Hoofdstuk 3

120 10 7
                                    

Na de plechtigheid in de kerk trok het ganse dorp naar een nabijgelegen feestzaal, waar ze een diner zouden nuttigen en vervolgens het nieuwe paar zouden vieren, tot in het hart van de nacht. Maria en Arnaud zaten naast elkaar aan het hoofd van één van de lange tafels die met een wit tafellaken was bedekt, en waar vazen met donkerrode rozen op stonden. In de hoeken van de zaal stonden kandelaars, die het vertrek hulden in een warme gouden gloed.

Toen de wijn de kristallen glazen gevuld had en de stilte over het volk was neergedaald, schraapte Stan Evers, die aan Maria's andere kant zat, zijn keel. "Geachte dorpelingen, vrienden, familieleden," begon hij met een glimlach, "voor we 'n toost uitbrengen op 't schone paar, zou ik geire 'n paar woorden zeggen. Want, zegt naa zelf, 't eerste huwelijk in 't deurp sinds de bevrijding van België is wel speciaal, niewaar?"

Arnaud legde zijn hand op Maria's bovenbeen, en ze wisselden een liefdevolle blik. Maria zag dat de tranen van ontroering reeds in de lichtgroene ogen van haar echtgenoot brandden.

Bij het zien van de geroerde blikken van zijn toehoorders rechtte Stan zijn rug en vervolgde hij met heldere stem: "De eerste woorden die Arnaud in 1938 tegen Maria sprak waren al direct zo ingewikkeld da ze begreep dat 'em wel ongelooflijk intelligent moest zen, en hoewel zij tijdens hun eerste wals al wel 'ns op zijn tenen trapte, is de liefde tussen hen altijd groot gebleven. Zelfs in de duistere jaren van oorlog vonden zij steun bij mekander. In '40 streed Arnaud als moedig soldaat voor ons land, en toen 'em in '43 vrijkwam uit krijgsgevangenschap dacht 'em eindelijk een leven te kunnen opbouwen met z'n meiske."

De man zweeg even en staarde de bruid bedroefd aan. "Die droom werd hem plotseling ontnomen door de kogel die Maria die dag geveld had", ging hij verder, en Maria bemerkte een lichte trilling in zijn stem. "We weten allemaal nog hoe de familie Cools gebroken in Blaaberg toekwam en ons vertelde da Maria in koelen bloede vermoord was. Haar dood was 'n schok voor 't ganse deurp, mor na een tijd pakte iedereen de draad van z'n ouwe leven weer op - iedereen behalve onze Arnaud Cools. Hoe vaak men 'em ook vertelde dat 'em een ander meiske moest zoeken en Maria moest vergeten, hij kon haar nie loslaten. En da was maar goe ook, want twië jaar later, in 1945, keerde zij plots weder, uit 't werkkamp in Polen waar zij al die tijd gevangen had gezeten. We zen naa een maand veurt en Arnaud is verlost van z'n hartenleed en Maria is op weg om weer gezond te worden, na de ontberingen en folteringen van 't kamp. Deze twee helden zijn 't bewijs da de liefde altijd overwint, dus laat ons klinken op mijnheer en mevrouw Cools en da zij 't geluk mogen vinden in elkanders armen, want da verdienen ze."

Er barstte een welgemeend applaus los, en een traan rolde over Arnauds wang. Maria staarde overdonderd naar alle gasten. Plotseling hief Stan grinnikend zijn hand op om hen tot stilte aan te manen. "Ik hoop da hun kinderen even schoon zullen zijn als hun moeder, mor - och God - laat hen toch alstublieft wa verstand van hun vader erven!"

Onder hartelijk gelach hieven alle dorpelingen hun glas, en brachten ze een toost uit op het echtpaar. Niet veel later werden de lange tafels gevuld met de heerlijkste gerechten, die Maria binnenin vulden met angst, want na al die jaren in Auschwitz-Birkenau protesteerde haar lichaam na de eerste hap, dus in plaats van zich te bezondigen aan vraatzucht, legde ze haar bestek neer en keek ze de zaal rond. Ze zag hoe haar dorpsgenoten kennismaakten met Arnauds collega's, hoe de familie Cools sprak met Maria's vriendin Aline. Ze zag veel mensen, maar haar eigen familie ontbrak - al deerde het Maria niet dat zij afwezig waren; Zulma Esselings en haar kroost zouden toch enkel de feestvreugde bederven met gejammer over het verleden, en Victor zou iedereen de stuipen op het lijf jagen met zijn schrikwekkende voorkomen en zijn schuldige geweten dat hem als een zwarte schaduw volgde. Haar huwelijk was een dag van geluk en liefde, en voor het eerst sinds haar thuiskomst voelde ze zich tevreden, ook al wist ze dat deze dag morgen voorbij zou zijn - al voelde Maria ook eenzaamheid, want van de vrouwen die ze uit het concentratiekamp gekend had, zat enkel Theodora in de zaal.

Het Geslacht Vuil GatWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu