Een tijdje later lig je in Jeongguk's bed.
Jeongguk ligt op zijn bank, die aan de andere kant staat van de kamer.
In het donker zie je zijn figuur. Met zijn hoofd leunt hij tegen de leuning van de stoel. Wat een schattig beeld geeft.
Je kruipt verder in Jeongguk zijn grote trui die je mocht lenen. Kou vult de kamer zich.
Je armen liggen op het kleed. Zodra je de kou op je huid aanvoelt doe je ze onder het deken.
Je kijkt naar Jeongguk, gewikkeld in een grote trui en joggingbroek. Alsnog zonder kleedje ziet het er erg koud uit.
Je voelt je schuldig dat jij in zijn zachte warme bed ligt en Jeongguk op het bankje. Ook al was het zijn eigen idee. Hij ziet er zo breekbaar uit.
Je hebt medelijden met hem. Door jou ligt hij nu niet in zijn warme bed, waar hij hoort te zijn. Het was nooit jouw bedoeling geweest om hem hierin te betrekken. In jouw problemen. Ook al had Jeongguk het recht om het te weten, dat wist je. Aangezien wat hij je gister vertelde.
Je voelt je er raar bij dat jij al die jaren niets wist van het verhaal van Jeongguk, maar je neemt het hem niet kwalijk.
Je kijkt naar links, naar het nachtkastje, waar de wekker op staat.
02:08 geven de cijfers aan.
Je kan niet een nacht helemaal niet slapen, denk je bij jezelf.
Langzaam sluit je je ogen, hopend op mooie dromen.