3.

150 14 2
                                    

'Ik heb PTSD.' Tony's stem klonk gezagvoller dan de laatste keer dat Steve hem had horen praten, en dat terwijl dit onderwerp meer beladen zou moeten zijn dan het vorige. Hij was een miljardair; wist iedereen in zijn directe omgeving dat niet? Hij was een dief; het kon niet anders of hij had zijn geheim met iemand gedeeld voordat hij het deze praatgroep ingooide.

'Ik ook.' Het verbaasde Rogers dat hij zijn mond had geopend. Hij hield dit al zo lang als hij in deze praatgroep zat voor zich, en nu, omdat een geld stelende miljardair zei dat hij last had van hetzelfde, maakte hij er melding van?

'Ohw.' Tony klonk overdonderd. 'Dat wist ik niet.'

Nogal wiedes, dacht Steve verbitterd – en die verbitterdheid deed hem zelf een beetje terugschrikken – ik heb het er nooit over gehad.

'Pepper vind dat ik ermee naar een dokter moet stappen, me moet laten helpen.' Tony haalde zijn schouders op. 'Ik weet het niet. Ik wantrouw iedereen in een witte jas.' En toen stopte het. Tony viel stil zonder waarschuwing. Hij had geklonken alsof er nog meer was, maar blijkbaar niet.

'Dankje, Tony.' Jack klonk ongemakkelijk. Ook hij had niet verwacht dat het verhaal hier eindigde. 'Wil je wellicht vertellen wie deze Pepper is?'

Tony – en Steve haatte het hoe dat tegelijk ook zo'n beetje het enige was wat hij van deze man wist – richtte zijn blik weer op zijn handen, die nerveus met de rand van zijn hoodie wriemelden. Zijn gezicht verdween weer achter de klep van zijn baseballpet – die hij opmerkelijk genoeg iedere week droeg, of hij nu wel of niet van plan was mee te doen met de sessie. 'Een hopeloze crush.' Besloot hij na een lange stilte, waarna hij opstond en zonder een woord te wisselen vertrok.

De volgende keer was hij er gewoon, net zo belachelijk vroeg als altijd en opnieuw totaal niet gehaast om te vertrekken.

Steve vroeg zich sterk af wat de man dreef om te komen opdagen en zelfs wat van zijn hoogstwaarschijnlijk grootste geheimen bloot te leggen.

'Ik ben heel slecht in namen.' Tony leek er steeds meer plezier in te hebben iets te vertellen tijdens een bijeenkomst. Het leek wel of hij genoot van de blikken vol ongeloof die hij kreeg toegezonden als hij iets over zichzelf vertelde – en het was niet alsof het schaadde; hij zag Rogers en de anderen toch maar één keer per week en ze hadden voor de rest niets te maken met zijn leven. 'Eens noemde ik een onenightstand Elizabeth, maar dat was de vrouw die de week daarvoor was blijven slapen.' Hij wreef onbewust over zijn wang. 'Ik ben nog nooit zo hard geslagen door een Noa.'

Steve zuchtte. Hij kon geen touw vastknopen aan deze man.

MEANT TO BE | Stony FanfictionWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu