Jack bedankte zoals iedere week iedereen voor hun komst, en deed toen zijn openingspraatje. De groep was karig geworden in de loop der tijd. Drie leden hadden geen behoefte meer aan de praatgroep, en de rest was nu al zo lang samen dat iedere nieuwkomer zich ongewenst en buitengesloten zou voelen als hij nu aansloot. Ze waren nog met z'n vijven, Jack Northerson meegeteld. Steve en Tony zaten schuin tegenover elkaar. Rogers merkte op hoe Stark weinig tot niks te melden had, terwijl hij de afgelopen maanden - eigenlijk sinds hij zijn mond voor het eerst had opengedaan - altijd wel iets te vertellen had.
De soldaat luisterde naar het verhaal van Maddie, de vrouw die een tienermoeder was geweest in haar jonge jaren en nu al een kind afgestudeerd had terwijl ze de dertig nog niet eens was gepasseerd. Hij vertelde haar na de bijeenkomst dat hij blij was dat ze de moed had gevonden haar verhaal eindelijk uit de doeken te doen. Voorheen had ze het altijd over stukgelopen relaties gehad. Dit was voor het eerst dat ze over haar zoon vertelde.
Steve wilde het liefst nog een praatje maken met Tony. Toen hij vandaag bij de man had aangebeld had de butler gezegd dat zijn baas het land uit was. Ver weg kon hij niet zijn geweest, dacht Rogers, want Stark was wel naar de bijeenkomst gekomen.
Toen de held afscheid had genomen en om zich heen keek op zoek naar Tony omdat hij het de tijd rijp achtte op de schurk toe te stappen, was de man al weg. Teleurgesteld verliet de captain het gebouw.
'Hé!' Hij rende de parkeerplaats op, op Tony af. De man stond woedend tegen de banden van zijn auto te trappen. Hij had zijn arm al omhoog om een ruit in te slaan. 'Hé! Laat dat!' Rogers greep de gebalde vuist van de miljardair en hield hem tegen. Futloos trapte Stark nogmaals tegen zijn auto. Hij veroorzaakte wat deuken toen hij voor de zwartgespoten deur ging. Steve trok de zwak tegenstribbelende man weg bij zijn auto, nam hem mee terzijde. 'Wat moet dat?' Vroeg hij geschrokken. Hij bekeek Tony van top tot teen, zag tot zijn grote schrik dat de man had gehuild. Hij staarde naar de kraag van de coltrui - nog zoiets dat hem verbaasd met zijn ogen had laten knipperen vandaag; Stark droeg nooit coltruien. 'Waar denk je mee bezig te zijn?'
Tony keek hem niet aan. Hij schopte een steentje weg. Het kletterde over het asfalt heen, over de vervaagde strepen van de parkeervakken. Vlak bij een put kwam het stil te liggen.
'Laat me los.' Bromde de man zo zacht dat Steve, zelfs met zijn supergehoor, moeite had het te verstaan.
'Laat me los.' Herhaalde de miljardair, verstaanbaar nu. 'Laat me Godverdomme los!' De man rukte zijn arm uit Rogers' ijzeren greep en duwde de soldaat weg. 'Je denkt dat je me kent!' Tierde hij. 'Maar dat is een leugen! Jij en ik leven in verschillende werelden! Blijf dus met je poten van me af!' Hij sloeg Steve's armen weg toen de soldaat de tierende man opnieuw in bedwang probeerde te krijgen. 'En vertrek!' Stark kruiste zijn armen. Hij stak zijn handen weg onder zijn oksels en trok zijn schouders op. Snikkend keek hij neer op het gebroken asfalt van het parkeervak waar ze in stonden. Toen Rogers hem probeerde te omhelzen, stapte hij hoofdschuddend weg. 'Ik kan dit niet langer aan, Stevie.'
Stevie. Dat was hoe Stark hem sinds enkele dagen was gaan noemen.
'Ik kan dit niet.' Toen Steve niet in beweging kwam, besloot Tony klaarblijkelijk het heft in eigen handen te nemen. Hij stapte naar zijn beschadigde auto toe, trok met veel moeite het portier open aangezien hij er deuken in had getrapt en de deur nu klemde, stapte in zijn auto en racete weg.
Rogers bleef achter in het opstuivende zand en gruis dat voorheen op de parkeerplaats had gelegen, haast alsof het had gewacht tot het mocht opwaaien onder piepende banden.
Dat was het laatste wat Steve dat jaar van de man zag, en dat viel redelijk mee want het was toen November geweest. Pas de zevenentwintigste van het nieuwe jaar kwam Tony weer opdagen bij de groepssessies. Rogers was zo blij de man te zien, maar te bang hem weer weg te jagen om op hem toe te stappen en te vragen hoe zijn kerst was geweest. Hij bleef zwijgend in zijn stoel zitten terwijl Stark langzaam binnen kwam slenteren, eerst de zaal in, toen de kring en als laatste voor Steve langs. De miljardair plofte neer op de lege stoel die de soldaat plichtsgetrouw was blijven klaarzetten omdat hij wist dat zijn mysterieuze Tony op een dag terug zou keren naar hem.
Stark keek loom op. Terwijl hij sprak, langzaam, met een stem zo zwaar dat het onmogelijk was zelf niet te worden overrompeld met het gevoel van depressie, staarde hij in het niets. 'Ik...' Zijn ogen, als dat al mogelijk was, werden nog grotere poelen van verdriet. 'heb iemand vermoord.'
Steve snapte het punt niet. Tony had al eerder mensen vermoord. Dat schreven de kranten vaak; dat Iron Man slachtoffers had gemaakt tijdens overvallen. En die keer met de brandstichter was Rogers ook niet vergeten. Waarom zou dit anders zijn?
'Ehm...' Je kon wel zien dat Jack in heel zijn carrière nog nooit met zoiets te maken had gehad. 'Kan je ons vertellen wie je hebt vermoord?'
Rogers merkte dat Northerson voorzichtiger was geworden in de omgang, een beetje alsof hij bang was dat Tony hem zou bespringen en de keel door zou snijden.
Stark schudde zijn hoofd. Hij beet op zijn lip, dook niet veel later huilend ineen. 'I-Ik heb iemand ver-vermoord.' De woorden gingen gesmoord in zijn handen, die hij tegen zijn gezicht hield aangedrukt.
Steve stond op. Hij kon dit niet aanzien. Waarom was dit wel moeilijk voor Tony om mee om te gaan en al die voorgaande moorden niet? De soldaat knielde voor de man neer. Voorzichtig trok hij de handen weg bij het gezicht. Hij wreef met zijn duim over de rug van Starks hand terwijl hij met zijn andere hand een plukje verdwaald haar wegveegde uit de schurk zijn tranende ogen. 'Sssh.' Suste de held zachtjes. 'Het is vast niet zo erg als het lijkt.'
Tony schudde zijn hoofd. Hij keek Rogers recht aan. 'Ik heb iemand vermoord. Niet je-weet-wel, maar ik.' Hij knipperde de tranen weg, wierp toen zijn armen om Steve's nek en snotterde diens schouder nat.
Captain America streelde door de ander zijn haren. 'Kan je me misschien vertellen om wie het gaat?'
'He-het was een meisje, jaar of zeven.' Hij duwde zich weg van de soldaat, keek de man recht in zijn helderblauwe ogen. 'Ze was onschuldig. Ik heb haar vermoord omdat ik bang was. Ze was een kind, Rogers. Ik heb een onschuldig kind vermoord!' Hij trok zich los van Steve, alsof hij walgde van zichzelf en niet wilde dat hij iemand anders besmette met de vreselijke parasiet die hij was. 'E-een kind, dood, door mij.'
Jack verscheen naast Steve, nam toen voorzichtig diens plek in. Rogers stond op. Hij was bezorgd. Wat ging er nu met Tony gebeuren? De soldaat was te zeer van streek om mee te luisteren met het gesprek dat Northerson op fluistertoon met Tony voerde. Hij was bang, bang voor de toekomst die Stark te wachten stond. Het vermoorden van een kind; de doodstraf was wat de miljardair te wachten stond, of toch op z'n minst levenslang. De captain had niet het idee dat Iron Man sterk genoeg was momenteel om weerstand te bieden, zich vrij te vechten uit deze benarde situatie.
'Het komt goed, knul.' Jack legde zijn hand op Starks schouder en kwam toen langzaam overeind. 'Kan je me je naam vertellen?'
Tony schudde zijn hoofd.
'Dat is oké. Ik ga de politie bellen, goed? Blijf hier braaf wachten. Ik zal een goed woordje voor je voeren in de rechtszaal. Je hebt PTSD zei je zelf al. Ze zullen je daardoor waarschijnlijk mild straffen, daar kan je van op aan. Ik ga nu bellen, goed?'
Tot Steve's grote schrik knikte Tony. en om het nog erger te maken waren de andere twee leden van de praatgroep - beiden veteranen die gediend hadden in het Midden-Oosten - opgestaan en hadden de deuren gesloten. Zelfs als Stark erover dacht nu weg proberen te komen, zou hij op z'n minst zijn geheime identiteit moeten prijsgeven om het tot buiten te maken.
Rogers liep zelf weg van de kring van stoelen, waar Stark verslagen ineengedoken zat op het krakkemikkige klapstoeltje dat hij al vanaf dag één de zijne had gedoopt.
'Jongens.' Siste hij in zijn oude Nokia die nog een atoombom zou kunnen overleven. 'Noodgeval.'

JE LEEST
MEANT TO BE | Stony Fanfiction
FanfictionHij was een dief. De soldaat was een held. Ze leefden in twee totaal verschillende werelden, hadden nooit moeten treffen. En toch stonden ze hier zij aan zij op te kijken naar het afgebrande gebouw waar deze rollercoaster die hun vriendschap was al...