Wat is de dood?

93 11 22
                                    

De volgende vraag, gesteld door xNienkeGx , is er weer eentje die pijnlijk of confronterend kan zijn voor mensen die een recent sterfgeval hebben meegemaakt. Als dit het geval is en je bent er nog erg van onder de indruk, allereerst: gecondoleerd. Verder zou ik je aanraden om even te wachten met het lezen van dit hoofdstuk.

Wat is er na de dood? Dat is een vraag die door heel veel filosofen beantwoord is. Maar wat is de dood, dat is een andere vraag.

Maar eerst vind ik dat we daarvoor een andere vraag moeten beantwoorden:

Moeten we vrezen voor de dood?

De eerste filosofie is een oude bekende: Socrates. Toen hij wegens "verpesten van het volk" de gifbeker kreeg toegereken, aarzelde hij niet hem op te drinken. Hij was klaar voor de dood, want volgens hem was filosoferen een manier om je voor te bereiden op de dood. Hij noemt het sterven de scheiding tussen lichaam en ziel: het lichaam sterft af terwijl de ziel doorleeft, buiten het lichaam om. Daarnaast kan de ziel op dat moment de echte waarheid zijn, door zijn leerling Plato later de Ideeënwereld genoemd.

Een andere oud-Griekse filosoof die hier wat over te zeggen had, was Epicurus. Hij vindt vrezen voor de dood onzin: je bent er zelf toch niet bij op het moment dat je dood bent, stelt hij. Hij gelooft ook niet dat er leven na de dood is: we bestaan uit atomen en die atomen scheiden dan weer van elkaar, einde verhaal.
Maar als we allemaal slechts atomen zijn, hoe kan er dan leven in die atomen zitten? Hoe kan er een karakter in die atomen zitten? Is het wel mogelijk dat er geen ziel is?

Iemand die het absoluut oneens was met Epicurus, was de hedendaagse filosoof Thomas Nagel: goed, de dood op zichzelf is niet slecht, maar het neemt nog altijd het leven van ons weg. Na de dood zullen we dingen mislopen, dat is waar de mens voor vreest, zegt hij.
Maar is dat nou echt de angst? We maken ons toch ook niet druk om datgene dat we voor onze geboorte hebben gemist?

Georg Friedrich Hegel had er weer een totaal andere opvatting over: volgens hem hoort de dood bij het proces van "vervolmaking": het nadenken over wat er belangrijk is in de wereld.
De dood laat ons weten dat het individuele uiteindelijk verdwijnt en dat het individuele dus eigenlijk niet zo belangrijk is: door het van dichtbij meemaken van de dood leren we ons volgens hem meer bezig te houden met algemene en belangrijke zaken, in plaats van individuele problemen.

Martin Heideggers visie is misschien wel de meest drastische: hij zegt dat de mens zich laat leiden door zijn angst voor de dood. De mens weet dat dit op elk moment kan aanbreken, maar doet zijn uiterste best dit te vergeten. Pas als je kan leven zonder angst voor de dood en je aanvaardt dat je sterfelijk bent, kun je op een authentieke en volledige manier leven.
Maar drijft de angst voor de dood ons juist niet voort? Zorgt de angst voor de dood er niet juist voor dat we zoveel mogelijk willen genieten van het leven?

We sluiten af met Sigmund Freud. Goed, hij schreef dit in eerste instantie over seks, maar dit valt makkelijk te vergelijken met de dood. Ik snap hoe dit nu klinkt, maar geloof me.
Hij zei dat alles draait om een bepaald ding, behalve het ding zelf.
Alles in het leven draait dus om de dood, behalve de dood zelf: je bent je tijdens je hele leven bewust van het feit dat de dood bestaat, behalve op het moment dat de dood er daadwerkelijk is. Het is dus heel normaal om er vrees voor te hebben en je er bewust van te zijn, zegt Freud. Dit hoort bij het menselijke.

Genoeg antwoorden op de vraag of we moeten vrezen voor de dood. Nu we dat weten, kunnen we gaan kijken wat het nou eigenlijk ís dat we al dan niet vrezen.

Want wat is de dood?
Met name door de oude Griekse filosofen zijn hier veel uitspraken over gedaan. Ja, de dood is het stoppen van het kloppen van je hart, maar hoe wordt dit op filosofisch niveau bekeken?

De presocratische (een filosoof vóór de tijd van Socrates) filosoof Choron is erg pessimistisch over de dood. Hij beschrijft het als het "grootst denkbare kwaad". Bij de latere Grieken wordt sterven voor je vaderland vaak als iets heroïsch gezien, maar Choron is keihard in zijn visie.

Een presocratische collega was Animaxander. Hij zei juist dat de dood een noodzakelijkheid is omdat er bij ontstaan ook altijd weer vernietiging moet komen: iets kan niet eeuwig blijven doorgaan, maar na de vernietiging komt er weer een nieuw ontstaan: datgene van je ziel die nu zonder lichaam is.
Maar moet alles dat ontstaat, ook weer vernietigd worden? Kan iets dat ontstaan is dan niet voor eeuwig blijven?

Eeuwen later leefde de filosoof Seneca. Hij was een stoïcijn, iemand die zich niet door emoties wil laten beïnvloeden. Hij noemt de dood een onderdeel van de kosmos, je moet het niet versnellen en niet uitstellen, maar gewoon over je heen laten komen, het hoort er nu gewoon eenmaal bij en je moet het over je heen laten komen.

Epictetus sluit zich hier ongeveer bij aan en voegt er het goddelijke nog meer aan toe: wij hebben het leven te leen gekregen van God, zegt hij. Ooit wil hij het terug en dat is de dood. Dat is niet gemeen of vreselijk, maar gewoon zoals het is: het komt er hoe dan ook wel.
Geniet van het leven, zegt hij. Richt je niet op de uiteindelijk onvermijdelijke dood.

En zo werd dit hoofdstuk langer dan gedacht, maar er zijn wel weer een aantal interessante visies én nieuwe filosofen langsgekomen.

En de stelling van vandaag is:

De dood is noodzakelijk en onvermijdelijk, dus kun je er maar beter niet over nadenken.

De Gifbeker van SocratesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu