Hoe weten we zeker wat echt is in het leven?

135 12 57
                                    

Deze vraag was populair: Crookhangs_S en Floissant hebben deze vraag beide in iets andere formuleringen gesteld.
Hij past binnen één van mijn favoriete onderwerpen binnen de filosofie: de epistemologie, oftewel de kennistheorie: wat van datgene dat wij zien en denken te weten, is echt?

Hoe weten we wat echt is?
In antwoord op deze vraag zijn vijf belangrijke stromen te onderscheiden:

-Rationalisme
-Empirisme
-Relativisme
-Scepticisme
-Nihilisme

Rationalisten geloven dat ware kennis over de werkelijkheid verworven kan worden aan de hand van logisch nadenken met je verstand.

Het meest beroemde voorbeeld daarvan is, hoe kon het ook anders, Plato. Plato geloofde dat de werkelijkheid verborgen zat in de zogenaamde Ideeënwereld en dat de meeste mensen slechts "schimmen" daarvan zagen: pas als je je echte verstand ging gebruiken en filosofisch nadacht, kon je werkelijke kennis verwerven.
Maar als filosofisch denken naar het antwoord leidt, hoe kan het dan dat elke filosoof een andere mening heeft? Zijn sommige vormen van verstandig denken dan gewoon verkeerd?

Empiristen zijn de tegenhangers van rationalisten: zij geloven dat de zintuigen ware kennis geven.

Een beroemde empirist was David Hume. Hij vond dat volwassenen veel teveel door de druk van verstandig moeten denken werden geleid en vond het veel mooier om als kind te leven, zonder vooroordelen over de wereld. Zo kon je pas zien hoe het echt in elkaar zat, zei hij.

Aristoteles en renaissance-collega John Locke beschreven het "leven als een kind" als een tabula rasa, in het Nederlands een onbeschreven blad. Hiermee bedoelden ze dat je ter wereld komt als iemand zonder een wereldbeeld: je moest nog beschreven worden en dit gebeurt door je ervaringen, dachten zij. Zo vorm je dus voor jezelf een bepaalde werkelijkheid.
Maar als je die voor jezelf vormt, dan is er toch geen objectieve kennis? Met die graag komen we aan bij het relativisme.

Relativisten geloven dat de waarheid, het woord zegt het al, relatief is: alles is afhankelijk van de specifieke mens, plaats en tijd. Wat de relativisten precies denken, wordt perfect beschreven in deze limerick:

ER WAS EENS EEN KAASBOER UIT GOUDA,
DIE ZAT ROND DE TAFEL ZIJN VROUW NA.
ZIJN VROUW SPRAK HEEL FIEF,
ALLES IS RELATIEF,
ALS IK IETS HARDER LOOP, ZIT IK JOU NA.

In de tijd van Socrates trok er een groep mensen rond die de Grieken in die tijd leerden hoe ze moesten spreken voor grote groepen, sofisten genaamd. Zij waren grote aanhangers van het relativisme.
Eén van de beroemdste sofisten was Protagoras. Nee, dat is niet de wiskundige van de driehoeksstelling, dat is Pythagoras.
Protagoras is beroemd geworden om zijn uitspraak: "De mens is de maat voor alles."

Maar zoals ik al zei: het relativisme ontstond in de tijd van Socrates en die liet ze natuurlijk niet zomaar hun gang gaan.
Want als je zegt dat alles relatief is, zo bedacht hij, dan is de stelling dat alles relatief is toch ook relatief? Dus om serieus genomen te kunnen worden, móét de relativist iets kunnen noemen dat absoluut is. Maar als hij dat doet, haalt hij gelijk zijn eigen theorie onderuit. Het is een cirkel waar je niet uitkomt.

Tenzij je René Descartes heet. Hij deed de beroemde uitspraak Cogito Ergo Sum; "Ik denk, dus ik ben".
Het was daarmee geen relativist meer, maar een rationalist: hij zei dat je over alles kan twijfelen, maar over één ding zeker bent: dát je twijfelt. Dat is de enige ware werkelijkheid die er is en die laat zijn dat je dus iemand bent.

Maar voor ik afdwaal naar de kwestie van het zijn, kap ik hem hier af. We gaan door met de volgende stroming.

Het scepticisme is voortgekomen uit het relativisme: het zegt niet zozeer dat alle kennis tijd- en plaatsgebonden is, maar eigenlijk gewoon dat de mens te dom is om iets zeker te kunnen weten.

Er zijn vier stromingen in het scepticisme te onderscheiden, maar dat wordt allemaal veel te ingewikkeld.

De founding father van het praktische scepticisme was Pyrrho, en iemand die zich volledig bij hem aansloot, was Sextus Empiricus. Zij zeiden dat elke uitspraak die we doen, gebaseerd is op aannames in eerdere uitspraken, die weer gebaseerd zijn op aannames uit uitspraken daarvoor, en dat houdt nooit op. Zo kun je dus nooit een uitspraak doen die berust op pure feitelijke kennis.
Je kan niet weten wat nu echt is en wat niet, want alles is gebaseerd op aannames, hoever je ook teruggaat. Maar, je kan ook niet zeggen dat een aanname onwaar is: je kan het immers niet weten.
Is er een uitspraak te verzinnen die niet op een aanname is gebaseerd?

De laatste beroemde stroming voor jullie deze vele info kunnen laten bezinken, is het nihilisme. Zij zeggen dat er werkelijk geen objectieve waarheid bestaat.

Het nihilisme is in de filosofie bekend geworden door Friedrich Nietzsche, ondanks dat hij zich niet helemaal bij deze stroming aansloot. Hij zegt dat waarheid een illusie is, waarvan we vergeten zijn dat het een illusie is.

Dus, om het even samen te vatten:

-Rationalisten denken dat kennis over de werkelijkheid met behulp van het verstand kan worden bereikt;
-Empiristen denken dat kennis over de werkelijkheid met behulp van ervaring wordt bereikt;
-Relativisten denken dat alle ware kennis tijd-, plaats- en subjectgebonden is;
-Sceptici denken dat de mens geen ware kennis kan verwerven;
-Nihilisten denken dat ware kennis niet bestaat.

Dit was een erg lastig hoofdstuk om tijdens het schrijven overzichtelijk te houden, ik hoop dat het een beetje is gelukt. Nog even terug naar hoe we begonnen:

Hoe weten we wat echt is?
Tja, hoe weten we wat echt is? Bestaat er wel zoiets als echt? Filosofen zijn het onderling oneens, hoe wordt er dan van ons verwacht een antwoord te kunnen geven? Toch ga ik er weer een stelling ingooien, ditmaal bekeken vanuit empiristische hoek:

Je kunt alleen weten wat echt is door de ervaringen die je hebt meegemaakt.

De Gifbeker van SocratesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu