1/3
Het is meer dan een jaar geleden dat ik hier was. De laatste keer dat ik hier was, was het ergste moment van mijn leven. Ik moest de persoon achter laten waar ik het meest van hield. De laatste keer dat ik haar sprake was ze met iemand anders samen, hoewel ik het niet leuk vind dat ze met iemand anders was dat ik niet ben, heb ik er niets over gezegd. Het belangrijkst voor mij is dat ze gelukkig is, en als dat bij hem is kom ik er niet tussen.
Ik ben blij op terug in mijn geboorte land te zijn, mijn oude vrienden terug te zien, alles terug te zien. De beste, leukste en verdrietigst moment waren hier. Niemand weet dat ik terug ben alleen mijn ouder die ik nu aan het zoeken ben om naar huis te gaan.
Na een kwartier vind ik ze en gaan we naar huis. Ik zet mijn koffers neer en ga in bed liggen het is avond en ik ben moe van de reis. Morgen ga ik naar de Roller, ik hoop dat ze daar nog zijn.
Na mijn ontbijt en me gedoucht te hebben ga ik naar de Roller. Als ik binnen kom, herken ik het amper, langs de buitenkant ziet het er nog het zelfde uit maar langs binnen helemaal niet. Ik ga naar de bar waar ik Simón zie. Ik ga naar hem toe.
- hey Simon.
Hij draait zich om en kijkt me verbaast aan dan komt hij naar me toe en knuffelt me.
- het is goed om je weer te zie vriend. Ik weet zeker dat de rest ook blij zou zijn om je te zien.
- waar zijn ze?
- de meeste zijn naar de universiteit. Pedro is op de piste.
-Het is hier veel veranderd siens de laatste keer dat ik hier was.
- ja dat kun je wel zeggen.
- Hoe gaat het met iedereen?
- het gaat goed, met de meest dat toch.
- wie dan niet?
- Nina, ze doet al een paar maanden raar, ze wil niet zeggen wat er is, iedereen maakt zich zorigen om haar.
- ik zal met haar praten als ik haar zie.
- dat zou goed zijn, ze wil het tegen niemand van ons zeggen.
- ik ken Nina heel goed, ook al zijn we niet meer samen.
- het moet moelijk zijn geweest.
- ja dat was het, maar het was beter voor bijde.
- ben je nog met iemand anders samen geweest?
- nee, er was niemand die me aantrok.
- wie weet kom je terug samen met Nina.
- ik zou het niet weten.
Ik en Simon blijven praten, na een tijdje komt Pedro ook er bij. Na de middag zie ik meer mensen binnen komen, tussen hem zie ik Matteo. Als hij mij ziet rent hij naar me toe en knuffelt me.
- ik heb je zo gemist broer.
- ik jou ook broer.
- ik heb je zo veel te vertellen.
- ik jou ook, maar ik wil eerst nog iets anders doen. Simon zie dat het niet goed gaat met Nina, weet jij iets meer.
- nee sorry man.
- weet je waar ze kan zijn?
- ik zie haar vaak rond dit uur in het park. Maar voor je gaat wil ik nog iets vragen.
- zeg maar.
- ben je nog steeds verliefd op haar?
- ik ben nooit gestopt van haar te houden.
- zorig dat ze terug zoals vroeger word.
-Ik zal het proberen.
Ik loop naar het park, ik ben zo opgewonden om haar te zien, ik heb haar meer dan een jaar niet meer gezien, nu dat ik weet dat we in de zelfde stand zijn moet ik haar zien, en zeker als ik weet dat het niet goed met haar gaat.
Na een paar minuten lopen kom ik aan in het park. Ik loop wat rond tot ik haar op een bank zie zitten. Ze is nog mooier dat de laatste keer dat ik haar zag. Ze zit op de bank waar we over de foto's sprake, het is al lang geleden. Ze kijkt naar beneden en luister muziek. Als ze dat doet is er iets mis. Ik ga langzaam naar haar toe en ga naast haar zitten. Ik raak voorzichtig haar schouder aan. Ze kijkt op. Als ze mij ziet, komen er tranen in haar ogen. Ik kan er niet tegen haar zo te zien. Ik neem haar tussen mijn armen. Het is lang geleden dat ik dat deed.
- alles komt goed, ik ben bij je. Wil je me vertellen wat er is?
JE LEEST
gastina/ Aguslina
Short Storydit zijn kort verhalen over Gastón en Nina of Agustín en Carolina.