Hoofdstuk 10

58 2 0
                                    

                                                Hoofdstuk 10

Nadat ze het brood op had, ging Liese weer in de zetel liggen. Ze was hier nu al een tijdje en dacht dat ze hier nog wel even zou zitten. Ook al hoopte ze van niet, ze zou niet zo snel ontdekt worden. Tot die tijd zou ze iets moeten verzinnen om haar gedachten af te leiden. Het duurde een poos voordat ze weer begon te piekeren en te huilen. Dat ze nog zoveel vocht in zich had, kon ze zelf nauwelijks geloven.

De tijd streek voorbij en Liese deed niets anders dan huilen en met der vingers spelen. De deur zwaaide weer eens open en Liese moest elke keer wennen aan het felle licht dat de kamer vulde. Ze stapte weer naar binnen. Haar ontvoerster! "Hier, 'k heb wat voor je meegebracht", siste ze. Ze smeet wat op de tafel en draaide zich om, klaar om naar de deur te lopen en hem kei hard dicht te gooien achter zich. Liese duwde zichzelf uit de zetel en liep achter haar aan naar de deur, in de hoop dat ze naar buiten kon glippen en wegrennen. Helaas had haar ontvoerster het door en blokkeerde de doorgang. "Niet zo snel! Jij blijft mooi hier!" haar stem was scherp en kwaad. Ze stapte door de deur en gaf Liese een trap in der maag, waardoor ze naar achteren deinsde en door der knieën zakte. De deur vloog met een knal dicht en Liese begon er tegen aan te beuken met haar vuisten. "Alsjeblieft!" schreeuwde ze nog. De slagen op de deur werden steeds zwakker tot ze langs de deur naar beneden gleed.

Met haar armen rond haar opgetrokken knieën en haar rug tegen de koude deur begon ze te huilen. De tranen vloeide over haar wangen als het water van een waterval. Liese gaf de hoop bijna op. Ze zal hier toch nooit uit komen, of alle sinds niet levend. Na een tijd veegde ze haar wangen droog en sleepte zich naar de tafel. Er lag een kladschrift en een potlood met een gummetje op de tafel. 'Waarom?' vroeg Liese zich af. Ze staarde ernaar alsof ze niet eens wist wat het was.

Wanneer ze uitgestaard was, begon ze wat dingen te kribbelen en al gauw zat ze te tekenen. Ze tekende dingen die ze leuk vond en waar ze blij van werd. Alleen werkte het niet, het maakte haar niet blij. Alles deed haar alleen nog meer aan thuis denken. Weer een huilbui barstte los en Liese stopte met tekenen. Tranen vielen op het blad en Liese omlijnde de omtrek ervan. Ze begon dingen te tekenen die verdriet hadden, angstig waren, ... . Uiteindelijk tekende ze ook fantasie wezens. Het maakte haar niet bepaald blij, maar het hielp om haar gedachten even af te leiden.

Nadat ze 3 bladzijden (voor- en achterkant) had volgekribbelt, legde ze het potlood neer en schoof het schrift van zich af. Ze was moe en besloot om een dutje te doen. Alleen was dat moeilijk, aangezien ze bleef piekeren en hopen dat iemand haar hier zou uit halen. Het lukte haar toch om na een tijdje de slaap te vinden en ze dommelde in.

Ontvoering op naaldhakken (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu