Hoofdstuk 14

19 1 3
                                    

Hij zucht en zegt dan: 'Hij heeft jou in gevaar gebracht en is een rogue. Hij heeft nooit bij deze roedel gehoort.' Ik knik zacht. Dat begrijp ik.

Ik voel me rot. Snel loop ik naar de nare, koude, kille kerker. Ik zie Nick erzitten en loop naar hem toe. 'Hey.' Ik zie hem opkijken van verbazing. 'Hey....' Ik leun tegen het tralies en Nick komt dichterbij. 'Haat je me...?' Hij kijkt verdrietig. Ik schud me hoofd. 'Ik wil je hier uithalen, maar hoe?' 'Lola!' Hoor ik de boze en bekende stem achter me... het is Roan.

'Oh, hey liefje.' Zeg ik onzeker. 'Waarom wil je hem eruit halen? Ik heb je nog zo gezegd dat hij nooit bij onze roedel heeft gehoord!' Hij kijkt me fel aan. 'Maar.. ik wil wel...' Zegt Nick dan. 'KOP DICHT JIJ HOPELOOS ZIEL!' Hoor ik Roan grommen. Ik zie dat Nick gebroken is en hij is best een goede vriend dus ik draai me kwaad om naar Roan.

'Jij harteloos wezen dat je bent!!' Ik zei het luid en duidelijk en zijn gezicht vertrekt van pijn naar woede. Ik wil hier niet zijn. Ik wil weg. Ik loop naar boven toe en hoor de voetstappen van Roan achter me. Ik begin sneller te lopen en hij ook en dan ren ik snel weg, zoals ik al dacht hij ook en vlak voordat hij me te pakken heeft verander ik in een wolf. Als 1 ding dat strikt verboden is in het packhuis dan is dat in een wolf veranderen. Maar toch ren ik door, maar zoals ik al dacht zit hij vlak achter me. Dan ren ik naar de keuken en ga aan de andere kant van de tafel staan.

Ik zie een meisje naar Roan lopen. 'Ik heb zin in je, schatje. Kom je straks?' Roan knikt naar haar. Ik begint gebroken te grommen. Nu wil ik echt weg! Ik ren naar hem toe en haal hem onderuit. Ik ren door naar de deur, verander terug en open hem. Snel ren ik naar buiten en verander weer. Nu ren ik niet zoals gewoonlijk richting de eene kant van het bos, maar nu naar de andere kant. Op naar niemands land! Bij de grens hoor ik hem mijn naam roepen.

'Lola, het spijt me! Het was een geintje!' 'Laat me met rust! Je bent een gevoelloos monster!' Ik kijk hem vol tranen aan. Snel ren ik de grens over maar hij gaat met me mee rennen en haalt me onderuit. Ik val tegen een rotsblok. Het enige wat ik voel is pijn, van binnen en buiten. 'Nu je een rogue bent, kan ik je opsluiten of doden.' Grijnst hij in mijn oren. Ik krijg tintelingen die fijn zijn, maar druk hem van me af. Ik wil niks meer met hem te maken hebben!

Ik cirkel om hem heen en val hem aan. Hij slaat me neer met al zijn kracht. Ik lig kreunend op de grond, ik zie hem naar me toelopen en veranderen. Ik voel me opgepakt worden en word meegenomen. Ik kan niks, niks bewegen en niks zeggen, niks zien en niks horen. Alleen maar voelen. Ik word hard op de grond gesmeten, op een koude, kille grond. Ik kan eindelijk weer wat zien en ik lig (zoals ik al verwachtte) in een koude, kille, donkere cel. Roan grijnst naar me en ik kijk hem kwaad aan.

'Zo kan je niet zijn, Roan!' Ik krijg tranen en kijk hem ook kwaad aan. Hij haalt zijn schouders op. zacht mompel ik "Klootzak". 'Wat zei je daar prinsesje? Zei je nou klootzak?' Hoor ik hem grijnzen naar mij. 'Je wilt me niet als mate.' Zeg ik teleurgesteld naar hem. 'Dat heb je mis, maar ja je zegt het zelf.' Ik zie hem weglopen. 'kom terug!  Laat me niet alleen... Alsjeblieft!' Huil ik eruit. Hij kijkt heel sneaky om het hoekje en staart naar mij. Ik ga met me rug naar hem toe zitten.

Dan hoor ik een galm van het openen van tralies en hoor ik voetstappen mijn kant opkomen. Roan legt een hand op mijn rug, hij voelt warm, vertrouwd en ik krijg er tintelingen door. Ik schud het met tegenzin van mijn rug. 'Het spijt me zo, prinsesje. Ik wou niet zo doen, maar ik was gewoon zo boos op je...' Hoor ik hem zacht sussen vol spijt. 'Dan reageer je zo op mij af! Wat een klootzak ben je!' Gil ik uit woede en verdriet. 

Hij knikt instemmend en kijkt bezorgt naar mij. 'Heb ik je pijn gedaan?' Zijn stem klinkt bang en onzeker en ik knik op zijn vraag. 'Van binnen en buiten om die rot grap van je!' Snel sta ik op en ren huilend de cel uit en ga naar mijn oude kamer. Ik  ga op mijn bed liggen en verstop mijn hoofd in het kussen. Ik wil hem even niet spreken. Dan hoor ik geklop. Ik zucht en mompel "Ga weg", maar zoals ik al verwachtte luisterde hij niet en liep hij naar binnen. 'Liefje...' Begint hij zijn zin, maar voordat hij het af kon maken riep ik nog is boos dat hij weg moest gaan en mij met rust moest laten. Hij zuchtte en liep weg. Meteen toen hij begon met "Liefje" wist ik dat het Roan was dus daarom stuurde ik hem kwaad weg. 

Ik huil en huil al een paar uur. Alweer komt er iemand binnen, dit keer zonder te kloppen. Ik negeer diegene en voel dan een kus op me achterhoofd. Het is Roan alweer! Ik sla hem hard in zijn gezicht, maar nu was het Roan niet.... Het is mijn vader. 'S... Sorry.' Zeg ik snel. Hij begint te lachen en knuffelt mij. Ik knuffel terug en kijk hem met betraande ogen aan. 'Wat is er met je aan de hand, meis van me?' Vraagt hij rustig en geduldig. Ik begon het hele verhaal te vertellen, van begin tot  eind. Hij knikt begrijpelijk. 

'Ik snap je helemaal.' Zegt hij tot slot. Ik kijk naar de deur die open gaat. En daar staat...


Ik maak het even spannend en ik heb iets meer inspiratie nu :D dus ga zo veel mogelijk proberen te schrijven in een week voor jullie! Wie denken jullie dat daar staat? (Hier zit een limiet aan! Bij de 5 reacties komt er pas weer een nieuw deel online zodra ik die klaar heb! Wil je dat ik verder schrijf? Zorg dat deze dan 5 reacties krijgt wel elke keer van een ander en niet 5 van dezelfde persoon ofz!)

Groeten Silke <3



Mate?!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu