‘Steve! S-Steve? O Steve! Als ik dit nu eerder had geweten!’
Rogers knipperde tegen het verblindende zonlicht dat warm op hem neer straalde. Hij draaide zijn hoofd, zag zijn Tony Stark over hem heen gebogen zitten, gehuld in het mysterieuze pantser van de Iron Man, de man waar de soldaat al jaren op jaagde.
Voorzichtig richtte de captain zich op van het gescheurde asfalt dat de grond bedekte van de stinkende New Yorkse steeg, werd daarbij geholpen door zijn lover. Hij keek de man recht in de ogen aan. Het litteken was verdwenen, merkte hij op, maar de bekende rode streep in zijn donkere haren die over de rechterslaap van de man van voren naar achteren doorliep, was duidelijk aanwezig.
‘T-Tones?’ Steve durfde het bijna niet te vragen. Hij hield stevig de bevende hand van zijn fiancé in de zijne geklemd, hoorde daarbij zijn verlovingsring zachtjes tegen het metaal van het pantser tikken. ‘W-Wat doe je in dat pak?’
Stark keek schuldbewust neer op het harnas. ‘Ik dacht dat ik je kwijt was!’ Jammerde hij luid. De rode haren rimpelden in de zachte bries die was opgestoken. ‘Als ik had geweten dat jij de Captain America was, had ik je nooit aangevallen!’
Steve schudde verward zijn hoofd. De afgelopen jaren, vroeg hij zich in stilte af, hadden die zich in zijn hoofd afgespeeld? Was die praatgroep en alles wat het met zich mee had gebracht aan gevolgen een illusie geweest?
‘Hoelang was ik weg?’ Vroeg hij gespannen, keek daarbij naar de stroom mensen die langs kwam gelopen aan het einde van de steeg.
Hij ademde diep in. De wereld die hem omringde, dacht hij afwezig, voelde anders, echter bijna.
Hij zag hoe Tony om zich heen keek. Hij beet op zijn lip, en de soldaat smolt. Hij vond het geweldig als zijn vriendje dat deed. ‘G-Geen idee. Vijf minuten? Zeven hooguit.’
Rogers knikte langzaam. Hij duwde de schurk waar hij al zijn hele leven in de eenentwintigste eeuw op jaagde van zich af. Hij was van zijn stuk gebracht door deze nieuwe ontwikkeling in zijn leven – het echte leven, niet de vage weerspiegeling van de werkelijkheid die hij net nog voor echt had gehouden – die hem erop wees dat blijkbaar dé Iron Man al die tijd al zijn lover was geweest.
‘Je moet gaan.’ Wispelde de captain.
‘Gaan?’ Vroeg de superschurk verward. De tranen droogden op zijn wangen, lieten sporen achter in het vuil dat zich op zijn huid had genesteld. ‘Waarheen?’
‘Weg.’ Steve ging staan. Hij weigerde de hulp die Tony hem aanbood. ‘Je past hier niet.’
‘Passen? Ik pas hier prima. Heb ik dat niet keer op keer aan je bewezen?’ Stark klonk van streek, verloren bijna. Hij was zo verward door wat er allemaal tegen hem werd gezegd.
‘Nee, je begrijpt het niet.’ Rogers legde zijn handen op de geharnaste schouders van zijn lover, en het was ergens wel grappig, hoe hij nu niet hoefde te bukken om hem recht in de ogen aan te kunnen kijken. ‘Je past hier niet, bij mij.’ Steve stapte terug. Nu was het zijn beurt om te huilen. ‘Jij en ik; dat kan gewoon niet.’ Zijn stem beefde terwijl hij sprak. Hij sloot voor een moment zijn ogen, zag weer voor zich hoe Stark voor hem op een avond zonder waarschuwing op één knie was gevallen en hem had gevraagd voor eeuwig aan zijn zijde te blijven. Hij zag nu pas in dat hij – door de ring toentertijd aan te nemen – een valk had gevangen en in een glazen kooitje had gestopt, het machtige dier daar had laten verpauperen tot huismus.
Hij begon te begrijpen wat hem zonet, voordat hij hier verward wakker was geworden in de schaduw van zijn lover, was getoond. Hij bedankte zijn God in stilte, blij dat deze hem had gewaarschuwd. Zonder Zijn hulp zou Steve het nooit hebben gezien, nooit hebben gezien hoe zijn musje achter zijn rug steeds had geprobeerd weg te fladderen, de vrijheid tegemoet.
‘Jij en ik,’ Ging hij verder. ‘wij leven in twee heel verschillende werelden.’
‘Steve, ik begrijp het niet.’ Tony’s donkere ogen waren vol onbegrip. Hij leek wanhopig en de woorden die uit zijn mond kwamen, bevestigden dat vermoeden: ‘En Peter dan? Hoe moet het met hem?’
Rogers dacht weemoedig aan hun geadopteerde zoon, de kleine jongen die thuis vol smacht zat te wachten op de terugkomst van zijn vaders. ‘Ik zal hem zeggen dat je vertrokken bent.’ Steve’s toon was stern, liet geen ruimte voor discussie. ‘Ik wil niet dat mijn zoon wordt grootgebracht door een schurk.’
Stark schrok zichtbaar van die laatste woorden. ‘En je team?’ Zijn stem beefde, leek op het punt te staan te breken. ‘Wat ga je hun vertellen? Dat ik vertrokken ben? Ze zullen je niet geloven! Waarom zou ik zijn vertrokken? En waarom zou ik je mijn Tower nalaten?’
‘Omdat je van me hield.’ Het deed Steve pijn in de verleden tijd te moeten praten, maar hij wist wat hem te doen stond; hij moest Tony laten gaan. Hij was het enige wat deze geweldige persoonlijkheid ervan weerhield zijn lot te vervullen. De leugen had lang genoeg geduurd. Het werd tijd dat Stark ging groeien. Steve had hem van al het zonlicht weerhouden dat hij nodig had gehad. Daar moest een einde aan komen. Het was deprimerend, maar dit verhaal zou zich nooit kunnen voltooien met zijn aanwezigheid noch die van de andere Avengers of New York. ‘Daarom ben je vertrokken, daarom liet je mij en Peter je Tower na.’
Tony knikte. ‘Als dit echt is wat je wil, Rogers, dan zij het zo. Zeg Petey dat ik van hem houd, oké? En dat ik op hem zal wachten aan de andere kant van de Hemelpoort.’
Steve knikte. ‘Zal ik doen.’ Beloofde hij plechtig. ‘Ik zal hem vertellen over zijn dappere vader die er alles voor over had om zijn zoon te beschermen.’ Hij wees naar de stad achter Tony, hoopte dat zijn lover zou begrijpen dat hij naar zoveel meer wees dan alleen dat. ‘Ga nu! Wees de man die je altijd al had moeten zijn!’
Stark keek weifelend om. ‘Zal ik doen, Stevie. Ik vertrouw erop dat je weet waar je het over hebt, anders heb je nu voor niets iets prachtigs kapot gemaakt.’
‘Alles heeft een doel.’ Rogers draaide zich om, wist dat er geen andere manier had kunnen zijn. Stark was de goodguy – dat wist hij diep vanbinnen – alleen niet zijn soort goodguy. Hij was een goodguy wiens werk niet op prijs werd gesteld, maar desondanks onmisbaar was. ‘Ga, mijn vriend, en rouw niet als je jezelf gevonden hebt!’ Hij liet zijn hoofd hangen, wist dat de man achter Iron Man het er zwaar mee zou hebben zodra hij zich zou realiseren dat dit – wat zich hier, in deze stinkende New Yorkse steeg, momenteel voltrok – was wat hij eigenlijk altijd al had gewild. Dat was ook wat de Tony uit zijn dromen hem had duidelijk gemaakt; dat alles waar Stark naar had verlangd de vrijheid was, en dat was iets wat Steve hem gewoon niet kon bieden, hoe graag hij het ook had gewild.
Hij begon weg te lopen van zijn fiancé, weg van wat hij had kunnen hebben, maar tegelijk nooit voor hem bestemd was geweest.
Tony knipperde verbaasd met zijn ogen, maar steeg toen na enige twijfel op. Hij keek nog een keer om naar wat had kunnen zijn, en richtte toen zijn blik vooruit. ‘Mezelf gevonden heb.’ Wispelde hij en keek neer op zichzelf. ‘Waar heeft Stevie het over?’
JE LEEST
MEANT TO BE | Stony Fanfiction
FanfictionHij was een dief. De soldaat was een held. Ze leefden in twee totaal verschillende werelden, hadden nooit moeten treffen. En toch stonden ze hier zij aan zij op te kijken naar het afgebrande gebouw waar deze rollercoaster die hun vriendschap was al...