Hoofdstuk 10

26 3 0
                                    

Ik ben diep van binnen bang. Bang dat ik een rogue word. Bang dat ik alleen gelaten word en nooit meer toegelaten word. Dit verdien ik. Ik blijf hier in me kamer tot hij me ophaalt en dan zou hij me vermoorden. Hij vermoord me en dan ben ik dood... is dit allemaal waar?

Ik loop zenuwachtig heen en weer. Ik hoor de deur open gaan en zie hem staan en buig meteen, want normaal moet het maar vaak doe ik het niet. Ik zie hem kijken naar mij en hij bekijkt me van top tot teen. Ik zie Roan op me aflopen, hij pakt me vast en ik voel tintelingen door me lichaam gaan. Ik ben bang. En probeer hem los te trekken, maar het lukt niet. Hij trekt me mee en neemt me mee naar de troonkamer en gaat op zijn troon zitten en kijkt me aan.

Ff tussendoor in zijn packhuis staat dus een troon en daar houd hij vaak toespraken enzo.

Ik zoek voor een uitgang. 'Naha liefje.' Hoor ik hem zacht grommen. 'Liefje...?' Herhaal ik zacht. Ik zie hem knikken en opstaan. Hij loopt met zijn handen op zijn rug naar me toe en grijnst. Ik loop naar achter tot ik de deur voel. Hij gaat me wat aandoen! 'Waar is je mate?' Vraag ik hem voorzichtig.

'Dood....' Antwoord hij zacht. 'Wat ga je met me doen?' Piep ik dan. 'Wat denk je?' Hij grijnst. 'Vermoorden?!' Ik kijk hem angstig aan en zie hem lachend schudden. 'Wat dan?' Nieuwsgierig kijk ik hem aan, maar ook een beetje bang. Ik probeer opzij te schieten maar hij zet zijn arm tegen de deur waardoor het niet lukt. Ik probeer de andere kant maar hij doet precies hetzelfde en houd me in bedwang. Ik kruip in elkaar en ben bang. 'Niet bang zijn ik doe je niks.' Mompelt hij verleidelijk.

Ik heb hem nooit in zijn ogen durven kijken en nu deed ik het voor het eerst. Ik begin te tintelen. Wat is dit voor gevoel. Ik kijk snel naar beneden. Hij zet zich van de deur af en loopt terug naar zijn troon en gaat er zitten. Ik zie hem grijnzen, maar ik durf niet dichterbij te komen. Hij klopt naast zich op de troon, in hoop dat ik naast hem ga zitten. Ik loop langzaam en voorzichtig naar hem toe en zodra ik te dichtbij kom, komt er een bewaker binnenstormen. Hij grijpt me vast. Roan gromt naar hem zodat hij loslaat.

Als Roan met de bewaker praat zwaai ik de deur hard open en ren naar de troon en ga erachter zitten. 'ZE IS ONTSNAPT, VANG MIJN MATE!' Brult Roan. Ik slik, MATE?! Ik hou me erg stil. Ik zie Roan rondlopen. Ik zie hem veranderen in zijn wolf en snuffelt rond. Hij kan me niet ruiken dus veranderd hij terug en gaat op zijn troon zitten. Nu is mijn kans om weg te gaan.

Ik verander in mijn wolf en spring over de troon heen. Vanaf dit moment gaat alles langzamer. Hij veranderd in zijn wolf en springt tegen mij aan en haalt me uit de lucht. Ik val langzaam op de grond en hij staat gewoon. Roan gaat voor me staan en gromt in alpha toon: 'Verander terug!' Ik begin te piepen. 'Verander terug!!' Ik begin bang te worden en trek me los. Ik ren snel als wolf naar de deur, maar word tegen gehouden door Roan. 'Vlucht niet.' Ik zie hem me kwaad aankijken.

Ik loop langzaam achteruit en hij loopt grommend naar me toe. Ik wil weer weg rennen maar voor ik het weet lig ik op de grond. 'Verander terug.' Zegt hij rustig op alpha toon. Ik verander naar mens en geef me over. Roan neemt me opnieuw mee terug naar de troonzaal. Hij gaat zitten en een bewaker laat me voor hem knielen. 'Af! Ze is mijn!' Gromt Roan naar de bewaker. Ik kijk hem angstig aan. Hij pakt mijn hand en trekt me op zijn schoot. Ik wil wegrennen maar dat lukt niet, hij houd me vast.

'Jij wordt de luna.' Hoor ik hem fluisteren in me oor. Ik kijk hem aan. Ik glimlach naar hem, maar het is nep.

Hij grijnst naar me. Vind ik hem wel leuk? Ik denk het wel, maar ben ik er wel klaar voor. Mijn vader komt binnen. 'Hai, ik heb mijn mate gevonden.' Hoor ik hem grijnzen naar mijn vader. Hij knikt en loopt weg. Ik zit heel stil. Ik voel hem met zijn hoofd in me nek. 'Je ruikt heerlijk.' Hoor ik hem zeggen. Ik begin te blozen. Hij grinnikt. Hij streelt langzaam me wang. Ik ben nog steeds bang dus ontwijk zijn vingers. Hij laat me gaan en ik ren meteen bang weg en verander in een wolf. Ik hoor hem zuchten en hoor voetstappen achter me aan rennen. Snel spring ik door een raam, hij breekt. Ik val op de grond en zie hem voor me staan.

Ik verander terug en kruip bang naar achter. Dan hoor ik ineens Jack roepen: 'AANVALLEN!' Hij heeft een leger. 'Naar binnen, Lola snel!' Roan kijkt me serieus aan en roept zijn leger. Ik ren het bos in als wolf, maar hoe verder ik kom hoe schuldiger ik me voel. Ik voel een steek, Roan is in gevaar! Ik ren terug naar de roedel en zie Jack over Roan staan. Hij wil hem net dood bijten tot ik zeg: 'STOP! WAT WIL JE JACK!' Ik zie Jack naar me grijnzen. 'Jou.'

'Laat mijn mate dan met rust!' Zeg ik en hij kijkt naar Roan en lacht. 'Dat jou mate?!' Ik knik zelfverzekerd. Hij begint harder te lachen. 'Grijp haar!' Ik grom naar de wolven. Roan staat op en springt voor me. Ik geef hem een lik, want hij is ook wolf. 'Dit kunnen we samen, Lola.' Zegt hij. We grijpen 1 voor 1 de wolven en verwonden ze. 'Hmm... kom maar op Lola. Vecht dan tegen mij.' Hoor ik Jack achter me. Ik hoor Roan grommen, maar ik houd hem tegen. 'Dit doe ik.' Zeg ik zacht. Ik grom naar Jack en circel om hem heen. Ik val als eerste aan. Hij slaat me weg. Ik heb een wond op me rug. Ik spring boven op hem en bijt hem in zijn schouder. Hij laat zich vallen. Gelukkig spring ik optijd weg.

Hij rent naar me toe. Ik kijk hem fel aan en bijt hem in zijn poot. Hij veranderd terug en geeft zich over. 'Bewakers! Gooi hem in de cel!' Hoor ik Roan roepen, daarna loopt hij naar mij toe. Wij veranderen terug en ik geef hem een knuffel. 'Dankjewel.' Zeg ik zacht. Hij glimlacht. 'Alsjeblieft.' Mompelt hij zacht. 'Ik zal je niet meer dingen dwingen, liefje.'

Ik voel me fijn en veilig in zijn armen. Hij houd me stevig vast. Hij geeft me een kusje. Dan drukt hij zijn tanden in mijn nek en bijt door. Ik schrik en alles word zwart.

Ik word wakker en voel me nek dat pijnlijk is. Ik lig in de kamer van Roan. Hier mag niemand slapen behalve Roan. Woow! Roan komt binnen met water. 'Hey liefje, ik dacht je hebt vast dorst.' Hij geeft het water aan mij. Ik glimlach en drink. 'Waardoor viel ik flauw?' Hij begint te lachen. 'Kijk zelf maar in de spiegel.' Dat doe ik en zie dat hij een mark heeft gezet. Ik kijk met grote ogen erna. De alpha heeft mij een mark gegeven! Maar is dit wel echt? Ik zie dat ik verband heb om haar middel. En niet mijn kleren aan heb, maar een shirt van Roan. Ik doe me neus in de trui en snuif zijn geur. Hij ruikt lekker.

Dit was het weer voor nu :) hopelijk vinden jullie dit deel ook leuk! Hij staat in top 10 van Wolven!!! Op plek nummer 10! Omg!

Mate?!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu