hoofdstuk 27.

38 0 0
                                    

ik loop achter roos aan een speciale kamer in. ik kijk om me heen. allemaal kinderen, ik vind het nog steeds vreselijk. ik loop steeds langzamer, ze gaat bij een bed staan en ik ga ernaast staan. dit doet me denken aan vroeger, ik stond bij het bed naast me moeder. maar die is gelukkig genezen. ze lacht naar me en ik blijf serieus kijken, "ben je bang?" vraag ik terwijl er tranen in me ogen springen. ze kijkt eerst naar de grond en dan recht in me ogen. "ja, heel bang" ze veegt een traan weg. en ik kijk de andere kant op. "daarom ben ik blij dat jij er bent." zegt ze. "dat doe ik met liefde" ik geef haar een knipoog. als er een naalt in haar arm word gestoken kijk ik gelijk de andere kant op. ik kan echt niet tegen dat soort dingen. veel jeurd herineringen. ondanks dat mijn jeugd vreselijk was, is mijn leven nu ook geen pretje.. "je kan alweer kijken hoor" zegt roos lachend. ik draai me hoofd terug. "oja sorry, was even in gedachten" "wat wil je gaan doen? we zitten hier wel even" ik kijk nadenkent naar boven, maar hoor dan een stem. "heeuuii" ik draai me om. het is maaike. ze heeft een pruik op, zo lijkt ze net op mij "hallooo" ze ziet er al wat vrolijker uit dan net. roos kijkt ook op en lacht. "hoe gaat het hier?" "goed hoor zegt roos. we beginnen te praten over alles en dan komen we bij faas en mij. kut ik ben faas helemaal vergeten. na 2 uur praten komt er er een zuster ze haalt de naald uit de arm van roos en zegt dat ze klaar is. we lopen de kamer uit. "ga je mee naar onze kamer?" vraag maaike. "uh ik ga eerst even naar me eigen kamer, ik kom zo."  ik loop door naar de kamer, ik ga op me bed zitten en barst in tranen uit. ik pak een stoel en ga naar faas zitten. ik pak zijn hand, "word wakker asjeblieft" zeg ik gewoon hard op, ik kan gewoon niet fluisteren als ik huil. hoe langer hij slaapt hoe banger en ben. "ik hou van je, waarom jij? asjeblieft doe je ogen open of zeg wat" ik leg mijn hoofd op zijn buik. "het spijt me zo" zijn hart, hij klopt heel langzaam. ik til me hoofd op en zijn er zit zwart op z'n shirt. ik veeg me tranen weg en kijk naar de deur. roos en maaike staan naar me te kijken, maaike huilt en roos kijkt naar de grond. "het komt goed." zegt maaike. "nee, dat komt het niet, niet zomaar" "je heb het ons belooft en hoe kan het bij ons lukken als je er zelf niet eens in gelooft?" "ik weet het niet" ze loopt naar me toe en geeft me een knuffel. haar pruik voelt zo echt. net als bij me mama. "hij ziet er wel leuk uit he" ik begin te lachen. "ja dat weet ik." "kom dan gaan we naar onze kamer" zegt roos. "ja is goed." zeg ik en we lopen weg. "wat hebben jullue eigenlijk een saaie kamer" "tja daar was ik ook al achter. ik denk aan de kinderen die nu op School zitten.  en ik lekker niet, zo grappig. ja of niet, eerlijk gezegd zat ik liever op school nu. het is kwart voor 4 dus de laatste lessen zijn bijna af. als we de kamer inkomen is het gelijk gezellig. iedereen lacht en speelt spelltjes enzo.

dagen lang zit ik bij hun en praat ik met ze, speel spelletjes, scheuren door het ziekenhuis met een rolstoel. ik heb het nog nooit zo leuk gehad en al helemaal niet in een ziekenhuis. maar faas is nog niet wakker geweest. ik ben erachter waarom ik eigenlijk zo lang in het ziekenhuis moet blijven. iets met me bloed en me wonden en iets met me hoofd ofzo. echt raar, ik snap het niet, als hun het maar begrijpen en het niks ergs is. nou het is niet goed anders houden ze me niet zo lang, maar mij gaat het om faas. zolang hij oke is ben ik dat ook! echte liefde of niet dan?

school life.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu