Hoofdstuk 8

68 3 0
                                    

                                                Hoofdstuk 8

Liese werd wakker en taste meteen naar haar hoofd. Ze duizelde nog wat, maar beval zichzelf om de pijn haar niet te laten overmeesteren. Haar gezichtsveld was wazig en ze moest haar ogen tot spleetjes trekken om iets te kunnen zien. Ze was terechtgekomen is een grijze kamer. De kamer was niet groot maar toch voelde Liese zich klein. Ze zat ineengezakt in een hoek van de kamer. In het midden staat een tafel met maar één stoel. En wanneer ze haar hoofd draaide, zag ze tegen de muur op ongeveer 3 meter van haar een oude stoffige zetel. Het rook er muf en er was amper licht. Toen realiseerde ze zich dat ze werd neergeslagen en waarschijnlijk ook ontvoert was.

In een kwelling van angst, probeerde ze om hulp te roepen. Maar haar stem zwierf weg en kwam niet eens tot aan het andere eind van de kamer. Ze probeerde zich omhoog te duwen langs de muur, maar voelde plots een stekende pijn in haar zij, waardoor ze weer ineen zakte. Ze keek naar beneden, naar haar zij en zag een bloedvlek op haar topje. Er zat ook een scheur in haar topje. Ze was dus ook nog eens neergestoken. De pijn werd steeds sterker en Liese probeerde zich te vermannen. Toch vloeide er een aantal tranen over haar wang van pijn, maar ook van angst.

Ze sleepte zich naar de zetel en legde zich neer. Ze veegde haar tranen weg en bekeek de kamer nog een keer. Wat ze nu pas opmerkte, was dat er iets op tafel lag. Iets dat ze niet zo goed kon zien of beschrijven. Ze wierp een blik op de deur, die waarschijnlijk op slot zat. Plots schoot er een idee door haar hoofd en in minder dan een seconde taste ze naar haar broekzak, waar haar gsm normaal gezien stak.

Ze trok hem uit haar broekzak en belde naar het eerste nummer dat ze kon bedenken. Er werd opgenomen en Liese snikte angstig: "Help, alsjeblieft. Help me!" "Liese, ben jij dat? Wat is er aan de hand? Waar ben je?" weerklonk Caro's bezorgde stem. "Ik..., ik ben ..." probeerde ik nog, maar de lijn werd verbroken en op dat moment sloeg de deur open. Een schaduw stapte naar binnen en trok ruwhandig de gsm uit mijn handen. "Slim geprobeerd, maar niemand zal je hier ooit vinden", klonk een venijnige stem. Liese keek naar de persoon en het duurde even voor ze doorhad wie er voor haar stond.

"Waarom? Wat wil je van mij?" fluisterde Liese zacht. "Dat weet je goed genoeg! Jij hebt wat wan mij afgepakt en daardoor mijn leven verpest. Nu ga ik ook jou leven verpesten!" En weg was ze. Huilend zakte Liese nog verder onderuit in de zetel.

Na, wat leek een eeuwigheid gehuild te hebben, sleurde ze zichzelf uit de zetel en probeerde naar de tafel te stappen. Die afstand was niet zo ver, maar ze deed er enige tijd over door de pijn in haar zij. Ze plofte neer op de stoel en de pijn werd een stuk minder erg. Ze keek naar het voorwerp dat op tafel lag, het was een doodgewone spiegel. 'Waarom een spiegel?' vroeg ze zich af.

Ontvoering op naaldhakken (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu