. "Wel zusjes, zeg je ook dat jij Noah vermoorde Zno?" Sam was er weer. "Ik vermoorde hem niet! Het is nog niet zeker. Het kon Mica of niemand anders ook zijn, en dat weet je Sam." Verdedigde ze zichzelf. "Ja, en ik wil gerechtigheid." Ik voelde dat mijn hart sneller begon te slaan en ik kreeg ook weer een bepaald, gekend gevoel in mijn handen en hoofd. Ik moest mij rustig zien te houden, of ik vlieg naar die gast zijn strot. "Door je tweelingzussen te vermoorden?" Snauwde ik naar hem toe. "Nieuw vriendje Znoë?" Vroeg Sam er dan op, waarna ze haar hoofd schud. "Leerling." Snauwde ze naar hem. "Laat hen met rust Sam." Kwam Aden ertussen. "Komt het draakje er ook bij?" Ok, nu ben ik het echt beu! Als hij hier niet binnen de kortste keren weg is kan ik me niet meer inhouden! "Laat ze met rust Sam, je verliest toch. En dat weten we allebei." Klonk de stem van Armin plots, waarop Eren ook kwam aanlopen. Hij fluisterde iets bij de Rivers, en hielp ons daar weg. Ik ging me gewoon even afzonderen, om even af te koelen. Ook al was het tijd om te gaan eten, ik ging niet. Ik had er geen zin in. Ik liep gewoon naar het bos omdat ik weer dat ongemakkelijke gevoel over mij heen kreeg. Toen ik in het bos was, had ik de hele tijd het gevoel dat ik werd bekeken en werd gevolgd. Ik herkende het gevoel maar al te goed. Ik had perfect hetzelfde gevoel van toen ik Sam voor het eerst zag. Zonder er twee keer over na te denken, ging ik gewoon op de snelste manier terug naar het kamp, om hun te waarschuwen. Ik mocht hem dan wel niet gezien hebben, maar ik herken het gevoel en dat zegt al meer dan genoeg erover.
Ik kwam aan aan de slaapzaal, en klopte op de deur waar we sliepen. Znoë deed open. "Kom maar binnen. Je slaapt hier ten slotte." Dat kon mij op dit moment echt niks schelen dat ik hier sliep. "Verstop jullie. Sam is terug." Zei ik best gehaast. Znoë keek naar Mica. Ze openden een luik in de grond en kropen er samen in. Sam kwam binnen. "Waar zijn ze?" Vroeg hij aan mij en Jace, die nog gewoon in de kamer stonden. We probeerden het luikje een soort van te verbergen zodat het niet te veel ging opvallen. "Waar zijn wie?" Vroeg ik dan. "De tweeling." Antwoordde Sam terwijl hij met zijn ogen rolde. "Welke tweeling?" Vroeg Jace. "De dochters van commandant Riverdale." "Geen idee wie dat zijn. We kennen hun niet bij hun voornaam en weten ook niet wie ze zijn." Zei ik, proberend om niet gestrest of zo te klinken. Ik kon soms wel goed liegen, maar op dit moment was het een enorme druk die vlak voor mijn gezicht staat. "Jullie zijn waardeloos." Zei Sal er geïrriteerd op, voor hij de kamer weer uit ging. Jace en ik hielpen ze weer uit de luik.
Sam had blijkbaar gezegd dat ze met Jace moest trouwen als ze wou dat haar niks overkomt. En aangezien ik om eerlijk te zijn wat bezorgt om hun begon te worden bracht ik het uit. "Jullie moeten trouwen." Bracht ik ineens uit. "Wat?" Zeiden Jace en Znoë er tegelijkertijd op. "Weet Sam dat Jace een prins is?" Vroeg ik vervolgens. "Geen idee." Zei ZR erop. "Jeager heeft gelijk. We moeten het proberen." Na wat getwijfel, vertrokken ze naar het bureau van CR.
Eens in bed, zag ik nog net Mica een of ander gordijn dat tussen de jongens en hun scheid. Ik viel best snel in slaap.
![](https://img.wattpad.com/cover/143423257-288-k484636.jpg)
JE LEEST
Znoace (uit mijn standpunt)
FanfictionDit is technish gezien Znoace(boek van lia-river) uit mijn standpunt. "Hoe in godsnaam kan dit?" Een roleplay onder ons en een boek T-T. In ieder geval: Dit verhaal is uit het standpunt van Yiku Jeager, inderdaad: die lompe guy die veels te koppig i...