23: Rode knokkels

29 1 0
                                    

Laat een vote of comment echter als je dit leest en leuk vindt!!!

Zo weet ik namelijk of ik door moet gaan.

(Bovenaan staat het huis van de Cullens!)

-

Ik laat mijn enorme reistas op de vloer vallen en kijk met bewondering rond. Het huis van de Cullens was vrij groot. Veel ramen, veel licht. Een super mooi huis. Het was om precies te zijn echt een droomhuis.

Toen we in Forks aangekomen waren was het lichtjes aan het miezeren. Het is ondertussen aan het regenen. Het weer is tot nu toe dus in ieder geval niet heel anders dan dat van Nederland. 

Edward hangt zijn jas op en rekt zich uit. "Home sweet home," zegt hij luid. Jasper lacht. "The city of meeting Bella." 

Ik kijk Jasper vragend aan en Jasper geeft Edward een stoot tegen zijn arm. "Leg Brooke het verhaaltje eens uit. The bed time story of Edward and Bella." 

Edward zucht terwijl hij zijn lach in houdt. Hij draait met zijn ogen en geeft Jasper een duw. Gauw loopt hij weg richting de keuken waar de grotendeels van de familie zich bevindt en laat mij met vragen achter. "Nou Jasper vertel." 

Jasper hangt nu ook zijn jas op. "Een te lang verhaal. Vraag het Bella maar als we op een mooie avond niks te doen hebben." En zo snel als hij zijn jas opgehangen had was hij ook weer weg. Nogmaals, een voordeel van vampierkrachten. 

Ik zucht en haal een hand door mijn haar. Alice komt de hoek om lopen. "Wat doe je hier nog alleen?" 

Ik kijk om en wijs naar mijn tas. "Ik moet nog even alles opbergen." Alice kijkt me een seconde aan en knikt. "Hulp nodig?" 

Ik schud van nee en loop de trap op. Daar is mijn kamer. Iedereens kamer bevindt zich daar. Ik heb mijn eigen kamer gelukkig. Het is een middelgrote kamer met drie witte muren en één grijze muur. De meubels zijn perfect op elkaar afgestemd. Ik heb een grote tweepersoonsbed en een normale kledingkast. Als ik uit het raam kijk zie ik het bos. Het huis van de Cullens bevindt zich in een bos. Afgelegen van de mensheid, om te voorkomen dat mensen aangevallen worden. Voorkomen is natuurlijk beter dan genezen.

Als alles op zijn plek ligt loop ik weer naar beneden. Esme is in haar eentje aan het koken in de moderne, grote keuken. Ik rek me uit en gluur in de soeppan. Het is een lekker ruikende groentesoep. "Ruikt heerlijk," zeg ik terwijl ik op de barkruk ga zitten en Esmé geeft me een warme glimlach. "Jaja, je moet goed eten." Zegt ze tegen me terwijl ik kommetje en een lepel pak. Ik lach en knik, terwijl ik het kopje op het aanrecht neerleg. Jasper en Edward komen de kamer inlopen. 

Ze zijn beiden ontzettend druk aan het praten over van alles en nog wat. Ik kijk naar hun op en frons even.

"Waarom zijn jullie zo druk joh?" 

Edward kijkt verontwaardigd. "Druk?" 

Jasper neemt een hap van een appel uit de fruitmand. "Waar heb jij het nou weer over?"

Ik zucht en neem een hap van de soep die Esme inmiddels al voor me ingeschonken had. Als ik op kijk zie ik een bezorgde blik van Esme. Ik voel hoe ik begin te blozen en kijk vragend naar hen op. 

"Niemand was aan het praten Brooke." Zegt Esme terwijl ze een hand op mijn voorhoofd legt. "Voel je je wel goed?"

Ik frons en begin al gauw twijfels te krijgen, dus leg ik mijn eigen hand op mijn voorhoofd om mijn temperatuur toch maar even te checken. "Jawel.. Ik dacht dat ik jullie hoorde praten?" 

Edward kijkt schuin naar Jasper en daarna naar Esme. "Wat hoorde je?" 

Ik frons en denk gauw na. "Ik weet het niet meer zo goed. Jullie kwamen binnen en jullie waren druk aan het praten. Volgens mij had Jasper het over dat het de hele week slecht weer zou zijn en dat jullie nog moesten jagen. En Edward had het over Forks. Hoe erg je Forks eigenlijk gemist had." 

Edward lacht en haalt een hand door zijn haar heen. Hij lijkt na te denken. Ik frons en kijk hen vragend aan. "Misschien kon je onze gedachten horen." 

Jasper knikt en onderdrukt een lach. "Het is mogelijk je eerste gaven.."

Ik kijk naar Esme, met de hulp dat ze iets behulpzaams zou zeggen, maar het bleef stil. 

Edward legde zijn hand op mijn arm. "Concentreer je eens op Esme. Wat hoor je nu?"

Ik laat langzaam mijn ogen op Esme rusten en kan het niet helpen om lichtelijk te fronzen."Wat zal ze horen? Waar moet ik aan denken? Wat als het geen gaven is maar als ze gewoon ziek is?"

Mijn frons vervaagd van mijn gezicht en ik draai me verrast om, richting Edward en Jasper. "Ik denk dat ik  gedachten kan lezen.." zeg ik verbaasd terwijl ik mijn wangen geschrokken vast houdt. 

Edward en Jasper lachen. Ik kijk naar Esme en het is een paar seconden stil. Dan lacht Esme mee. Ze legt haar handen op mijn handen die nog steeds op mijn wangen geklemd zijn. 

"You're growing up." Zegt ze terwijl ze me een kus op mn voorhoofd geeft.

Edward proest het uit van het lachen en ik draai met mijn ogen. Ik geef hem een stoot op zijn arm maar een er schiet een felle pijn door mijn knokkels. Ik inhaleer diep en schreeuw het daarna uit van de pijn. "AU!" 

Edward moet harden lachen maar Jasper kijkt me geschrokken aan. Mogelijk omdat hij emoties van anderen kan voelen en daardoor door had dat dit mij oprecht veel pijn deed. Esme was gelijk bezorgt en greep mijn hand vast. Er sprongen tranen in mijn ogen, terwijl ik me eigenlijk sterk wilde houden. Voordat ik het wist gleden de tranen over mijn wangen heen. Waarom deed dit zo'n belachelijk veel pijn?

Ik kijk naar mijn hand en zie dat mijn knokkels rood zijn geworden en dat mijn hand enorm aan het trillen is. Esme bestudeerd ze even en kijkt mij daarna aan. "Kan je ze voor me strekken?" 

Ik probeer ze te strekken, maar het lukt me niet. De pijn is te heftig. Edward lacht daarentegen nog steeds. Ik kijk hem met een frons door mijn tranen heen aan. "Hou op, het doet echt pijn." Zeg ik terwijl ik weer naar Esme kijk. Edward is nu stil maar ik merk dat hij nog steeds moet lachen. Vooral omdat Emmett erbij is komen staan.

Esme kijkt naar mijn hand en probeert ze te strekken. "Ik denk dat het geen breuk is, maar dat je knokkels zwaar gekneusd zijn. We gaan er een strak verbandje om heen doen." Zegt ze terwijl Edward aan Emmett uit legt wat er gebeurd is. Esme is het verbandje gaan halen en ik kijk naar Emmett en Edward die samen stuk aan het gaan zijn. Grappig. Jasper kijkt naar mijn hand en is bezorgt. "Het gaat wel snel over denk ik, Brooke. Maak je geen zorgen." Ik geef hem een glimlach en als ik me omdraai is Esme weer terug.

Ze wikkelt het verband enorm strak om mijn hand heen en de jongens hebben ondertussen de keuken verlaten. "Brooke, kijk voortaan alsjeblieft uit. Je lichaam heeft de sterkte van een mensenlichaam. Een stoot tegen een vampierenlichaam kan dus enorm veel pijn en schade leveren, zoals je nu ook wel lichtelijk gezien hebt. Vergeleken met een mensenlichaam is een vampierenlichaam van steen, onthoud dat. Alsjeblieft." Ze kijkt me aan en stopt met wikkelen. Blijkbaar wachtte ze op antwoord. Ik knik gauw, waardoor ze vervolgens weer verder gaat. Ik veeg mijn tranen weg en zucht. 

"Ik vind het raar en oneerlijk dat ik niet hetzelfde kan als een normale vampier. Ik ben toch de uitverkorene, ik zou op zijn minst even sterk moeten zijn. Ik zou op zijn minst mijn broer een stoot kunnen geven." 

Esme lacht en maakt het einde van het verband strak vast. "Alles komt met zijn tijd, Brooke. En ik heb er vertrouwen in dat het wel goed komt." Ze geeft me een knipoog en voor de tweede keer een kus op mijn voorhoofd. Ze geeft een zacht kneepje in mijn gekneusde hand als teken dat het klaar is."Kom op, we gaan met zijn allen naar buiten." 

A Vampire story - TwilightWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu