~Serena~
"Sirenen? Zoals die halfgodinnen uit de Griekse mythologie, met het lichaam van een vogel en het hoofd van een vrouw?" vraag ik. Harper lacht.
"nee. Wij zijn Sirenen zoals zeemeerminnen." Ik frons. Hebben zeemeerminnen geen vissenstaart?
"Je vraagt je vast af waarom we dan geen vissenstaart hebben." kun je mijn gedachten op mijn hoofd lezen ofzo?
"het is omdat we geen volledige sirenen zijn." legt ze uit. Dat klinkt best wel logisch.
"waar zijn we eigenlijk?" vraag ik aan haar. Ze houd haar hoofd schuin terwijl ze nadenkt.
"moeilijk uit te leggen." mompelt ze uiteindelijk.
"waar zijn alle andere mensen?" vraag ik.
"die zijn naar huis. Je weet toch dat bovennatuurlijke wezens niet met andere bovennatuurlijke wezens overweg komen?" ik knik.
"wel daarom is het gebied verdeeld in territoriums. De bergen hoort toe aan de vampier hybrides. De bossen aan de weerwolf hybrides. Enzovoort. De zee is voor de Sirenen." legt ze uit.
"hoeveel Sirenen zijn er?" vraag ik. Harper kijkt triest. "alleen wij twee" ze glimlacht triest.
"Sirenen komen niet vaak aan land." legt ze uit. Samen bekijken we aandachtig de vissen.
"kom, we gaan naar mijn huis." Zegt Harper na een paar uur. We zwemmen terug naar het land. Mijn kleren plakken aan mijn lichaam. Harper neemt me mee naar een modern strandhuis. (zie media)
Ze opent de glazen deur waardoor we in een woonkamer aankomen. Er is een grote grijze bank, een flatscreen tv, een glazen koffietafel met een paar oud uitziende boeken op en een paar schilderijen aan de muur. Heeft zij die gemaakt? Ze zijn prachtig.
"heb jij dit geschilderd?" vraag ik verwonderd. Ze glimlacht.
"yup, er is hier niet veel te doen buiten schilderen, TV kijken en lezen." zucht ze. Haar gezicht wordt wat triest. Ze geeft me een donkerblauw shortje en een zwart t-shirt en stopt daarna mijn kleren in het wasmachine.
"hoe ben je hier terecht gekomen?" die vraag brand al op mijn tong sinds ik hier ben. Ze gaat op de bank zitten en ik ga naast haar zitten. Allebei in kleermakerszit. Ze doet me aan iemand denken maar ik kan er maar niet opkomen.
"ik heb mijn ouders nooit gekend. Ik werd opgegroeid bij de sirenen. Ze behandelden me als een slaaf, omdat ik niet puur was." Haar ogen worden langzaamaan waterig.
"Als je het niet wilt vertellen-"
"nee, ik wil het vertellen" onderbreekt ze me. Ze haalt een diepe teug adem.
"Op mijn 16de verjaardag liep ik weg. Ik zwierf rond op de straten. Ik kan de naam van de stad niet meer herinneren. Het was verre van perfect maar het was tenminste beter dan bij de sirenen." Ze stopt even en speelt met haar vingers.
"Op een dag werd ik aangevallen door rogues. Gelukkig kwamen de andere hybrides. Ze namen me mee naar hier." Ze glimlacht triest. We blijven even in stilte zitten. Dan tackel ik haar in een knuffel.
"ik weet zeker dat je ouders je missen" fluister ik in haar oor.
"wat als dat niet zo is? Wat als mijn ouders me hebben afgestaan?" vraagt ze snikkend. Ik wrijf troostend over haar schokkende rug.
"denk niet zo. Als je zo denkt dan ga je het geloven en dan zul je niet gelukkig zijn" we laten elkaar los en ze veegt haar tranen af.
"Hoe ben jij daar terecht gekomen?" vraagt ze met een hese stem. Ik kijk naar mijn handen en begin met mijn vingers te spelen. Na een paar diepe zuchten begin ik te vertellen.
°°°
"Wauw" is alles wat Harper kan zeggen nadat ik mijn verhaal heb verteld. "dat is heftig" fluistert ze.Voor we iets anders kunnen zeggen, horen we een harde knal. De grond beeft en de schilderijen vallen van de muur af. Harper en ik staan recht en lopen naar buiten.
"Hoe zijn ze ons kunnen volgen?" roept/vraagt Harper. Ik kijk naar Alicia en Ryan. Ze lopen naar een richting. Maar het is niet het onze... Harper snakt naar adem
"Ze gaan richting de raad" zegt ze geschrokken.
"wat is de raad?" vraag ik haar. Ze pakt mijn hand en sleurt me mee naar de richting waar Alicia en Ryan renden.
"van elke hybridesoort is er een leider. Samen besturen we alle gebieden. Zo komt er geen ruzies of gevechten" legt ze uit.
De wilde bossen veranderen in goudkleurig zand. Mijn blote voeten lijken te verbranden door de immense hitte die over dit landschap heerst en het zand doet voelen als kleine hete kolen. Woestijn.
Aan Harper's gezicht kan ik zien hoeveel pijn ze heeft. Maar toch blijft ze doorgaan. Weer krijg ik het vage gevoel van herkenning. Het is zo frustrerend om niet te weten aan wie ze lijkt.
We sprinten verder. Zowel Harper als ik zijn helemaal verbrand door de bakkende zon.
Mijn blik gaat naar de horizon.
Wat is dat?
"het was een val!" roept Harper nog voordat het zand ons opslokt.
________________________________________________________________________________
Sorry voor de late update. Ik heb de laatste tijd een writersblock gehad maar ik heb eindelijk iets kunnen schrijven ook al is het korter dan normaal. Hopelijk vinden jullie het een leuk hoofdstuk.
Wat vinden jullie van Harper?
Whovians-in-hogwarts
JE LEEST
Unwanted Mates
WerewolfOorlog. Zo begon al de ellende in het leven van Serena. Voor de oorlog wou ze haar mate vinden. Koste wat kost maar toen koos ze voor een eenzaam leven. Zonder mate. Het liefst zou ze alles wat te maken heeft met weerwolven achter haar laten. Nieman...