11.

120 9 2
                                    

Dat ze teruggingen, was snel besloten, en de uitvoering van het plan was ook al vlug achter de rug, maar toen kwam het volgende probleem: want waar moesten ze in Gods naam heen?

Amerika was nog bijna hetzelfde als Steve zich het kon herinneren. New York was wat corrupter dan toen hij wegging, maar zo erg dat je echt niet over straat kon na zonsondergang omdat dat je dood zou worden was het niet.

Het antwoord op de vraag van eerder diende zich vlug genoeg aan. Rogers zag een kiosk die volhing met kranten waarvan de voorpagina helemaal werd opgeëist door Iron Man toen hij die eerste middag terug in Amerika door Central Park struinde met zijn teamgenoten op zoek naar een antwoord op die brandende vraag. 'Jongens.' Hij draaide zich om. 'Alles wat we nodig hebben is een auto! Ik weet precies waar we heen kunnen.'

Steve was er bijna voorbij gereden. Hij had het huis van Tony amper herkend. De oprijlaan was helemaal overwoekerd en alle Luxaflexen waren naar beneden. Rogers reed de auto het terrein op. Hij belde aan, maar merkte al gauw dat de bel al langere tijd buiten werking moest zijn. Het kon niet zo zijn dat dat overgroeide ding het recent nog had gedaan. Hij klopte aan, maar niemand deed open. Dat verbaasde Rogers. Normaal, zelfs als Tony er niet was, opende Jarvis toch op z'n minst de deur.

'Tony, doe open!' Steve klopte harder tegen de hardhouten voordeur van de immense woning. 'Ik ben het, Steve Rogers! Doe alsjeblieft open!'

Het bleef stil in het huis. Nergens was beweging te bespeuren. Niet eens een bries of iets dat de neergelaten Luxaflexen liet bewegen achter de ramen. Op een dag als deze zou Tony toch zeker de airco wel aan hebben?

'Tony, open die deur!' Rogers begon zich ongemakkelijk te voelen. Zijn team was zo onderhand uit de auto gekomen om polshoogte te nemen. Uiteindelijk was het niet anders. Steve gebaarde zijn team te volgen en liep om het huis heen, naar de achtertuin. Hij klom op de stenen pizzaoven die op nog geen halve meter van de woning stond en voelde met zijn hand in de dakgoot. Hij greep een koude, verroeste sleutel beet, waarvan hij hoopte dat het ding niet te zeer aangetast was. Anders was hun laatste kans op een veilig onderkomen wel verkeken. De ramen van deze villa waren van het meest moderne kogelwerende glas gemaakt. Zelfs met zijn schild zou Rogers zich er nog geen weg doorheen weten te vechten.

Wonder boven wonder ging de deur open, en de helden stapten de muffe villa binnen die de indruk gaf dat er al eeuwen niemand meer geweest was. Terwijl ze de villa doorzochten op enig teken van leven, passeerden Steve de zithoek met de twee rieten stoelen voor de ramenrij waar hij al die woensdagavonden sinds het fiasco met de moord op het meisje, met Tony had zitten kletsen, pratend en vertellend over het leven en de problemen die hen hadden gehinderd in het vinden van de zin van het leven, het bereiken van hun doel.

De bescheiden zithoek, die niet was uitgedost met het duurste wat er te koop was op het moment dat het interieur was uitgekozen, was nu bedekt met een dikke laag stof, en microstofdeeltjes zweefden zichtbaar door de lucht in de enige streep zonlicht die zich naar binnen wist te dringen doordat Tony bij het aanbrengen van de Luxaflexen één meetfout had gemaakt en te trots was geweest het toe te geven.

'Ik snap de verwarring die het met zich meebrengt als je weet waar iemand zijn reservesleutel bewaart, maar dat geeft je nog niet het recht na zoveel jaren van radiostilte zomaar terug mijn leven in te komen banjeren.'

Steve draaide zich op zijn hakken om. Zijn ogen waren vol verdriet toen hij zag wat er van Tony, van zijn liefde, was geworden. Voor hem stond Iron Man, maar zonder de helm. Die had Stark niet nodig geacht aangezien de soldaat zijn geheim toch al wist, alles al wist. Bloedvegen zaten in de miljardair zijn haar, op zijn gezicht, bedekten zijn pantser. Een litteken liep vanaf Tony's voorhoofd, over zijn linkeroog - dat niet langer bruin was maar nu een dreigend wit glansde in het laatste zonlicht van die dag - naar diens kin. Uit zijn onderlip was een v-vormig stukje huid verdwenen. Rogers moest zich bedwingen om niet jammerend op de man toe te rennen en hem te omhelzen. Het was hem wel duidelijk dat alles waar hij al die jaren geleden zo hard aan had gewerkt nu verdwenen was. Dit was niet langer zijn mysterieuze Tony. Dit was Tony Stark, Iron Man.

De gespannen stilte die op de twee vroegere vrienden was neergedaald, werd onderbroken door Nick Fury die zijn keel schraapte en zei: 'Wel, wel. Wat hebben we hier?'

MEANT TO BE | Stony FanfictionWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu