Hoofdstuk 18

130 6 11
                                    

Zeven jaren gingen voorbij, en de liefde tussen Maria en Arnaud zegevierde als eertijds; Arnauds moppen werden flauwer, doch Maria lachte harder. De Meulemanslaan 13 begon hen steeds meer als een thuis te voelen, en na een tijd konden zij zich zelfs niet meer voorstellen dat zij ooit ergens anders gewoond hadden. Nog steeds rende Arnaud elke ochtend zijn rondje door de Tongelse straten, zodat hij in conditie bleef, en inmiddels had Maria meer gewicht gewonnen door de kinderen die zij droeg - want het is met grote vreugd, waarde lezer, dat ik u kan vertellen dat zij nog twee keer ouders waren geworden in de jaren die volgden, en in Maria's dagboeken heb ik geen droef woord over die periode gelezen. In 1949 schonk ze het leven aan een zoon, Ivo. De winter van 1951 was kil en Maria en Arnaud zochten warmte bij elkander; negen maanden later werd Dora geboren.

Kinderen groeiden op, ouders werden ouder. Maria bleef in verbinding met Louis Claes, die op pensioen ging en zorgde voor de vele kleinkinderen die hij onderhand gekregen had, en Stan Evers werd gelukkig met Aline, ondanks dat er in hun huisje in Blauberg nooit kinderstemmen zouden weerklinken. De ongehuwde dochter van Jaak en Godelieve was tegen de tijd dat het jaar 1954 was aangebroken niet langer ongehuwd. Jaaks oude inwonende moeder verloor het gevecht tegen de jaren. Sporadisch viel er een brief van Theodora Zijlstra op de deurmat in de Meulemanslaan, maar naarmate de jaren verstreken, doofde hun communicatie zachtjes uit. De twee vrouwen kregen beiden andere prioriteiten: de velden rondom de hoeve in Peer werden te groot voor Thea en haar man Gust en hun ruggen te krom door hun lang gepasseerde jeugd, terwijl Maria haast een nieuwe jeugd beleefde, want ze kon haar kinderen de liefde geven die ze van haar eigen ouders nooit gekregen had.

Op een grauwe januariochtend reed de familie Cools in haar lichtblauwe wagen op de onverharde weg tussen Tongerlo en Blauberg. Maria - zij was ondertussen achtentwintig, maar haar gelaat toonde ouder ondanks haar kinderlijke trekken - voelde de warme hand van haar echtgenoot op haar bovenbeen en ze hield over haar schouder hun kinderen in de gaten. Ivo's helderblauwe ogen staarden mijmerend naar de boomtoppen die dansten in de wind, en Gilberte luisterde aandachtig hoe de kleine Dora alles benoemde wat ze zag.

"Dag bomen", zei ze. "Dag wegje. Dag vogel."

"Ziedde hoeveel woorden z' al kent, moe?" riep haar oudste dochter.

"Ja, 'k hoor 't, Gilberte", antwoordde Maria grinnikend. "Mor nie te hard roepen, da g' aa va nie doet verschieten."

Zonder zijn ogen van de weg te trekken, zei Arnaud: "Da geeft niks. Kijk daar 'ns, ge kunt de kerk van Blauberg al zien."

De bestemming van het gezin Cools was de Sparstraat, die nog helemaal hetzelfde was als zeven jaar geleden, en waar zij op zondag vaak kwamen om samen met Arnauds ouders een middagmaal te nuttigen; na het eten speelden de kinderen dan in de hof onder de perenboom, en ondertussen kon Maria het aan daarnaar te kijken zonder met smart terug te denken aan Stans, omdat ze wist dat de kist van haar oudste dochter veilig begraven was achterin de tuin van de Meulemanslaan, in de grond in de schaduwen waar in de zomer rode klaprozen groeiden.

Het was Arnauds idee om na de maaltijd een wandeling te maken door de velden van Blauberg, waar de tijd had stilgestaan; nog steeds fluisterde het wiegend koren de naam van de zachte winter, en de scherpe boomtoppen strekten zich uit tot in de grauwe wolkenhemel. Gilberte en Ivo liepen voorop over de veldweg, giechelend en smakkend van de koekjes die hun grootmoeder Leopoldine hen had toegestopt, niet beseffend dat de herinneringen aan de noodlottige oorlogsjaren sliepen in het koren, dat het Jezusbeeld op het kerkplein in werkelijkheid een monument was voor de verzetslieden en vliegeniers die de vrede niet meer hadden kunnen meemaken, dat de ruïne tussen de velden, met klimop en wilde rozen door de raamkozijnen, ooit een hoeve was geweest. Enkele meters achter hen sjokten Arnaud en Maria arm in arm, en zij had kleine Dora bij de hand genomen.

Het Geslacht Vuil GatWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu