Hoofdstuk 10

504 20 53
                                    

"Help ons!" schreeuwde Maria naar de vier mensen in het korenveld, terwijl ze hevig met haar armen zwaaide. Ze zag dat de boerin omkeek.

"Wadist?"

"Er is een overlevende!" riep Maria naar de grijsharige dame, verderop in het barre winterlandschap.

"Brengt 'em nor de hoeve! De deur is los. En maakt voort, de dorpelingen kunnen ieder moment komen zien."

Het meisje knikte. "Kom, we gaan naar de boerderij", informeerde ze de gewonde vliegenier, ofschoon ze wist dat hij haar taal niet verstaan kon. "'t Is nie ver meer - ziet, daar is 't."

Ross volgde Maria's blik naar de hoeve die verderop tussen de bomen stond. Zij strompelde en hij hinkte verder. Niet veel later stonden ze voor het bakstenen huis, met een donkergroene voordeur, raamkozijnen in diezelfde kleur en een pad met kasseien dat langs de zijkant van de hoeve naar een kleine binnenplaats leidde. De twee sjokten naar de voordeur. Maria keek snel even achterom voor ze die opende, om zeker te zijn dat niemand haar gevolgd was naar de boerderij. Toen ze de krakende deur openduwde, hoorde ze haastige voetstappen en gehijg achter zich. Snel draaide ze zich om, maar tot haar grote opluchting was het boerin Bea die haar - wellicht aan een hoger tempo - achternagekomen was.

"Snel, verstopt hem binnen." De vrouw wurmde zich langs Maria en Ross heen.

"Verstoppen?" herhaalde Maria verbaasd terwijl ze de donkere hal met een terracottavloer en witte wanden betrad en de groene voordeur achter zich dichttrok.

"Ja, Stan zegt da we best verborgen kunnen houden da d'er overlevenden zijn." Vervolgens wendde ze zich tot Ross: "Kom maar, joengen, volgt mij mor." De vrouw ging Ross en Maria voor naar binnen, waar ze hen een woonkamer even donker als de hal in leidde. "Ge moogt gaan zitten, jongeman. Ik zal uw arm verzorgen." Bea gebaarde naar de zetel en Ross nam voorzichtig plaats op het zachte, stoffen bankstel met bloemen. Dan verdween de boerin naar de keuken.

Maria nam snel een houten stoel die aan de eettafel stond en zette hem voor de Britse vliegenier neer. "Legt aa voet hier mor op."

De zwartharige jongeman keek haar vragend aan en vroeg verward wat ze bedoelde in zijn moedertaal, al was het Engels Maria even vreemd.

"Uwe voet", herhaalde Maria en ze wees naar het gewonde lichaamsdeel van Ross. Hij knikte en tilde voorzichtig zijn been op, waarna hij het op de stoel legde.

Bea betrad de woonkamer weerom, met in haar ene hand een kom water en in haar andere een aantal witte handdoeken en een schaar. Ze zette de kom op de vloer en kwam naast de Engelsman in de zetel zitten. Voorzichtig knipte ze zijn hemdsmouw open - stukjes witte stof kleefden vast in het stroperige bloed dat zijn witgekleurde brandwond omringde, en rode vlekken en blinkende huid bedekten zijn ganse onderarm. Maria wendde haar blik af.

"Maria, gaat gij 'ns zien bij de mannen bij 't wrak. Dees kan 'k wel alleen."

Dat liet ze zich geen twee keer zeggen. Het meisje stond op, keek Ross Blackwood nog vlug in de ogen - met een blik waarmee ze bedoelde dat het wel goed zou komen en dat hij in goede handen was bij Bea, al was ze niet zeker of de jongeman haar begrepen had - en draaide zich om. Toen ze de kamer verlaten had en de deur die van de woonkamer naar de hal leidde achter zich dichtgetrokken had, bereikten de kreten van Ross die door merg en been gingen, haar oren.

"Het spijt me verschrikkelijk, Ross", hoorde Maria Bea mompelen. Het dienstmeisje wilde niets liever dan zijn hand vasthouden terwijl hij die verschrikkelijke pijnen moest doorstaan - zo lang ze die gruwelijke brandwond niet hoefde te aanschouwen - maar dat kon niet; als Stan echt wilde dat niemand wist dat ze een gewonde vliegenier verzorgden op de boerderij en als de kans bestond dat er nog overlevenden in het wrak zaten, moest Maria ernaartoe om te helpen voor de nieuwsgierige dorpelingen zouden arriveren, want dat zou uiteraard elk moment kunnen gebeuren, de inwoners kennende van dat kleine dorpje waar nooit iets interessants gebeurde.

Het Geslacht Vuil GatWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu