Hoofdstuk 6

168 12 0
                                    

Hannah 

Wat een dag vandaag. Ik staar naar het vuur en eet de pasta dat op mijn bord ligt op. We zijn in hutje nummer 2. De hut lijkt op de hut van gister, maar is iets kleiner. Inmiddels ben ik weer opgewarmd van de kou en ik voel mijn wangen gloeien van het vuur. Het eten op reis smaakt toch altijd beter dan het eten thuis. De pasta is niet heel bijzonder, maar het smaakt zo goed. Na het eten pakt iedereen een moment voor zichzelf. Voor zover dat kan dan in de hut. Rosalie en Daan gaan naar de honden. Josie en Robin zijn een kaartspelletje aan het doen en Jack ligt op zijn matras een boek te lezen. Jack, mijn nobele redder. Wat een actie van mij vandaag. Ik schaam me rot. Niet alleen van mijn actie, maar ook dat ik het even niet meer hield. Het werd me allemaal even teveel. De reis, het avontuur. Het gedoe met Jack. Ik weet waarom hij het bloed onder mijn nagels haalt. Hij lijkt op mijn ex. Een van de redenen waarom ik hier nu ben. Er gaat een rilling door me heen. Bah, niet aan denken Hannah. Eigenlijk wil ik wel even naar buiten. Ik moet eigenlijk echt even naar buiten. Snel kleed ik me dik aan. Ik besluit voor vier lachen kleding te gaan. Beter te warm dan te koud. Jack kijkt op van zijn boek en glimlacht even.

Hij lijkt aardiger vandaag.

Ik verdwijn uit de deur en loop naar de honden toe. De frisse lucht doet me goed. Het is koud, ijskoud maar het is fijn om even bezig te zijn. Ik help bij de honden en speel met Snow een spierwitte hond die bij ons de slede trekt. "Wat past je naam toch goed." Mompel ik.

Later zitten we met zijn alle voor het vuur te kletsen. Ik houd me een beetje op de achtergrond en luister aandachtig naar alle verhalen. Af en toe gluur ik naar de jongen naast me. Jack. Hij zit op zijn praatstoel. Blijkbaar woont hij vlakbij waar ik ben opgegroeid en zou hij nu eigenlijk zijn studie rechten moeten afronden. Hij hoeft alleen nog af te studeren. "Pff, wie gaat er nou op dat punt weg?" Het floept eruit zonder dat ik er erg in heb.

"Ik heb zo mijn redenen." Zegt hij fel. Ik schrik er een beetje van. De rest van de avond is hij stil.

Later die avond kan ik niet slapen. We liggen in dezelfde posities als gister. Jack ligt naast me. Ik voel me rot. Waarom doe ik toch altijd zo? Het lukt me altijd om precies de verkeerde dingen te doen of te zeggen. Omdat hij op mijn ex lijkt, betekent niet dat hij ook zo is. Misschien moet ik wat aardiger tegen hem zijn. Ik draai me om en schrik van twee ogen die me aanstaren. Jack.

"Ook nog wakker?" fluister ik.

"Ik slaap met mijn ogen open." Mompelt hij. Hij is dus nog boos.

"Sorry van vanavond." Zeg ik iets harder. Hij rolt met zijn ogen en gaat op zijn rug liggen. "Ik had niet zo moeten reageren." Jack zacht niets maar zucht even. Hij draait zijn hoofd bij en kijkt me aan. Het licht van het vuur flikkert in zijn ogen. Ze kijken me intens aan.

"Het is al goed. Het is.." hij stopt even. "Ik kan het je niet vertellen, maar ik heb echt mijn.."

"Ook zonder reden moet ik niet zomaar oordelen." val ik hem in de reden. Hij knikt en glimlacht. "Die sorry was nog niet helemaal goed. Wat zeg je dan prinses?" Hij knipoogt. Nu grinnik ik ook, "Nu ga je te ver." Ik draai me snel om, om de grijns op mijn gezicht te verbergen.  

Opposites attractWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu