Ergens dacht Neko dat hij droomde of nee. Hij hoopte dat hij droomde of dat hij van een dak was gevallen en nu in coma lag waardoor de afgelopen dagen één grote illusie zouden zijn.
Hij had een hekel aan alles op dit moment en dat kwam niet alleen door zijn ochtend humeur.
Hij zat op de bank te wachten op de andere met zijn grote kat naast zich. Neko had zelfs een hekel aan zijn kat die altijd zijn geestelijke steun was geweest. Waarom?
Omdat dat stomme beest bevestigde dat waar was. Dat er nu echt van hem werdt verwacht dat hij op magische wijzen einde maakte aan een oorlog. Dat hij naar een tovenarij school zou gaan die bestuurd werdt door de koning. Ooit was zijn doel geweest om geld te verdienen van die man niet on er door te leren goochelen!
Natuurlijk, hij had ook kunnen kiezen om les te krijgen van Roodkapje, maar hij vond dat zich maar een leugen achtig wezen leefde onder die mantel.
Plots besefte hij dat hij zou druk bezig was met chagrijnig zijn dat hij niet door had gehad dat Roodkapje binnen was gekomen en op het aanrecht was gaan zitten. Ze had haar mantel niet om. Neko had haar eerder zonder gezien, toen lag ze op sterven na dood dat was een verschrikkelijk beeld geweest. Nu ze hem ondoorgrondelijk aan keek besefte hij dat het meisje best knap was. Die gedachte drukte hij onmiddellijk de kop in door te focussen op het bloedrode oog.
'Hoe heet hij?' Haar stem leek geen toon te hebben. Het duurde even voordat hij begreep dat het over de panter ging. 'Oh hij heeft geen naam.' Antwoorden hij zo ongeïnteresseerd mogelijk.
'Dus jij wil je zielsverwant het liefst "zwart" blijven noemen?' Neko deedt net alsof hij niks hoorde en begon met het vuil achter zijn nagels weg te halen. Hij voelde haar blik bijna branden maar hij weigerde om een reactie te geven. Hij hoorde dat ze van het aanrecht afsprong. 'De naam: Black. Is een optie, het komt uit een taal die wij hier niet kennen het betekend zwart. Al klinkt het gewoon veel beter." Ze trok de deur van de meiden kamer achter zich dicht. Neko slaakte een zucht van verlichting toen ze weg was.Zijn humeur was nog niet opgebeurd toen ze voor het koninklijke kantoor stonden en met "ze" bedoelde Neko: zichzelf, Timo en Nouk.
Geen van allen durfde aan te kloppen. Ze hadden met elkaar ook nog geen woord uitgewisseld deze morgen dus het gevoel van een groep was er niet echt.
Uiteindelijk klopte Nouk. Geen reactie. De drie wisselde verbaasde blikken, er was toch gezegd dat ze zich hier moesten melden.
Ze klopte om nieuw maar weer geen reactie. Nadat er na een derde keer weer geen reactie kwam duwde Nouk de deur open. Geen koning. Alles stond er nog precies het zelfde bij als gisteren alleen was het nu verlaten.
Zijn oog viel op iets wat wel veranderd was. Op het keurige bureau lagen vier enveloppen, met een klein kriebelig handschrift stonden hun namen er op gekrabbeld. De jongen hadden er bijden één, Nouk hield verbaasd haar eigen brieven in haar handen, een bijna hetzelfde als die van de jongen, de ander was zwart met een bekend zegel er op. De het was een brief van de Schadows. Ze wist dat het weinig goeds kon betekenen maar uit nieuwsgierigheid maakte ze die toch als eerst open.Geachte officier Nouk,
Wij moeten tot onze spijt mededelen dat u wegens bijzonderen omstandigheden niet meer welkom ben in onze gelederen, uw daden zijn niet vergeten.
Met vriendelijke groet,
De krijgsraad.
Nouk voelde zich koud worden. Alle overgebleven vrolijkheid en hoop leek te verdampen. Ze was het leger uitgezet. Na jaren training en jaren van trouwen dienst.
Stank voor dank. Na al die tijd waren de krijgers daar haar kameraden geworden, haar familie. "Uw daden zijn niet vergeten". Die zelfde worden werden uitgesproken als een Schadow was gestorven in de strijd.
Woede nam de overhand toen ze het zegel van de koning onderaan de brief zag hangen. Met de enveloppen in haar handen geklemd stampte ze het kantoor uit. Neko en Timo keken elkaar verbaast aan. Waar kwam dat nou weer vandaan? Ze richte zich weer op hun brief met een gezamenlijke zucht 'vrouwen'.
JE LEEST
animal whisperers
FantasyEen alles verwoestende oorlog dreigt het koninkrijk te vernietigen. Waaneer getrainde legers niet meer zijn opgewassen tegen de aanstormende wezens word het de taak van een crimineel genie, een kaartspeler, een geoefende krijger en iemand die de naa...