Hoofdstuk 7

229 25 2
                                    

Eindelijk, weekend. Het heerlijke gevoel van de vrijheid. Ik schuif mijn gordijn opzij. Buiten schijnt de zon. Prachtig. Net de hemel. Ik kijk naar de achtertuin van Mira, waar ik zicht op heb. Veel bloemen en beeldjes. Vast haar moeder, die de tuin verzorgt. Wij hebben ook zo'n tuin. Hanna houd er van om in de tuin te werken. Wij hebben ook veel planten. Ik kleed me om en loop naar beneden.

'Hoe gaat het met Lauro?' vraag ik gelijk. Ik kijk haar aan en loopt door naar de keuken om een boterham te smeren.

'Niet echt beter. Maar ook niet slechter.' Zegt ze vlot. Fijn... Daar heb in wat aan. Ik zucht en eet snel me boterham op. Ik heb afgesproken met Mira. We gaan samen naar het bos. Zelf heb ik niks met dieren en natuur, maar het bos kan geen kwaad. Ik doe mijn schoenen en jas aan en loop de deur uit. Op weg naar de buren. Ik bel lang aan en haar moeder doet open.

'Een hele goeie morgen, Gabe. Kom binnen.' ik groet haar en loop naar binnen. Ik zie Mira met haar zusje op de bank zitten.

'Hee.' zeg ik chil. Ik zie dat Mira schrikt van me. Ze doet snel haar haar opzij en strijkt haar bloesje recht. Dan staat ze op.

'Hee. Ik moet me nog even klaar maken.' Zegt ze blozend.

'Geen probleem.' zeg ik vlot en ga netjes op de bank zitten naast Mary. Ze kijkt SpongeBob. Fijn. Keek ik vroeger ook altijd. Geen idee wat ik er zo leuk aan vond, maar ik blijf gewoon mee kijken.
Het huis is helemaal wit met bruin hout. Best mooi. Het ruikt hier heerlijk fris en zeker niet muf. Heerlijk dit. Maar voel me wel gespannen. Ik heb haar vader nog niet gezien. Dat is maar beter ook. Niet dat ik bang voor hem ben, eerder voor mezelf. Straks val ik hem uit woede nog aan ofzo. Denk het niet hoor, maar alles kan.
Mira komt weer naar beneden. Ze heeft een lief, effe, lichtblauw jurkje aan. Het staat mooi hij haar blonde krullen.
'Zullen we gaan?' zegt ze. Ik knik en loop haar achterna naar buiten. Als ik naast Mira loop lijkt het wel dat de zon automatisch begint te schijnen. Zo heerlijk, lopen naast haar. Via het centrum lopen we naar het bos. Ik kijk naar de winkeltjes. Grappig dat ze dat hier hebben. De hemel had altijd alles al. Dat hoefde je niet te kopen. In de hemel heb je niet eens geld. Dat is daar niet nodig. We lopen langs een supermarkt. Een geel bord met zwarte letters. Er staat Jumbo. Ik gluur naar binnen en zie bij de ingang Levi staan. Hij loopt naar buiten.
'Mira!' roept hij. 'Mira!' ik kijk haar aan, maar ze negeert Levi. Hij rent hier naartoe.
'Mira, alsjeblieft. Luister naar me.'
'Nee! Blijf uit mijn buurt!' schreeuwt ze en rent weg. Ik raak in de war en kijk met grote ogen naar Levi.
'Wat is dit?' vraag ik.
'Niks.' zegt hij. Lang kijkt hij me aan zonder iets te zeggen en loopt dan weg. Raar. Ik zie Mira nog rennen. Ik loop achter haar aan. Maar houd haar niet bij. Mira gaat de bocht om en is daar door uit het zicht. Wat zou er toch gebeurt zijn tussen die twee? Ze waren toch vrienden? als ik ook de bocht om ga zie ik Mira zitten met haar knieën opgetrokken tegen een garage deur.
'Mira, hij is weg hoor.' Stel ik haar gerust. Ze tilt haar hoofd op die op haar knieën lagen en kijk naar haar uitgelopen mascara.
'Gaat het?' ze kijkt me beledigend aan. Ik ga naast haar zitten en sla een arm om haar heen.
'Mira, kun je me vertellen wat hier speelt?' ze schud haar hoofd.
'Niet hier.' ik sta op en trek haar mee omhoog. Samen lopen we op ons gemakje naar het bos. Het bos is volkomen verlaten en rustig. Vogeltjes zingen hun liedje en konijntjes springen naar hun holletje.
'Kun je me het hier vertellen?' dring ik door.
'Levi is al jaren een goeie vriend van mij. Hij zei ineens uit het niets dat hij me leuk vond. Ik zei dat het niks zou worden omdat ik hem niet leuk vind.' Ze snikt even en veegt de laatste tranen weg. Een diepe zucht en gaat verder. 'Hij was daarom boos geworden en stuurde een vriendin van mij op me af. Nu heb ik met haar ruzie om niks en en met hem... Tja, het is zijn schuld. Hij had haar niet op me af moeten sturen.' Ik snap het. Weer een meiden verhaal. Gewoon aankijken en knikken, zeggen ze altijd. Maar haar tranen laten me echt luisteren naar haar verhaal.
'Wat vervelend. Waarom deed hij dat dan?' zeg ik geïnteresseerd.
'Geen idee, maar ik denk dat hij jaloers op jou is...' ik begin te lachen.
'Op mij?'
'Ja, hij wil ook een kans maken bij mij, maar ik vind hem niks.' ik kan mijn oren niet geloven! Bedoeld ze nou dat ze mij wel leuk vind en Levi niet? Geduldig wacht ik af op wat er gaat komen. Helaas komt er niks.
Mira en ik zijn midden in het bos. We zijn aangekomen bij een meertje met een bankje.
'Kunnen we even gaan zitten?' vraagt ze. 'Ben nogal misselijk.'
'Tuurlijk.' Zeg ik en we gaan zitten. Het water weerkaatst de spiegelbeeld van de bomen. Best mooi. Water kan zo helder zijn. ik zie Mira wrijven over haar voorhoofd.
'Gaat het wel? Als we naar huis moeten moet je het zeggen, hè.'
'Ja het gaat wel.' Zegt ze.
'Maar eh...' begin ik.
'Jah?' ze draait haar hoofd naar me toe en haar nieuwsgierigheid sprankels in haar ogen.
'Je vind mij dus leuker als Levi, als ik het goed begrijp.' Blozend kijkt ze naar haar schoenen.
'Nu sowieso.' Antwoord ze.
'En als je geen ruzie hebt met hem?' dring ik weer door. 'Sorry voor het aandringen.'
'Geeft niet, ben ook altijd nieuwsgierig. Maar ik weet niet.' Ze zucht. 'Ik ken je nog maar een week, maar ik moet eerlijk zijn, ik vind je nu al erg leuk.' Ze kijkt me weer aan. Haar rode wangetjes maken haar alleen nog maar schattiger. Met mijn duim aai ik over de zachte wangen. Meer word er niet gezegd.

StayWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu