'Y/N-ie? We zijn er.'
De bus stopt, het lijkt alsof je een beetje naar voren wordt geduwd.
Je zoekt naar Jeongguk's hand als de andere zich om jouw middel heenslaat.
Hij begeleid je uit de bus als er licht op je gezicht valt. Ook al heb je de blinddoek op, voel je een zwak zonnetje op je huid schijnen.
'Kan hij af?' Vraag je giechelend, benieuwd naar waar Jeongguk jou heeft heengebracht.
'Hij kan af.' Antwoord Jeongguk jou enthousiast.
Je voelt het doek jouw huid verlaat en een scherpe felle zon in je ogen schijnt. Je knijpt ze lichtjes dicht als je de omgeving bestudeerd.
Water hoor je onder je stromen, de wind waait je haren zachtjes naar achter, de zon geeft een oranje/paarse gloed aan de omstreek.
En dan heb je het door, alles wat je hier ziet, zie je in je droom.
De brug.
De welbekende brug, waar al je nachtmerries terugkomen.
Je draait je lichaam om naar Jeongguk en ontmoet zijn donkerbruine ogen. Hij schenkt je een warme glimlach toe.
Je kan geen goede woorden vinden, je hebt geen idee wat je hem kan zeggen op dit moment.
'Ik weet dat deze plek een grote nachtmerrie voor je is.'
Attent luister je zorgvuldig naar wat hij zegt, geen woord wil je missen.
'Maar ik wil je laten zien dat deze plek meer is dan pure angst.'
Een glimlach verschijnt op je gezicht als hij zijn hand opsteekt met een bepaald voorwerp erin.
Een slotje.
Hij pakt je hand en trekt je mee naar de rand van de brug. Stiekem durf je niet naar beneden te kijken, in plaats daar van kijk je naar Jeongguk's ogen.
Het slotje stopt hij in je handen, wetend wat je ermee moet doen.
Het slotje zet je vast in de tralies van de reling van de brug. Dan haalt Jeongguk een klein sleuteltje uit zijn broekzak.
Hij zet het slotje vast in de tralies en vervolgens overhandigd hij het aan jou.
Je geeft het sleuteltje een snelle kus voordat je glimlachend het in het stromende water onder je gooit.
Verderop is er een kleine plons te zien, wat betekend dat het sleuteltje het wateroppervlak heeft bereikt.
Eindelijk kijk je naar het blauwe water onder je, waar je normaal met doodsangsten naar staart.
Je leunt je lichaam dicht tegen die van je vriendje aan. Vlinders bloeien er in je op als Jeongguk zijn zachte stem het volgende zegt.
'Liefde is sterker dan angst.'