Hoofdstuk 35

2K 79 11
                                    

~Edited 26-11-2018~

Noah's ogen zijn gefixeerd op de televisie in de woonkamer. Een paar andere jongens kijken ook geboeid toe. WK gok ik.

Toch verlaat zijn blik het scherm als hij mij binnen hoort komen.
Hij glimlacht?! 'Kom maar hier zitten,' zegt hij.
Ik aarzel niet. Noah is niet te vertrouwen, maar wel beter dan alle andere jongens hier. Ik tril nog steeds een beetje al ik naast hem plaats neem op de bank.
'Alles goed?' vraagt hij casual. Ik zou willen dat ik met iemand kon praten over Wesley, alleen niet met een jongen hier.
Ik knik, terwijl ik nee wil schudden. Hoewel net mijn hoofdpijn volledig verdwenen was, komt hij nu weer een volle hevigheid terug.
'Pas goed op,' zei Wesley.
Wat bedoelt hij daarmee? Ik snap het niet.

'Morgen moet ik de hele avond weg. Matt en Wesley zijn dan thuis. Doe geen gekke dingen, oké?' Noah kijkt me aan. (Er is iets aan hem veranderd, maar ik weet zo snel niet wat.)

Ik glimlach zwak. 'Nee, ik doe nooit gekke dingen. Wacht, wie zei je dat er thuis blijven?' 

Noah's kaak spant zich aan. 'Matt en Wesley, en nee, er valt niets aan te veranderen.'
Wesley, dat meent hij niet! En Matt is natuurlijk ook nog kwaad.
'Please, ik wil niet met Wesley hier blijven.'
Noah's humeur daalt. 'Ik zei toch dat er niets aan te veranderen is? Bovendien bijt Wesley echt niet hoor en Matt is er ook nog.'
Ik begrijp hem niet. Hij zelf zei dat Wesley gevaarlijk is en toch gaat hij me alleen met hem en Matt laten.
'Wat moet je doen?' vraag ik behoedzaam.

Hij schraapt zijn keel. 'Niet jouw zaken, Evy.'

'Hoe ga ik dit overleven?' fluister ik, meer tegen mezelf dan tegen Noah. En ik meen het. Hoe ga ik Matt en Wesley overleven?

'Is dit mijn straf voor het bellen? Me een avond met die twee klootzakken laten zitten,' vraag ik een beetje boos, nadat ik een tijdje nagedacht heb. Dat straf geven nadat ik iets verkeerd gedaan heb, vind ik enorm kinderachtig.

Noah schudt zijn hoofd. 'Dit is gewoon omdat Matt en Wesley de enige zijn die niet nodig zijn voor de klus. Je straf is heel iets anders en geloof me die is nog mild. Je hebt geen idee wat de anderen hier in gedachten hadden. Gelukkig ben je van mij en kon ik hun meeste wilde ideeën wel uit hun hoofd praten.'

'Wat is mijn straf dan?'

Noah grijnst. 'Vannacht slaap je bij mij in bed. En niet alleen vannacht, elke nacht.
Kan er ook iets meezitten in mijn leven?
Ik vouw mijn armen over elkaar. 'En wat als ik dat niet doe?'
Hij krijgt een serieuze trek op zijn gezicht. ' Dan kom je zeer zeker in de problemen en zeker niet in de eerste plaats met mij. Dus ik raad je ten zeerste aan om je koppigheid, waardigheid of whatever achter je te laten en gewoon naast me komen te liggen.
Ik voel dat hij de waarheid spreekt.

**

Ik denk aan die keer eerder dat ik bij hem moest slapen. Toen had ik er ook al zo'n hekel aan. Oké, gisteren sliep ik ook al bij hem in bed, maar dat was anders. Toen wist ik niet wat ik deed.
Hoewel dit tegen mijn zin is, ga ik toch naast hem liggen. Ze hebben het bijna voor elkaar, nog even en ik kan doorgaan voor een voorgeprogrammeerde robot.
Het licht blijft aan en Noah maakt geen aanstalte om het uit te gaan doen. Hij staart naar het plafond.
'Weet je dat ik ook van de situatie baal?' begint hij het gesprek. 'Ik had de toekomst met de boys heel anders voorgesteld. En toen kwam jij.' Hoewel hij gewoon feiten stelt, kan ik er niet aan doen dat ik me beledigd voel.
'Sorry hoor voor het ruïneren van je perfecte toekomst. Het spijt me enorm.'
Hij rolt zich op zijn zij om mij te bekijken. Ik weiger om ook maar één blik in zijn richting te werpen.
'Je vat het helemaal verkeerd op. Ik baal van het feit dat ik je hier vast moet houden en dat er geen enkele mogelijkheid is om je los te laten, want dat zou ik willen doen! Je denkt dat je de enige bent die slachtoffer is.'
Ik kan me niet inhouden en zeg spottend: 'Oh ja, natuurlijk, elke dag die voorbijgaat ben je oh zo bang dat je iets te veel je zelf bent en daardoor dingen zegt die je problemen bezorgen. Elke dag probeer je te vergeten dat er een familie is die smachtend naar je verlangt. Elke dag hoop je dat er iets gebeurd waardoor je terug naar je oude leven kan en elke dag raak je weer teleurgesteld. Is dat hoe jouw leven is?' De woorden rollen moeiteloos over mijn lippen, maar nu moet ik stoppen anders barst ik in huilen uit en ik wil niet zwak lijken.
'Je hebt geen idee,' fluistert Noah. 'Je weet helemaal niets van mijn leven, dus stop met net te doen alsof je iets weet.'
Ik haal diep adem. 'Vertel dan iets! Iets wat kan verklaren waarom je zo gemeen tegen mij bent en toch net kan doen alsof jij het slachtoffer bent. Hoor jezelf niet hoe tegenstrijdig dat is?'
Noah antwoordt heel lang niet. Pas als ik me omdraai om in zijn ogen te kijken trekt hij zijn mond weer open. 'Ik denk dat we moeten gaan slapen. Het is al laat.'
En door de ruzie heen merk ik dat Noah muren om zich heen gebouwd heeft die voor mij zelfs te hoog zijn om over te klimmen.
'Laten we dat doen,' mompel ik, het lege gevoel van binnen negerend.
Het duurt niet lang of het is helemaal donker en naast me ligt Noah. Het kost veel tijd voordat ik eindelijk in slaap val. Het is een onrustige slaap.


** de volgende avond
Nerveus blader ik in een boek. Telkens bekruipt me het nare gevoel dat er iets vervelends gaat gebeuren.
Al een tijdje zitten we met zijn drieën in de woonkamer. Er wordt geen woord gezegd. Hoewel ik letters zie, worden er in mijn hoofd geen woorden gevormd. Ik voel dat Wesley me, praktisch de hele tijd, in de gaten houdt.
Matt rekt zich eens uit en gaapt luid. 'Hoelang duurt het nog voordat de andere jongens komen?'
Wesley kijkt op de display van zijn telefoon. 'Over twee uur ofzo.'
'Ja dag, daar ga ik niet op wachten. Ik ga pitten.' Hij springt meteen op.

Ik wil hem achterna lopen, maar Wesley houdt me tegen. 'Laten we nog even film kijken,' stelt hij voor of is het een bevel? Hij houdt mijn bovenarm stevig vast. Ik adem diep in en uit. Nog twee uur te gaan.

'Kan jij even wat uit mijn kamer pakken?' vraagt Wesley. 'Eerste deur rechts boven. Kan niet missen, mijn naam staat er met grote letters op.'

Ik knik. 'Wat moet ik pakken?' 

'Een DVD, ligt op mijn bed. Je vindt hem wel.'

Ik haast me naar de kamer van Wesley. Hij heeft gelijk, die is niet over het hoofd te zien. Op het bed zei hij toch? Mijn ogen dwalen door de kamer, het valt me niet tegen. De puinhoop die ik verwacht had, is aanzienlijk klein. Ik zoek de DVD, maar helaas niet vindbaar. Er zit niet veel op om weer maar terug naar beneden te gaan. Ik draai me om, maar plotseling sta ik oog in oog met Wesley en ik zie nog net hoe hij de deur op slot draait. 
Dit is helemaal niet goed. Ik slik.
'Let's have some fun,' grijnst hij sinister, terwijl hij dichterbij komt.

-----------------------------------------------------
Stemmen is lief ;)

GekidnaptWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu