Hoofdstuk 4

81 2 0
                                    

                                                Hoofdstuk 4

Alsof de vogel me heeft verstaan, draait het zich om en kijkt naar mijn gezicht. Ik glimlach en zet me op mijn hurken. Twijfelend huppelde het dier een paar passen naar me toe. Ik strek mijn hand uit waarna ik hem op het gras laat rusten. Het vogeltje huppelde nog dichter en stuitert vervolgens op mijn hand. Het draait een aantal keer zijn kopje en ik leg traag mijn andere hand op het dier zodat het in een soort kooitje zit. Verbaasd staar ik naar het beestje. Ik kan nog altijd niet geloven wat er net gebeurd is. Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt.

Terwijl ik rustig terugloop naar Nina's huis zie ik de meiden al van ver zwaaien. "Het is je dus toch gelukt die vogel te vangen" grapte Caro met een brede grijns op haar gezicht. "We hebben de doos hier. Wat heb je nodig?" vroeg Nina die een rode doos omhoog hielt met in het midden een wit kruis. "Ik denk ontsmettingsalcohol, zeep, water in een kom, Flamigel en een windel. Denk ik", somde Liese op. Als eerste begon ze met wat zeep en water over de wond te wrijven, daarna nam ze de ontsmettingsalcohol en deed het voorzichtig op de wond. Na een tijdje pakte Liese de Flamigel en smeerde een doperwtje aan zalf over de wond. Waarna Nina de windel er rond deed en mij aanstaarde. "Wat moeten we nu doen. We kunnen hem niet zomaar loslaten? Een vogel met een windel slaat nergens op. Stel je voor dat mensen hem vinden, wat gaan ze dan niet denken!" stelde Caro vast.

"Goed opgemerkt!" antwoordde Liese na een tijdje. "We steken hem in een vogelkooi tot de wond weg is en de vogel weer kan vliegen", stelde Nina voor en liep al richting haar huis. "Oké, maar waar vinden we een vogelkooi?" vroeg Liese verbaasd en liep nu ook richting Nina's huis met de vogel nog steeds in haar handen, gevolgd door Caro. "Ik denk wel dat mijn moeder nog een kooi van vroeger heeft. Ze heeft namelijk ook een vogel gehad", riep Nina naar ons toe. Wanneer we met z'n drieën in de keuken stonden met de vogel in Lieses hand, vroeg Nina aan haar moeder op ze die kooi nog had. Haar moeder leek verbaasd en keek toen naar de vogel in Lieses hand. "Oh, ik snap het al. Hij staat in de kelder naast de grote kast op een krukje", legde Nina's moeder uit zonder er een probleem van te maken. Soms was Liese echt jaloers op Nina.

Ze openden de deur naar de kelder en liepen naar binnen. De kelder was gigantisch groot, maar dat kwam omdat het zo groot was als de hele gelijkvloers zonder muren ertussen. Nina liep meteen naar de kast en kwam na 5 minuten terug met de vogelkooi. "Hij is niet splinternieuw, maar het kan er mee door", zei Nina die de kooi omhooghield.

Nadat Liese de vogel in de kooi had gestopt, besloten de meiden dat Liese het dier voor haar nam. Wat betekende dat ze de kooi met vogel naar huis moest nemen. Liese wist niet wat haar moeder hiervan zou zeggen. 'Maar wie niet waagt, niet wint' bleef ze in gedachten herhalen. Ze namen afscheid van elkaar en Liese en Caro vertrokken naar huis.

Lieses moeder zat boven dus kon ze de vogel ongezien naar haar kamer brengen. Minou lag op Lieses bed te spinnen. Liese jaagde haar kat weg met een simpel "Kssht"-geluid en zette de kooi op haar bureau. Ze keek naar het dier en realiseerde dat het misschien honger had. Snel liep ze de trap af om in de keuken wat oud brood te halen. Na een tijdje kwam ze weer haar kamer in met een paar sneden brood. Ze brak het brood in stukjes en stak het door de tralies. De vogel klemde z'n pootjes rond de tralies en begon het brood uit Lieses hand te pikken.

De sneden brood waren nu op en Liese liep naar de werkkamer van haar moeder. Haar moeder werkte soms van thuis uit en had daarom een paar jaar geleden de berging omgetoverd tot een klein kantoortje. Het had niet echt de sfeer van een echt kantoor. Het was er namelijk altijd heel gezellig om te zitten. Lieses moeder zat achter de computer en zei: "Ik ben zo klaar, lieverd. Ik maak dit nog even af en begin dan met koken". "Weet je, mam. Ik denk dat jij eens wat moet ontspannen. Je zit de hele dag achter de computer te werken en papieren in orde te brengen. Ik zal vandaag wel koken, dan kan jij even rusten en iets ontspannends doen", stelde Liese voor waarna ze al richting de deur liep. "Wat ben je toch een schat", hoorde Liese haar moeder nog zeggen voor ze de deur sloot.

Liese had net de ovenschotel, waar ze een half uurtje aan bezig was geweest, in de oven geplaatst toen Minous tegen Lieses benen wreef. "Ja, ja, Minous, jij krijgt ook eten", zuchtte Liese en nam een zakje met nat kattenvoer. Ze scheurde het zakje open en liet de inhoud in een kommetje glijden. Met een vork brak ze het in stukken en zette nadien het kommetje op de grond. Minous begon meteen gulzig te eten en binnen de 5 minuten was alles op. De kat sprong op een stoel die Liese net naar achter getrokken had om er zelf op te gaan zitten. "Minous, je weet dat dat mijn stoel is en dat je niet nog meer eten krijgt, anders word je veel te dik!" zei Liese met haar handen in haar zij en een lichte boze uitdrukking op haar gezicht. Het enige dat Minous deed was miauwen en daarna ging ze weer door met spinnen.

Liese had het opgegeven en was op de stool naast Minou gaan zitten. Ze had het boek er bij genomen en las verder om de tijd te verdrijven. Minous zat nog steeds op de stoel naast haar en wreef met haar hoofdje tegen Lieses arm. Liese sloot het boek en legde het weg. Nog geen halve minuut later klonk het geluid van de oven die aangaf dat de tijd om was en het gerecht warm. Liese haalde de schotel uit de oven en zette hem op een kurken onderlegger.

"Kom je eten, mam?!" riep Liese naar boven. "Ja, ik kom eraan, lieverd!" riep ze terug naar beneden. Met veel gestommel en gerammel hoorde Liese uiteindelijk haar moeder van de trap komen. Liese had snel nog de tafel gedekt en ze schoven samen aan tafel. Liese liet haar moeder eerst een stuk pakken en vervolgens pakte ze zelf ook een stuk.

Ontvoering op naaldhakken (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu