24. Jasmin

27 2 0
                                    

“Jas!” Louisa komt met betraande ogen binnenvallen. “Lucas…” Ik neem haar mee naar binnen. “Wat is er gebeurd?” Ze veegt voorzichtig haar uitgelopen mascara weg. “Hij vroeg me mee naar de bioscoop,” een steek van jaloezie gaat door me heen. “Hij mag me niet eens.” Ze schreeuwt het wanhopig uit. Hoe egoïstisch ik nu wel mag zijn, ik ben zo blij dat ze dit zegt. “Hoe kom je daar nou weer bij, waarom zou hij je niet mogen?”

“Hij vroeg me alleen maar mee omdat hij een weddenschap had verloren.” Ze seint dat ze nog een zakdoekje wil. “Oké, maar waarom mag hij je dan niet?” Ik sla ongemakkelijk mijn arm om haar heen. “Ze deden gewoon onaardig.”

“Ze?” Niet begrijpend kijk ik haar aan. “Ja, Mike, Lilly en Lucas.” Perfecte timing, mijn mobiel gaat. Ik gebaar dat ik dit telefoontje even op moet nemen. Het is Lilly, maar ik heb even geen zin in haar drama. Waarschijnlijk valt het reuze mee en overdrijft ze alles om aandacht te krijgen. Lilly heeft zich waarschijnlijk helemaal kapot geërgerd aan Louisa, want ik krijg een preek van een uur, waarom ze niet mee wil. Ik zeg haar dat alles wel weer goed komt en dat ze verplicht mee moet. “Was dat Lilly?” Ik knik. “Oh, en nu ga je het zeker voor haar opnemen, want zij is je echte vriendin. Ik ben nep, je gebruikt me alleen maar. Alles om geen ruzie te krijgen met die lieve mama van je.” Ze heeft tranen in haar ogen en word knalrood. Het steekt af tegen haar lichtgroene jurkje. Van haar make-up is niet veel over. Haar mascara zit meer onder haar ogen dan op haar wimpers en haar lippenstift is uitgeveegd door haar hand. “Als jij mij zo ziet mag je nu mijn huis verlaten.” Ik ben boos, maar weet ook dat mijn moeder boven zit en die wil ik er liever niet bij betrekken. Louisa loopt het huis uit en ik heb haar niet meer gesproken tot het moment van vertrek naar Texel, ik had ook geen idee of ze zou komen.

We zitten uiteindelijk allemaal in het gehuurde busje dat ons naar de boot brengt. Ik zit naast Lilly, Mike zit naast Lucas en Max helemaal achterin. Louisa en Tessie zitten natuurlijk ook naast elkaar. Alleen de andere Max is met Christina meegegaan naar Tanzania. Het is een klein uurtje rijden naar de boot, ik blijf de hele weg maar lijstjes maken in mijn hoofd met dingen die ik absoluut niet moet zijn vergeten. “Jas, wat ben je aan het doen? Je zit de hele tijd zo.” Ze imiteert de beweging die ik met mijn hoofd maakte en het ziet er… laat maar zeggen, apart uit. “Lil, hou maar op!” We schieten in de lach. “Heb jij ook zo erg het gevoel dat je iets bent vergeten?” Zeg ik tussen het lachen door. “Nee!” galmt er door de hele bus. De chauffeur trapt op de rem, maar rijd daarna weer door. Iedereen kijkt geschrokken in de richting van Lucas. “Dit is te erg, ik ben wat vergeten.” Hij kijkt met grote paniek ogen rond. “Luc, er zijn daar ook gewoon winkels.” Max klopt hem op de schouder. “Nee, dit is niet te koop, het is onbetaalbaar… mijn knuffelbeer!” Hij probeert zijn gezicht in plooi te houden, maar hij kan zijn glimlach niet meer onderdrukken. “AH, mislukt.” We kijken elkaar even aan en probeer niet weer in de lach te schieten. “Nou het was een mooi verhaal hoor, schrijf er een liedje over!” grapt Mike. Louisa en Tessie betrekken zich niet bij het gesprek. “Oh dat liedje gaat er komen. Wacht maar af…” Na een halfuur verteld de chauffeur ons dat we er zijn en we halen allemaal onze bagage op, melden dat we er zijn en wachten op de boot. We maken een paar foto’s en Lilly probeert telkens een foto van Lucas en mij, maar elke keer is er wel iemand die er bij opkomt of is er iemand die tegenstribbelt.

Uiteindelijk zitten we met al onze spullen op de boot. We hebben een plekje bij het raam weten te bemachtigen en hebben er ook nog eens voor gezorgd dat de jongens drinken voor ons zijn gaan halen. “Ben je nog boos op me?” Louisa kijkt me verlegen aan, een kant die ik niet echt van haar gewend ben. “Nee, ik vond het niet leuk wat je zei, je weet dat ik het er moeilijk mee heb en dat ik jullie zie als echte vriendinnen, maar boos? Zo zou ik het niet willen noemen. Ik was teleurgesteld, maar nu is het goed.” Ik weet niet wat ik erger zou vinden om te horen, dat iemand boos is of teleurgesteld. Ik denk dat het harder aankomt als je iemand teleurstelt, boos zijn is meer tijdelijk. “We gaan er een super leuke week van maken!” En de echte Louisa is weer helemaal terug. Ze gaat rechtop zitten als ze ziet dat Max, Lucas en Mike weer aan komen lopen. “Een muffin voor une belle lady.” Lucas overhandigt mij een chocolade muffin, mijn favoriet. “Helemaal zelf uitgezocht met een beetje hulp van Mike.” Ik moet mijn best doen niet knal rood te worden. Ik kijk Louisa aan, dat had ik beter niet kunnen doen. De teleurstelling is duidelijk van haar gezicht af te lezen. Ik lach voorzichtig naar haar, maar krijg een dodelijke blik terug. Kom niet aan haar jongen. “Wat gaan we vandaag allemaal doen?” Vraagt Lilly om het ongemakkelijke moment te verbreken. “We komen om twee uur ongeveer aan, dan gaan we fietsen huren en naar de camping. Tenten opzetten, eten halen en dan hebben we nog een hele avond.” We wisselen even blikken. “We kunnen naar het strand.”

Verslaafd aan jouWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu