Hoofdstuk 2

405 36 6
                                    

Ik ontwaak uit mijn diepe, rustige slaap. Ik stap uit de reusachtige, witte hangmat en kleed me om, als een mens. Ik zie veel filmpjes over tieners op aarde. Ze lijken me erg aardig. Ik moet me wel gedragen naar hun. Lauro en ik hebben veel opgezocht over het gedrag. Ik loop naar de grote zaal en kijk op het beeldscherm van de tv.

Bus naar Aarde: 9:45

Ik kijk op de klok er naast. Nog tien minuten. Ik loop naar de hangmat van Lauro en maak hem wakker.

'Kom! We gaan naar aarde, gaat.' schreeuw ik naar hem. Hij schrikt uit zijn slaap en slaat om zich heen. Ik begin te lachen.

'Kom je nog?' vraag ik heel normaal. Lachend loop ik weg. Naar de zaal. Als Lauro na een paar minuten naast me staat, lopen we samen naar buiten. Het altijd zonnige weer maakt me blij. We lopen met onze blote voeten over het vochtige gras. Daar staat de bus al. Het is een witte bus met grijze wielen. Dit is niet zo'n bus als op aarde. Dit iets heel anders. Het is een soort ronde koets met een engelen chauffeur. Hij heeft altijd het zelfde aan. Een wit, lichtblauw pakje. Zoals alle engelen aan hebben. Behalve de slechte engelen. Die zijn zwart met rood.

We stappen de bus in en gaan zitten op de zachte stoelen. Ik kijk voor de laatste keer naar het vredige hemel paleis en dan vertrekt de bus.

Ik ga het missen hier. De stilte, de liefde, de rust, de eer, mijn vrienden, familie, leefhuis, alles. Ik voel tranen prikkelen achter mijn ogen maar houd ze in. Misschien wordt het op aarde wel leuker. Ik weet het niet.

De lange reis leek me veel langer. Maar dat was niet zo. Nog geen twee uur met de bus.

We stoppen bij een regenachtige plek.

'Paar meter naar rechts en je bent in de straat. Het is nummer 65.' Zegt de chauffeur. Als we uitgestapt zijn rijd hij weg. Daar staan we dan.

'Mijn sokken zijn nu al nat.' zegt Lauro chagrijnig. Pff, dit gaat een lange dag worden. Met z'n tweeën lopen we naar de straat. We zoeken nummer 65 en bellen aan. Het is een vrolijk, modern huis. Dit word dus onze nieuwe slaap plek.

'Hallo, wat goed dat jullie er zijn!' zegt een lieve oude vrouw. Ze heeft rode krulletjes die op en neer bewegen als ze praat.

'Kom binnen, heren!' we volgen de vrouw naar binnen.

'Ik ben Helena. Ik ben ook een engel. Maar dat weten de mensen hier natuurlijk niet. Mag ik vragen wie jullie zijn?'

'Ik ben Gabe.' ik steek mijn hand naar voren. Helena schudt hem en kijkt daarna gelijk naar mijn vriend.

'Ik ben Lauro.' zegt hij stamelend. Ook zijn hand wordt geschud.

'Kom maar zitten, heren. Colaatje?' we knikken. Helena loopt weg. Het is een ruim huis in het wit en in het rood. Goed en slecht. Ik kijk om me heen en zie veel schilderijen. Het is een prachtig huis. Zouden alle mensen hier zo wonen?

Helena komt terug met drie glazen cola en komt naast ons zitten.

'En wat brengt jullie hier?'

'We zijn vandaag 16 geworden.' begin ik. 'En vandaag is onze eerste dag als beschermengel.'

'Gezellig. Ik ben ook een bescherm engel. Van een vrouw hier naast. Ze heeft een prachtige dochter. Jij hebt geluk, Gabe. Zij is jou Lader. Jij wordt haar bescherm engel.' Zegt ze blij. Ik krijg gelijk een lach op mijn gezicht.

'En jij, Lauro. Jij krijgt een klas genoot van haar. Hij woont ook hier in de buurt. Ik ben jullie "soort van" leraar. En leer jullie goed omgaan met beschermen.' Ze glimlacht. 'Ik zal jullie kamers laten zien.' Ze staat op en loopt naar boven. Wij achtervolgen haar de trap op. Twee grote kamers krijgen we te zien.

'Wanneer beginnen we met beschermen?' vraagt Lauro.

'Morgen is jullie eerste dag.' Ik kijk van Helena naar mijn kamer. Een prachtige witte, lichtblauwe kamer met witte meubels zoals een bed, bureau, kleding kast, en meer. Het doet me denken aan de hemel.

'Bedankt.' fluister ik. Ik kijk naar het harde bed het zal moeilijk worden om te wennen met slapen. Ik ben al heel mijn leven een hangmat gewend. Maar dit is de aarde. Dus ik moet me aanpassen. Ik ga voorzichtig zitten op het bed. Het veert. Ik spring een beetje heen en weer. Dit moet wel te wennen zijn. Ik loop naar Lauro, om zijn kamer te bekijken. Precies het zelfde maar dan met donker blauw, in plaat van licht blauw. Het wit is gewoon het zelfde.

'Gaaf, man.' lach ik hem toe en geef hem een stompje op zijn schouder.

'Ik zal jullie derest laten ziet.' zegt Helena en loopt weg.

Het is avond. Het is zo tijd om te gaan slapen. Vandaag hebben we niet veel gedaan. We hebben de buurt verkent en de school en supermarkt gezien. Beetje rond gelopen, en dat was het wel. Ik trek mijn pyjama aan en loop naar mijn bed. Het licht hard en onnatuurlijk. Ik denk over de dag van morgen. Zou mijn Lader, de genen die ik bescherm, aardig zijn? Of knap? We zullen morgen zien. Ik sluit mijn ogen en val langzaam in slaap.

----------------------------------------------------

Heeexx tweede hoofdstukje. Hoop dat jullie het leuk vindden!!!

StayWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu