Hoofdstuk 17

414 17 2
                                    

17. Sara

Mijn ouders komen meteen op de auto afgelopen als we aan komen rijden. Als ik uitstap pakken ze me meteen vast en laten me een aantal seconden niet meer los. Ik zucht in mezelf. Dit kan niet veel goede betekenen...

Met mijn handen naast mijn lichaam hangend, stap ik naast mijn ouders richting de ingang van het ziekenhuis. Niemand zegt iets, maar dat geeft niks, de stilte is aangenaam, iedereen is in gedachten verzonken en heeft geen nood om de stilte te verbreken. We lopen allemaal in gedachten door de draaideur die tergend traag gaat. Eenmaal aangekomen bij de balie opent mijn moeder uiteindelijk haar mond. 'Pardon mevrouw.' De vrouw aan de balie draait zich om en kijkt ons aan met een arrogante blik. Haar gezicht is volgespeeld met foundation en nog van dat vieze spul.

Op haar scherpe neus balanceert eren brilletje met kleine ronde glazen. Aangezien ze tamelijk klein is kan je bijna niets van de rest van haar lichaam zien maar je ziet net nog een pluizige wollen trui met een kolnek boven de balie piepen.

'Weet u waar ik moet zijn voor mijn afspraak met dokter Stevens?' 'Dat is met de lift naar de derde verdieping en dan op het einde van de gang de eerst deur rechts. Dokter Stevens is nu nog in gesprek dus gelieve eerst in de daarvoor voorziene ruimte te wachten.' Zegt ze met een irritant piepstemmetje. 'Danku.' Zegt mijn vader en in stilte lopen we richting de lift.

Als we voor de deur van de lift staan duw ik op het knopje. Na een tweetal minuten gaan de deuren open en stap ik in de lift. Ik druk op het knopje van de derde verdieping en al gouw sluiten de deuren en vult de ruimte waarin nog een vrouw met een bakster staat, ik en mijn ouders; zich met muziek. Het is zo 1 van die muziekjes die ze soms wel beschrijven in een boek. Een langzaam irritant deuntje waarbij iedereen zucht, kijkt op zijn horloge en zachtjes met zijn voet tikt. Dit gebeur namelijk ook in deze lift. Ik neem de taak van het voetentikken op mij. Dit keer heerst er een stilte; geen aangename stilte, maar 1 die je het liefst zo rap mogelijk zou willen verbreken; maar de waarheid is dat niemand het doet. Niemand zegt een woord, iedereen staart gewoon voor zich uit en denkt. Want niemand kan zich voorbereiden op wat er gaat gebeuren; het enige wat ik op dit moment weet is dat het niets goeds is...

Na een stilte die uren leek te duren hoorde ik eindelijk het geluid van de lift die zachtjes tot stilstand kwam. En even later ook het geluid van opengaande liftdeuren. Ik stap de lift uit; op de hiel gevolgd door mijn ouders. Ik voel hun ogen in mijn rug priemen. Ik stop, draai me om en kijk hun aan. 'Gaan jullie me nu eindelijk vertellen wat er aan de hand is?' Mijn vader zucht, kijkt m'n moeder aan maar vestigt uiteindelijk zijn blik toch op mij. Hij opent zijn mond en nieuwsgierig kijk ik hem aan. 'Meisje, als we dat nu hadden geweten... Daarnet werden we gebeld door het ziekenhuis dat we langs moeste komen voor de resultaten van de onderzoekjes. Ook zei hij dat we zo snel mogelijk moesten komen en dat we ons moesten voorbereiden op wat hij te zeggen had. Aan zijn manier van praten kon ik horen dat hij iets ergs moest vertellen. Als laatste zei hij nog dat ik hier eigenlijk niks aan jou van mocht vertellen.' Ik zucht. Ik weet dat mijn vader nu alles heeft gezegd dat hij weet, dat kan ik zien aan hem. Hij is helemaal ontgoocheld en voelt zich schuldig tegenover mijn moeder, omdat hij mijn vader kennende waarschijnlijk aan haar had beloofd het niet te vertellen aan mij. Ik knik en weeral in stilte lopen we richting de wachtruimte. We laten ons alle drie neerzakken op 1 van de vijftal stoelen die verspreid staan over de ruimte. De kamer is simpel in het donkergrijs geverfd. Op 1 van de muren hangen er een tiental kadertjes. Sommige foto's zijn patiënten, andere zijn van landschappen, andere mensen, het ziekenhuis,... Maar 1 kadertje valt me echt op. Het is een beetje kleiner en dunner dan de andere. In het kader zit een afbeelding met daarop de tekst 'stay strong' het zijn twee simpele woorden maar op 1 of andere manier raken ze me. Ik zet me rechtop op mijn stoel maar laat me al snel weer in de stoel zakken als ik duizelig wordt en door mijn benen zak.

Een man met een beige broek en een lange witte jas verschijnt in de deuropening. Ik vermoed dat hij de dokter is. Hij glimlacht en geeft mijn ouders een hand en mij ook. Als hij mijn hand vast heeft knijpt hij er zachtjes in en glimlacht naar mij met zijn warme glimlach. 'De familie johnson?' Zegt hij aarzelend. Ik knik en uit mijn ooghoek zie ik dat mijn ouders hetzelfde doen. We staan op en volgen hem richting zijn kantoor.

Mr. PopularWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu