4. De tributenparade

133 9 16
                                    

Niet de verbazing die ik verwacht had te hebben; verbazing van walging. Geen verbazing omdat ik in een soort enorme broccoli moet rondlopen. Nee, verbazing omdat ik het zelfs mooi vind.
De outfit bestaat uit een top met een onwijs lange rok. Het topje heeft halflange, losse, mouwen, valt breed over de schouders en heeft een diepe hals. Het heeft de kleuren en ruitjes van een houthakkers blouse, precies zoals ik thuis altijd droeg. Maar dan elegant, sexy zelfs. De kleur past perfect bij mijn lippen.
De rok zit hoog in de taille met een zwart bandje. Het lijkt alsof de rok van hout gemaakt is, maar dat kan natuurlijk niet. Ik voel aan de stof, het is zacht en zit strak maar soepel om de pop. De rok loopt uit in een soort plooien die zogenaamd wortels van de boom zijn. Ik vind het prachtig.

Ik kijk naar Felici, ze kijkt met een glimlach daar mij. Ik weet even geen woorden uit te brengen. 'Wauw,' zeg ik na een minuutje of twee met open mond te staren.
'Elk jaar die stomme groene bomen en onwerpers die zich niet verdiepen in het district. Ik had er geen zin meer in. Een Avox had in de trein jouw jurkje van de Boete gevonden, dat gaf mij inspiratie. Ik hoop dat je het wat vindt,' zegt ze op een rustige toon. Haar Capitool accent wat ik zo verschrikkelijk vind lijkt even weg te zijn.
Felici knippert een paar keer met haar veelte lange wimpers.
'Hup, ik help je erin.' Èn daar is het gekke accent weer. Ik lach zacht en trek mijn blauwe lange shirt uit en glip in de outfit. Nu pas valt het mij op dat er ook nog wat scheurtjes in de rok zitten waardoor mijn benen af en toe
te zien zijn. Aan de ene kant maakt dat het nog eleganter, en aan de andere kant geeft het de outfit een gevaarlijke look. Het zit als gegoten.
Ik bekijk mezelf in de spiegel waar allemaal lichtjes aanzitten. Ik herken mezelf bijna niet, maar het staat prachtig. Door de lange rok lijken mijn benen langer en de lage hals maakt het elegant. Ik draag een push up bh wat best wel wennen is, maar het zit allemaal erg comfortabel. Behalve de hakken. Ze zijn zwart en hoog, erg mooi maar niet super makkelijk om op te lopen. Ik vraag mij oprecht af hoe Felici - en elke andere vrouw van het Capitool - nooit pijn in haar voeten heeft met zulke hakken. Ze houdt mijn hand vast en helpt mij een paar keer door de ruimte te lopen waardoor het steeds soepeler gaat. Ik hoop dat ik niet omval in de wagen.
Felici werkt nog wat kleine dingetjes bij aan mijn make-up, en dan ben ik klaar om naar de Praalwagen te gaan.

Sean staat er al. Hij draagt een broek in dezelfde hout kleur als ik, met bretels in het zwart - die matchen bij de zwarte band om mijn middel - en net zoals ik een rode houthakkers blouse. Ik moet even lachen als ik hem aan het bloesje zie plukken; in district 7 wilde hij nooit de rode dragen omdat hij dat 'te standaard' vond. Typisch Sean om net even de regels te veranderen en z'n eigen wil door te dringen. Daarom droeg hij vaak een donker blauwe of een mosgroene. Dat stond hem erg goed, maar deze kleur laat zijn bruine ogen erg mooi uitkomen. Felici houdt mijn hand vast terwijl ik naar de wagen loop. Terwijl ik de donker bruine paarden een aai over hun hals geef, fluit Sean naar mij. Ik begin te blozen. Het doet me denken aan de dag van de Boete, toen we samen bij de wilg waren en hij naar mijn rode jurkje floot. Mijn glimlach sterft weer weg als ik aan thuis denk.
Sean rijkt zijn hand uit en helpt mij op de wagen te stappen. Ze hebben zijn gezicht niet zo heftig opgemaakt als ik, vooral veel poeder en wat lichte glittertjes in zijn haar. Hij houdt mijn boven arm vast terwijl ik op een comfortabele manier probeer te gaan staan.
'Jullie zien er prachtig uit,' zegt Felici tegen ons. Ik kijk Sean in zijn ogen, we zien er inderdaad goed uit samen. Hij wenkt mij een knipoog toe.

De voorste wagens komen in beweging en de grote porten openen. De witte paarden van district 1 trekken Luana en Glammer de grote zaal in. Luana draagt een grote gouden baljurk, het zal zeker een goede binnenkomst zijn.

Na een minuutje begint ook onze wagen te rijden. Sean geeft mij een kneepje in mijn hand en glimlacht. Het geeft mij een warm gevoel in mijn buik, maar ik zet snel weer mijn pokerface op zodra we de enorme zaal in rijden. Aan de zijkanten zijn overal mensen uit het Capitool en gillen van alles. Vooral de namen Raven en Sebastian worden veel geroepen, de tributen uit district 2. Ik kijk af en toe een beetje om mij heen, Sean doet hetzelfde maar met een sluwe, sexy glimlach. Soms zie ik iemand uit het publiek naar ons wijzen en daarna enthousiast klappen. Het is niet veel, maar ik weet zeker dat een aantal mensen ons zullen herinneren. Ik vang een glimp op van mijzelf op een groot scherm en schrik even van hoe tof we eruit zien.
Hoe kunnen ze ons niet opmerken? Dan komt Raven weer op het scherm, ze heeft een mooie zwart jurk aan met prachtige vleugels. Het ziet er gevaarlijk, elegant en prachtig tegelijk uit. Ik snap wel waarom ze zo veel aandacht krijgt.
Onze wagen rijdt door naar een groot plein waar een gigantisch balkon boven hangt. Typisch, natuurlijk wordt president Snow neergezet alsof hij heilig is. Ik rol met mijn ogen als ik hem op zie lopen.
'We kunnen hem eerder president Snowball noemen,' grap ik tegen Sean. Hij probeert niet te lachen, maar faalt. Beide lachen we tot onze wagen tot stilstand is gekomen naast de wagen van district 6. Ze dragen pakken gemaakt van autobanden en kijken spitsig om hun heen.
'Welkom,' zegt Snow en zijn stem galmt door de gehele zaal. Langzaam wordt het stil.
'Welkom,' herhaalt hij. 'Wij wensen jullie een fijne Hongerspelen.' Zijn vieze groene ogen kijken de zaal door.
'En mogen de kansen ímmer in je voordeel zijn,' sluit hij zijn speech af. Mijn kaak spant aan terwijl het publiek begint te klappen. Woede laait in mij op; de kansen zullen nooit in mijn voordeel zijn.

Het maakt mij niet uit hoe machtig je bent Snow, je hebt het leven van zo veel onschuldige mensen zuur gemaakt. Je hebt de familie van Johanna afgenomen, je hebt mij bijna mijn zusje afgenomen, en ze zal mij nooit meer terug zien. Het maakt me niks uit als je lacht terwijl ik voor je ogen sterf, zolang ik maar geen pion ben in jouw hartbrekende spel.

Dan kijkt hij plots naar beneden. Niet naar de prachtige pareltjes uit district 1. Niet naar de lievelingetjes uit 2.

Maar recht naar mij.

Axe | The Hunger Games ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu