Aguslina
1/2
- zit je weer aan hem te denken?- vraagt Karol aan haar beste vriendin.
- over wie heb je het?- vraagt Carolina
- ho kom op, ik weet dat je aan en jonge zit te denken. Geef nu maar toe, je gedraagt je al weken zo.
- ok ja, ik zit aan een jongen te denken.
- en wie is het?
- niemand die je kent.
- ik ken veel jongens bij ons op school.
- dat is het net, hij zit hier niet op school.
- dan zit je op een jongens school waar er maar 18 meisje zijn en iets van 630 jongens en dat wordt je verliefd op een jonge die hier niet op school zit.
- ja en? Ik ben niet naar hier gekomen voor de jongens.
- ok, maar van waar ken je hem dan wel?
- je weet toch dat ik muziekschool doe. En een van de lessen is dat je in een band moet spelen.
- en daar heb je een leuke jonge ontmoet.
- ja.
- maar wacht je doet dat toch al anderhalf jaar.
- ja, maar ik had nooit de behoeft om naar dat vrienden te zijn tot een paar weken geleden.
- en wanneer zie je hem?
- normaal gezien elke woensdag namiddag van 14 tot 15 uur.
- en wat ben je van plan te doen?
- ik weet niet. Ik weet niet of hij ook iets voelt voor mij.
- heb je zijn nummer?
- ja, we hebben een groep van de samenspel en daar zit hij ook in.
- stuur hem dan een berichtje om af te spreken.
- nee. Daar ben ik te bang voor.
- je moet risico's durven nemen anders krijg je nooit een vriendje.
- ik heb een beter idee. Deze vrijdag hebben we concert dus daar zie ik hem soiso.
Na het gesprek met Karol gaan we naar de les. Het is vandaag woensdag dus maar een halve dag.
Na het school fiets ik naar huis. Een uur later neem ik mijn gitaar op mijn rug en fiets naar een plein waar ik met Valentina heb afgesproken om Samen naar de muziekschool te rijden.
We zetten onze fiets in de fietsenstalling en gaan naar binnen. Na een paar minuten is de voorige groep klaar en mogen we naar binnen.
Na een paar minuten is iedereen er.
Als we een liedje aan het spelen zijn kijk ik soms naar mijn vingers en ook naar hem.
Als de les gedaan is wandelen wij vieren ( Valentina, Mike, Agustín en ik) naar de fietsenstalling de rest is met de auto. We nemen onze fietsen.- het ging best goed - zegt Valentina.
- ja, alleen dat tweede liedje met de volgorde ging nog niet zo goed.- zegt Mike.
- dat komt omdat het nog maar de tweede week is dat we het oefenen. - zegt Valentina.
- is het dan wel slim om dat vrijdag op concert te spelen? - vraag ik.
- we zullen dan we zien. - zegt Mike.
- en ander doen we wel wat. - zegt Agustín.
- opsotief denken, het kom helemaal goed. - zegt Valentina.
- dat zullen we vrijdag zien. - zeg ik.
We praten nog even verder, dan fietsen ik en Valentina terug naar huis.
- wat is er met jou? - vraagt Valentina
- niets, waarom?
- je bent zo stil.
- ik weet niet.
- vind je iemand leuk?
- nee, waarom?
- gewoon van je gedrag. En ik weet dat je liegt, ik zie wel hoe je naar Agustín kijkt.
- ok, ja ik vind Agustín leuk.
- jullie zouden een mooi koppel samen vormen.
- vindt je echt?
- ja, een drummer en gitariste, ik vind het goed passen en ook jullie als persoon samen. Je kunt het hem vrijdag zeggen, dat is het perfecte moment.
- ik weet niet.
- kom op, ik zal je helpen.
- we zullen nog wel zien wat er dan gebeurt.
- ok ok, tot vrijdag - zegt ze als ik afslag om naar mijn huis te gaan.
Na 5 minuten ben ik thuis en begin ik aan mijn huiswerk.
JE LEEST
gastina/ Aguslina
Short Storydit zijn kort verhalen over Gastón en Nina of Agustín en Carolina.