Hoofdstuk 19

707 26 3
                                    

Ik kijk recht in de ogen van Lucas. Ik probeer te schreeuwen, maar hij houd een doekje voor mijn mond. Alles word zwart. Damn it het is chloroform. Ik voel dat hij me optilt en in de auto zet. de auto begint te rijden. Na een tijdje word ik wakker. Ik zie dat we nog steeds aan het rijden zijn. Mijn handen zitten vast met touw. Ik probeer mijn handen los te krijgen, maar ik krijg ze niet los. Ik zie schaafwonden op mijn polsen verschijnen. 


Na nog een lange tijd komt de auto eindelijk tot stil stand. Lucas doet de deur open en sleurt mij uit de auto. 'Mee komen trut,' zegt hij. Ik word naar een kamer gebracht. Er zit een klein raam in. Niet dat ik daar bij kan maar alsnog. Er ligt een kapot matras op de grond en kettingen. Mijn polsen worden vast gemaakt aan de kettingen. 'Waarom doe je dit,' vraag ik. 'Geen vragen,' schreeuwt hij. Hij geeft mij nog een klap op mijn gezicht en gooit daarna de deur hard dicht. ik ga op het matras liggen. Ik lig hier geloof ik al uren. Lucas is nog steeds niet terug gekomen. 


Ik zie door het raam dat het alweer avond is. Dan gaat de deur open. Het licht van de gang is heel fel. Ik zie dus niet wie er in de deuropening. Ook al weet ik wel zeker dat het Lucas is. Als hij dichterbij komt zie ik dat het inderdaad Lucas is. 'Wat moet je Lucas,' zeg ik. 'Ik zei geen vragen,' zegt hij boos. Hij slaat vol met zijn vuist in mijn gezicht. Ik voel mijn oog blauw worden. Ik voel aan mijn neus. Fijn ook nog een bloedneus. 'Mijn vrienden zijn naar mij op zoek ik weet het zeker,' zeg ik. 'Awh dat had je gedacht. Ik heb ze vertelt dat je bij je vriendinnen slaapt. Ze doen alsof er niks aan de hand is,' zegt hij. Dus ze zijn niet naar me op zoek. Jaiden moet toch weten dat ik niet zomaar weg zou gaan. Ik geloof niet dat ze niet naar mij op zoek zijn het kan niet. ik krijg nog een harde klap in mijn gezicht en dan verlaat Lucas de kamer. En daar zit ik dan. Helemaal in mijn eentje in een donkere kamer.


Wacht eens. Ik voel in mijn zak. Het is mijn telefoon. Is hij nou serieus vergeten mijn telefoon af te pakken. Ik doe mijn telefoon aan. Shit 10%. Het is net genoeg op iemand te kunnen bellen. Ik ga door mijn contacten en klik op die van Jaiden. Hij gaat 1 keer over en hij neemt al op. 'Nina waar ben je? Lucas zei dat je bij vriendinnen was, maar dat geloof ik niet,' zegt Jaiden bezorgd. 'Shh beetje stil. Lucas heeft mijn telefoon niet afgepakt, daarom bel ik. Hij houd mij ergens in een loods vast. Ik ben bang Jaiden. Plz kom snel,' zeg ik. Er lopen in stilte tranen over mijn wangen. 'Ik ga je proberen te zoeken. Ik beloof je alles komt goed,' zegt Jaiden. Ik hoor voetstappen dus hang snel op. Ik stop de telefoon snel in mijn zak. Lucas staat in de deuropening. 'Tegen wie was je aan het praten,' vraagt hij. 'N-niemand,' zeg ik. 'Jawel,' zegt hij. 'Je weet wat er gebeurt als je niet luistert,' zegt hij. 'I-ik was in m-mezelf aan het p-praten,' stotter ik. 

Jongensinternaat wat?!  {voltooid}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu