hoofdstuk 9.

68 3 2
                                    

ik sla me wekker weer uit, *ochtend* uhg haat aan die dingen. school nog veel erger.

ik bedenk me iets waardoor ik ineens veel meer zin in school heb. faas gaat vandaag voor het eerst naar zijn nieuwe school. hij fietst dus met me mee:)

ik ben eerder klaar dan normaal dus heb nog even tijd om tv te kijken enzo. als ik naar buiten fiets staat faas al op me te wachten.

"hooi" zeg ik droog.

"hallo" zegt hij op dezelfde manier.

onder het fietsen praten over veel dingen en dan bedenk ik dat ik weer kan fietsen wat me niet eens was opgevallen. kut, ik ben me krukken vergeten, nah zolang het goed gaat. als we op School aankomen zie ik ramon bij de concierge staan.

"wat doe jij hier?"

"uhm ik uhh ik ben naar deze school gegaan." zegt hij.

"gegaan?"

"ja te dom voor die andere school"

"oo ik snap het"

"ik ga sportklas doen H1H"

"hee dan zit je bij mij in de klas" hoor ik faas achter me zeggen.

"wat een gezelligheid" zeg ik en loop dan verder. me kluisje zit 3 kluisjes verder dan faas en ramon zit daar onder. dit jaar kan nog beter worden denk ik.

ik doe me spullen in me kluisje en dan zie ik brandon. ik loop zo snel mogelijk naar faas en ramon in de hoop dat hij niet komt. maar dat helpt niet. hij gaat voor me staan en ramon draait zich naar hem toe. "waar zijn je krukken, heb ik niet hard genoeg geschopt?"

voor dat ik iets kan zeggen duwt ramon me voorzichtig naar achter en gaat voor me staan

"hou jij je bek maar even" zegt ramon. brandon kijkt hem aan en loopt dan weg. dankje zeg ik en geef hem een knuffel. "wat was dat?" vraagt faas.

"een jongen die me niet bepaald mag"

"maar je was toch gevallen? wat bedoeld hij met geschopt?" ik leg hem alles uit en dan begrijpt hij het. op het moment dat de bel gaat loopt iedereen weg. ik loop nog een stuk met ramon en faas mee. dan botst er iemand tegen faas op, het is ariana.

"oo sorry schatje" zegt ze.

"uhm maakt niet uit" zegt faas.

"en wat is jou naam dan?" zegt ze.

"ja dat hoef jij niet te weten, we kunnen maar beter weg gaan hier." ik pak zijn hand en trek hem mee.

"wie was dat?"

"iemand waar je geen vrienden mee wil zijn"  die lelijke slet slaat weer toe. 

(het gaat een paar weken hetzelfde als normaal, 3 weken later)

het is pauze en ik zit net als normaal bij faas en ramon. als brandon aan komt lopen word ik een beetje zenuwachtig. ik voel dat faas mijn hand pakt en dan voel ik me een stuk veiliger. er gaat iets door me heen, ik voel me anders. zou ik verliefd zijn? ik ben nog nooit verliefd geweest. maar hij is vast niet op mij.. als brandon dichter bij komt word ik weer zenuwachtiger "kijk me aan" hoor ik iemand zeggen. ik kijk naar faas. hij lacht en geeft me een kus op me wang. okey ik weer het nu zeker ik ben verliefd op me buurjongen. ramon kijkt ons aan, en brandon ziet het ook en loopt door. ik glimlach "je bent veilig" hoor ik hem zeggen. "wij zijn je bodyguards" zegt ramon met een lach. ik moet ook lachen en loop dan naar de wc.

ik kom brandon tegen op de gang. tyfus niet nu, ik loop gewoon verder. hij staat met tom en ariana. als ik weg loop hoor ik hem iets zeggen. het woord kanker komt er in voor. ik denk gelijk aan me moeder. ik loop naar hem toe "niemand scheld met dat woord tegen mij" hij zegt het nog een keer. zonder te denken geef ik een stoot vol op zijn neus. zijn neus begint gelijk te bloeden. wat heb ik gedaan? vol verbasing blijf ik staan en bedenk me dan dat ik beter kan wegrennen. ik ren zo hard als ik kan de trap af maar hij is sneller. hij trek aan me arm en ik draai me om. hij heeft ineens een mes vast, ik durf me niet te bewegen. op een of andere manier weet ik dat het hij dreigen blijft. "je kan geen kan meer op he?" ik ben bang maar laat het niet zien. er komen straks vanzelf leraren of faas en ramon. ik zie dat tom en ariana achter hem aan komen rennen en tom niet optijd stopt, hij rent tegen brandon op waardoor brandon met het mes in me buik komt. ik kijk naar het mes in me buik. brandon kijkt achterom en word wit. tom staat stil en beweegt niet, ariana staan te lachen. lachen? ze lacht? ik zak door me benen en val op de grond. alles word wazig, ik zie faas en ramon aan komen rennen. ramon pakt zijn mobiel en begint te bellen. faas komt naast me zitten en pakt me hand. hij begint dingen te zeggen. ik concentreer me op zijn woorden en hoor de andere niet meer. ik zie tranen in zijn ogen en voel ook de mijne. de pijn in me buik is ondraagelijk en de angst dat ik het niet haal maakt de pijn erger. ik zie heel vaag leraren aankomen, de laatste dingen die ik faas hoor zeggen is "hou vol, ik ben bij je alles komt goed" hij geeft me een kus op me voorhoofd en dan word alles zwart.

school life.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu