Hoofdstuk 1

41 3 0
                                    

Een gestalte zat gehurkt op de gevel en hield alles in de gaten. Vooral wat er voor hem gebeurde. De elite krijgers (beter bekent als de Schadows en de Spirits) van de stad Roski waren aan het trainen. Als de stadswacht de gedaante zouden zien zitten zouden ze hem arresteren, niet dat ze dat zou lukken. Neko was geboren in deze stad en opgegroeid als een typisch straats-rat. Al vijftien jaar had hij overleefd in de achter buurt van deze wereld stad. Hij was lid geworden van een bende waarin hij was uitgebloeid tot een crimineel genie. In tegenstelling tot zijn drinkende, gokkende mede bendeleden, dacht hij na. Elke actie die hij de afgelopen jaren in de bende had ondernomen was goed doordacht geweest. Wat er voor had gezorgd dat hij nu een van de beruchtste mensen van Roski was geworden. Vooral in het gedeelde wat ook wel de Pleziertuin werd genoemd, daar bevonden zich namelijk alle gokhuizen, cafés en andere huizen waar bezoekers hun genot konden vinden. Alles in die uit hoek van stad werd geregeld door bendes die bijna constant ruzie hadden, maar om over die conflicten te peinzen had Neko nu geen tijd. Er heerste een groter gevaar. Oorlog en waneer een land oorlog voerde betekende dat de mannen in dienst moesten. Wat er voor zorgde dat er minder mensen zouden komen in de Pleziertuin wat weer minder geld betekende voor bendes. Als het echt erg zou worden zouden de meeste straat-ratten sterven. Wat de kans op de pest vergrootte, dacht Neko. En oorlog voor komen had een week geleden nog een eitje geweest. Een sluipmoordenaar opdracht geven de koning om te leggen en het probleem was voorlopig weer opgelost. Nu was alles verandert.
Voordat Neko veder in zijn gedachten verdronk voelde hij dat hij werd bekeken. Hij trok zijn capuchon ver over zijn hoofd zodat zijn gezicht in duisternis werd gehuld. Toen stond hij op en draaide zich vliegensvlug om. Een zwarte kat met smaragdgroene ogen zat op een schoorsteen enkele passen verwijdert van hem. 'Is het tijd?' Vroeg hij aan het beest. De ogen van het beest boorde zich in die van Neko voor dat het zijn kop op en neer bewoog als of hij knikte.
Met één soepele sprong stond hij voor de kat, hij voelde dat de klauwen van de kat zich vast haken in zijn leren vest op de plaats van zijn schouder en rug. Vervolgend begon Neko te rennen. Springend van dak naar dak steeds sneller en sneller.

Timo hupte van zijn ene been op het andere. In stilstaan was hij altijd al slecht geweest laat staan als hij zenuwachtig werd. Naast hem stond Dikkie zijn collega uit gokpaleis de Parel en zijn mede bendelid van straatbende de Kattenklauw. Waar blijft hij nou? Vroeg Timo zich af. Zijn leider Neko had hem opgedragen om een goede uitsmijter te vinden die beschikbaar was vanaf de schemering. Op die manier had Timo niemand minder dat De Vuist (dat was de titel die Dikkie had over gehouden aan zijn geweldige vuist gebruik tegen valsspelers)  kunnen regelen en was vervolgens naar de afgesproken plek gekomen. Hij haalde een pak kaarten uit zijn zak en begon zijn schudt technieken te oefenen. Dat deed hij elke dag al het was ten slotte zijn werk.
Komt ie nou eens? Of staan we op de verkeerde plek? Timo deed zijn best om rustig te blijven maar erg stress bestendig was hij niet. Er bewoog iets in de voering van zijn jas. Voorzichtig stak hij zijn hand door het gat wat in de binnen kant van de jas zat en haalde er een gehavende rat uit. Snorris was het enige wat Timo had over gehouden nadat zijn vader vier jaar geleden was vermoord. Hij had het beest altijd bij zich. Hij haalde stukjes maïs uit zijn zak die hij vervolgens aan het diertje voerde. Snorris had eerder door dan Timo dat er wat veranderde. Snel stopte hij de rat terug in zijn jas. 'Stop toch eens met dat stomme beest' zei een scherpe stem. Onwillig deden Timo en Dikkie allebei een stap achteruit toen Neko op doemde van uit de schaduwen nauwlijks een meter bij hun vandaan. Timo had nooit kunnen schatten hou oud hun bendeleider was misschien doordat hij zijn gezicht altijd verborg onder zijn capuchon waardoor je zijn smalle, steng staande mond zag en soms een glimp van zij ogen die dan net zo groen leken als die van de kat die hij altijd bij zich leek te hebben. Neko gaf een teken dat ze mee moesten komen en zo liepen de twee achter hun baas aan. Wat even goed nog makkelijker gezegd dan gedaan was. Die zwarte zacht leren laarzen makte gen enkel geluid en soms leek hij gewoon te verdwijnen in de schaduwen. Timo moest bijna hollen om het tempo bij te bennen.
Links. Rechts. Tweede rechts. Timo probeerde te begrijpen waar Neko hun naar toe bracht maar al snel leek er geen verschil meer te zijn tussen alle donkere steegjes te zijn.

animal whisperersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu