Hoofdstuk 5

243 25 2
                                    

De ochtend is begonnen. Ik lig klaar wakker in me bed. Ik loop naar de kamer van Lauro maar bedenk me pas als ik er eenmaal ben dat hij er niet is. Het is zo raar om in een vreemd huis te zijn, zonder dat je iemand kent of vertrouwt. Natuurlijk vertrouw ik Helena. Maar nog niet goed genoeg. Ik kleed me weer om en loop naar beneden.

'Mis je Lauro al?' zegt Helena.

'Beetje. Het is toch wel vreemd.'

'Dat snap ik volkomen. Maar na een maand is alles zo normaal, net zoals nu de hemel voor je is. ' Ik knik. Maar veel geloof ik er niets van.

Als het tijd is sta ik buiten. Dit keer ben ik eerder dan Mira buiten. Ik kijk gespannen naar de deur waarvan de klink open gaat. Een vreemd, klein meisje loopt de deur uit. Zou dat haar zusje zijn? Ze loopt naar me toe.

'Volgens mij ben jij Gabe, klopt dat?' vraagt het blonde meisje met een lange vlecht in haar haar. Haar hoge stem laat me lachen.

'Ja dat klopt. Hoe ken je me?'

'Van Mira!' giechelt ze. Met haar knalroze rugzak loopt ze door. Even later komt Mira het huis uitgelopen. Met haar tas aan haar schouder loopt ze naar me toe

'Jij bent vroeg.' zegt ze, redelijk zacht.

'Dat klopt. ik zag je zusje net.' Vertel ik haar. Ze knikt.

'Hoe heet ze?'

'Mary.' Zegt ze kort. We beginnen te lopen. Vandaag is Mira wat stiller dan normaal. Geen idee waarom. We lopen voorbij de straat van Levi.

Moeten we niet wachten?' vraag ik haar. Ze schud haar hoofd.

'Hij komt vandaag niet.'

'Ziek' vraag ik. Ze reageerde er niet op.

'Wat is er, je bent zo stil vandaag.' Floep ik er uit.

'Zit niet zo lekker in me vel.'

'Vertel eens.' Ze schud stevig haar hoofd. Wat is er met haar aan de hand? heel de weg was het stil. We hebben niks gezegd alleen gelopen. Heel rustig.

Op school aangekomen zie ik al wel dat Mira steeds van me weg loopt. Bij de kluisjes wachten ze niet. Tijdens de les zat ze naast iemand anders. Zou ik te snel gegaan zijn? Denk het niet toch? Ik heb niks gedaan. Misschien mist ze Levi. Van die gedachtes word ik misselijk. Levi is te netjes en te perfect, niemand wilt dat.

Ik zit alleen in de les. Helemaal achterin aan een tafel vol tekeningen en gekras. Mira zit daar in tegen vooraan. Samen met een vriendin van haar. Waarom ze ineens zoveel afstand houd van me, weet ik niet. Maar wat ik wel weet, is dat hier iets mis is.

Bij de kluisjes wacht ze op me. Terug lopen kan blijkbaar wel. Samen lopen we de school uit. Met z'n tweeën. Zonder iemand erbij.

Als de zo'n begint te schijnen, doet ze haar jas uit. Het is inderdaad wel warm. Ik kijk Mira aan. En dan valt me iets op. Een hele grote blauwe plek op haar arm.

'Wat heb je gedaan?' vraag ik haar. Ze doet snel haar jas aan.

'Niks.'

'Ik zag daar duidelijk een blauwe plek, Mira.'

'Dus?' snauwt ze me af. Wat is dit nou weer?

'Mira, zeg het nou maar gewoon. Er is iets aan de hand.'

Ze zucht maar zegt verder niks.

'Oke, wat jij wilt.' ik kijk haar diep in de ogen. Zo snel als ze kan kijkt ze weg, alsof ze elk moment dood zou kunnen gaan. Bij onze huizen aangekomen, blijft Mira voor de deur staan.

'Doei.' zegt ze alleen. Ik blijf naar haar kijken. Maar naar binnen loopt ze niet. Ze wacht ergens op. Ik loop maar naar binnen. Ik blijf voor de deur kijken wat ze gaat doen. Ik zie haar om haar heen kijken, loopt van de deur vandaag en steekt over. Na nog geen minuut zie ik haar niet meer. Waar gaat ze heen?

Ik loop naar buiten om haar te volgen. Ze loopt door de menigte, bij de winkels. Zou ze misschien iets moeten halen? Nee. Want ze loopt door. Ik moet eerlijk bekennen dat ik nu geen idee heb waar ik ben. Maar dat maakt me niets uit. Ik ben haar beschermengel. Even stopt ze en gaat ze op een bankje zitten. Midden in een park. Ik zie dat haar tranen over haar wangen rollen. Wat is dit? Zal ik naar haar toe lopen? Ik doe een paar minuten later alsof ik toevallig in het park loop. Ook al loopt helemaal niemand hier. Dit park is zo dood. Er is niemand te bekennen, vandaar dat ze hier gaat zitten. Ik loop naar der toe en ga op mijn hurken voor der zitten.

'Hee Mira. Wat is er?' vraag ik heel rustig. Ik zie dat ze schrikt.

'Wat doe je hier?' weerkaatst ze de woorden.

'Ik liep hier. Beetje buurt bekennen.' Ze knikt en kijkt me vol vertrouwen aan. Weer begint ze te huilen. Het snikkende geluid gaat als steken door me heen. Ik wrijf over haar knie, om haar te kalmeren.

'Ik snap dat je er niet over wil praten. Maar ga dan naar huis. Even uitrusten.' Geef ik haar als tip.

'Dat gaat niet.' snikt ze.

'Waarom niet?' geen reactie.

'Wil je anders even met mij mee naar huis?' stel ik voor. Ze knikt en staat op. Ik geef haar een knuffel. Haar warme handen klammen zich aan me vast. Ze is zo lief. Een golf liefde gaat over me heen. Ze loopt me achterna naar huis.

Thuis aangekomen vertel ik Helena wat er gebeurd is en gaan we naar boven. Mijn kamer.

'Wil je anders een kopje thee?'

'Nee. Nee, dankje.'

'Wil je me nu vertellen wat er is?'

'Is Lauro niet thuis?' vraagt ze zacht. Fuck! Wat moet ik haar vertellen?

'Hij is... een tijdje bij zijn, ehh... Oma. Voor rust.' Lieg ik. Ik voel me nu al schuldig.

'Oke.' Zegt ze ongeïnteresseerd. Ik sla mijn arm om haar heen.

'Oke, ik vertel het je. Maar niks door vertellen en ik wil geen reactie.' ik knik.

'Oké...' ze ademt diep in en uit.

'Die blauwe plek... Dat komt door mijn vader.' Ze laat een paar traantjes vallen. Ik veeg ze weg en ze gaat verder.

'Hij mishandelt mij en mijn zusje als mama weg is. In de avond hoor ik mijn moeder wel eens gillen. En dan ben ik bang dat mijn vader haar ook mishandelt.' Ze kijkt me aan met grote ogen.

'Wat vreselijk.' Zeg ik. De tranen schieten er bij mij ook uit. Maar ik houd ze nog net in.

'Je zou geen reactie geven.' Zeg ze en ze staat op.

'Wat moet ik nou doen? Dit houd ik niet vol totdat ik uit huis ben.'

'Ik heb geen idee. Maar ik beloof je dat ik je ga helpen.' zeg ik haar. Ze kijkt me smekend aan.

'Echt?' vraagt ze. Ik knik. Ik geef haar een knuffel en laat haar uit. Ze moet weer naar haar eigen huis. Maar gelukkig is haar moeder thuis. Ik vind het zo erg voor haar. Ik ben er zo stil van. Ik zou niet weten hoe ik haar moet helpen of troosten. Niet alle engelen zijn daar zo goed in.

StayWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu