Hoofdstuk 34

165 11 9
                                    

Ik ben een man die doorgaans voor elk fenomeen een rationele verklaring zoekt, maar voor wat er na de bevrijding in Auschwitz-Birkenau gebeurde, kan ik dat niet; toen de Russen de cel van Maria bereikten, troffen ze haar levend aan en gaven ze haar meteen een bed in het noodhospitaal dat ze hadden opgericht om de verzwakte Auschwitzgevangenen te verplegen. De weken die volgden balanceerde Maria tussen leven en dood, terwijl de vrouwen in de bedden om haar heen steeds sterker werden, tot ze uiteindelijk terugkeerden naar huis. Af en toe kwamen er oud-gevangenen uit de andere zalen kijken of ze hun geliefden konden vinden. Maria was nog buiten bewustzijn toen twee kleine meisjes hun moeder Chavaleh zochten, of een oude man zijn dochter Eugenie, en misschien was het maar beter dat ze hen niet gezien had. 

Op 10 februari, twee weken na de bevrijding van het kamp, zou Maria ontwaken. Het begon met een rilling die zich door haar rechterhand verbreidde. Er was stilte in haar hoofd, ofschoon de kamer gevuld was met stemmen. Haar handen begonnen zachtjes te trillen. Maria wilde ze onder de dekens verbergen, in de hoop het trillen te kunnen stoppen, maar ze kon zich niet bewegen. 

De stilte ging over in zachte geluiden: stemmen in de verte, voetstappen op de tegels, het ruisen van de wind tegen de ruiten. De leegte ging over in gevoelens en indrukken: honger, verwarring en droefenis, al bleef er een stukje van de leegte voortleven in haar lichaam. Voor het eerst voelde Maria de koude langs haar handen glijden. Haar bewusteloze lichaam was een gevangenis waar ze zich uit moest bevrijden; haar gesloten ogen zouden de de deuren naar de vrijheid zijn. Aan haar trillende handen zou men kunnen zien dat ze vocht tegen de bewusteloosheid, maar niemand in de ziekenzaal keek naar haar om. Maria stond er alleen voor, een voorbereiding op de eenzaamheid die ze voor de rest van haar leven zou moeten doorstaan. 

Toen ze haar ogen opende, zag ze dansende witte vlekken, die langzaamaan de vormen aannamen van netjes opgedekte bedden, in lange rijen opgesteld. De meeste bedden waren leeg, slechts sommige waren bezet. Een kleine verpleegster in een witte schort verliet net de ziekenzaal en liet de houten deur met een bons achter zich dichtvallen. Maria kromp ineen. 

Voorzichtig drukte ze zich op, en bekeek ze haar graatmagere vingers die trilden als twijgjes in de wind. Ze kon het niet stoppen. Vervolgens keek ze naar de vrouwen aan de andere kant van de ziekenzaal, die een kom dampende soep tot zich namen. Wat was er in godsnaam gebeurd? Maria moest Eugenie, Theodora en Irma gaan zoeken, misschien kenden zij de antwoorden op haar vragen. 

Kreunend ging ze rechtzitten, zodat ze de witte dekens weg kon trekken. Maria zette haar blote voeten op de ijskoude witte vloertegels, schoof enkele centimeters naar voren en bracht zich voorzichtig tot staan. Ze wankelde op haar benen en haar handen schokten onbeheersbaar. 

De ijzeren bedrand die ze vastgreep om niet om te vallen deed haar denken aan de tralies van haar ondergrondse cel. Voorheen waren haar herinneringen aan de afgelopen weken nevelig en onbegrijpelijk, maar plotseling, door die ene simpele aanraking, kwam alles terug. Maria herinnerde zich de ontsnappingspoging, de executie van Irma, de kogel die Eugenie in de hals had getroffen, de tralies van de cel waar ze 's nachts ontelbare malen tevergeefs aan had gerammeld, schreeuwend om hulp. Als iemand haar had gered uit haar cel en haar een bed gegeven had in deze ziekenzaal, betekende dat dan dat de bevrijders waren toegekomen? Was haar oorlog na al die jaren eindelijk voorbij?

Zwarte vlekken verschenen voor haar ogen door het vlugge rechtstaan en nog steeds hadden haar benen nog niet de kracht die ze vroeger bezaten, maar het besef dat de Russen gekomen waren gaf Maria hoop, en dat had ze al lang niet meer gehad. Ze zette een volgende waggelende stap, verloor bijna haar evenwicht - en kon nog net op tijd steun vinden aan het ziekenbed aan haar zijde - en glimlachte, al had zij er wellicht uitgezien als een dronkaard voor hen die de gruwelen van de concentratiekampen niet gekend hadden. De volgende passen zette ze wankelend doch zonder ergens op te steunen. Op haar blote voeten strompelde ze over het middenpad dat tussen twee rijen bedden in lag. Maria voelde de blikken van de vrouwen met hun kommen soep in haar rug prikken. 

Het Geslacht Vuil GatWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu