Kalmpjes streelt Jeongguk je armen. Je hebt niet meer geslapen sinds je het zwarte lichaam achter je zag staan in de spiegel. Je ogen zijn gesloten, gelukkig. Het enige wat je ziet is het donker dat achter je ogen zich bevindt.
Warm in Jeongguk's trui en armen lig je dicht tegen hem aan. Je voelt alleen de vrede op dit moment. Geen woorden om angst uit te drukken nu je bij Jeongguk bent. Door zijn aanraking lijkt de vrees weg te gaan.
Je hoort de trage ademhaling van Jeongguk in je oor die naast je ligt. Je kan je niet voorstellen hoe blij Jeongguk is dat het meisje op wie hij jaren verlieft is eindelijk in zijn armen ligt. Hij wil je nooit meer loslaten, je gezicht nooit meer vergeten, jouw glimlach nooit meer willen laten verdwijnen, jou nooit meer verliezen.
Hij kan alleen maar naar jouw gezicht blijven kijken als hij voorzichtig met zijn vingertoppen je wang streelt. Door de aanraking van zijn huid komt er een klein glimlachje tevoorschijn op je gezicht. Met Jeongguk gebeurt er hetzelfde als hij het ziet.
Hij gaat door tot aan je glanzende haar. Zachtjes masseert hij het. Je verdwijnt alleen maar dieper in je rust. Hopend dat het op slaap eindigt.
Een klein zacht kusje wordt op je achterhoofd gezet. Je draait je hoofd naar zijn kant toe. Zijn mond legt hij op je voorhoofd. Nog steeds zijn je ogen gesloten, je geniet van het moment dat het nu kan. Je voelt hoe je lichaam zwakker wordt en langzaam in een diepe slaap terechtkomt.