Met je zware tas op je rug loop je door de school. Je bent te moe om je schooltas nog langer op je rug te dragen. Zo snel als je kan loop je naar je kluisje. Met een harde plof gooi je je tas op de grond.
'Y/N?' Je kijkt naar links. Daar zie je Jeongguk staan.
'Hey.' Zeg je terwijl je je jas langzaam uittrekt. Je blijft naar de grond kijken. Hopend dat hij de wallen onder je ogen niet opmerkt.
Maar dat mislukt als hij zijn hand op je wang legt. Je schrikt en kijkt zijn kant op. Jeongguk is dicht bij je gezicht. Met grote ogen kijk je hem aan.
'Je ogen zijn helemaal rood.'
Je sluit je ogen. Je wilt niet dat hij het door heeft.
'Heb je vannacht wel geslapen?
Je schudt je hoofd. Je durft hem niet aan te kijken. Te bang voor zijn reactie. Nog steeds ligt zijn hand op jouw wang.
'Y/N.' Hij trekt je in een knuffel. Je gezicht verberg je in zijn nek. 'Je had me gewoon kunnen appen.'
Zijn hand wrijft over je rug. In zijn omhelzing word je altijd rustig.
'Mag ik vanavond bij jou slapen?' Vraag je zachtjes.
'Tuurlijk Y/N.' Zijn hand legt hij op je hoofd. Zachtjes houdt hij je steviger vast.
'Dank je Jeon.'